week 13 les 2

Voorlezen 
timer
5:00
1 / 13
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 1

This lesson contains 13 slides, with text slides.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

Voorlezen 
timer
5:00

Slide 1 - Slide

Je hebt:
- nagedacht over wat je zoal schrijft
- een onderwerp bedacht voor een minitijdschrift
- je onderwerp 'kleiner gemaakt'
- opgeschreven wat je al weet over het onderwerp
- misschien al wat plaatjes gezocht

Slide 2 - Slide

Je gaat in deze les:


- informatie ordenen
- steekwoorden bedenken
- een rode draad kiezen
- alinea's schrijven
- de eerste versie van je minitijdschrift maken

Slide 3 - Slide

Steekwoorden
Vorige les heb je een onderwerp gekozen en daar zoveel mogelijk over opgeschreven. Misschien heeft een klasgenoot je ook nog ideeën gegeven.

In je tekst kun je niet alles uit je brainstorm door elkaar behandelen.
Daarom is het slim je informatie te ordenen: je zet dingen die bij elkaar horen bij elkaar en kiest hier dan één steekwoord voor.

Slide 4 - Slide

Steekwoorden
- Eén woord waarmee j een belangrijk onderwerp uit een tekst aanduidt. 

- Bij de zoekmachine (bijvoorbeeld: google) krijgt de gebruiker een tekstveld waar hij steekwoorden kan invullen.

Slide 5 - Slide

Opdracht 1 
- Kies 6 steekwoorden over je onderwerp en noteer deze.

steekwoorden bij een dier:
1. uiterlijk
2. verzorging
3. voeding
4. vijanden
5. voortplanting
6. soorten

timer
3:00

Slide 6 - Slide

De rode draad
De informatie in een tekst staat zoveel mogelijk in een logische volgorde.
Deze logische volgorde heet ook wel de rode draad in een tekst.

Het is de kern van opeenvolgende gebeurtenissen in een verhaal; de logische lijn in een tekst. 

Slide 7 - Slide

Opdracht 2 en 3 
- Kies bij opdracht 2 een logische volgorde voor je steekwoorden.Deze logische volgorde wordt de rode draad in je tekst. 

- Vul de tabel bij opdracht 3 in. Bedenk bij ieder steekwoord wat het belangrijkste is dat je hierover wilt zeggen.  

Bijvoorbeeld het steekwoord is verzorging en de belangrijkste boodschap is dat ik de  dagelijkse verzorging van de kat wil beschrijven. 

timer
4:00

Slide 8 - Slide

Op elke bladzijde in je minitijdschrift ga je meerdere korte alinea's  schrijven over  jouw gekozen steekwoord.

Een goede opbouw voor een alinea is:

- Weet wat je in de alinea wilt zeggen. 
- Begin met de belangrijkste boodschap.
- Daarna dit uitleggen en een voorbeeld geven.  
(Ik leg de vijanden van een dier uit. En geef als voorbeeld de leeuw.)

Slide 9 - Slide

Zelfstandig aan je minitijdschrift werken.

Maak je eerste versie van je minitijdschrift. Op elke pagina schrijf je over één steekwoord.

Probeer de alinea’s goed op te bouwen:

- Weet wat je in de alinea wilt zeggen.
- Begin met de belangrijkste boodschap.
- Daarna dit uitleggen en een voorbeeld geven.  


Slide 10 - Slide

Feedback
Goede feedback:


- heeft te maken met de taak
- is direct, maar wel vriendelijk
- is leerzaam voor de ontvanger.

Slide 11 - Slide

Feedback
Feedback ontvangen:


- sta open voor feedback
- vertrouw erop dat de ander je wil helpen
- bepaal zelf wat je met de feedback doet.

Slide 12 - Slide

Opdracht 5: Eerste versie schrijven
Maak je eerste versie van je minitijdschrift. Op elke pagina schrijf je over één steekwoord.

Probeer de alinea’s goed op te bouwen:
Noem eerst de belangrijkste boodschap.
Geef een voorbeeld.
Geef een uitleg van het voorbeeld.
Je pagina’s zijn klein. Houd je zinnen dus kort.

Geef elkaar feedback en pas eventueel je gemaakte pagina's aan. 


Slide 13 - Slide