W3: Weekwoorden D Gouden Eeuw

• Spelling
• Basisschool
• Groep 7

W3: Weekwoorden D 

Gouden Eeuw

Lesdoel:

- Je kan de weekwoorden in het meervoud opschrijven en de goede strategie toepassen.

- Je weet het goede weekwoord bij de vraag.

Bedenk één woord in het
meervoud met -s- erachter

Bedenk één woord in het
meervoud met -en- erachter

Bedenk één woord in het
meervoud met -eren- erachter

Bedenk één woord in het
meervoud met -'s- erachter

Wat is het meervoud van:
scheepsjongen

Wat is het meervoud van:
citroensap

Wat is het meervoud van:
oprichting

Wat is het meervoud van:
scheepswerf

Wat is het meervoud van:
handelspost

Wat is het meervoud van:
ontdekkingsreis

Wat is het meervoud van:
admiraal

Wat is het meervoud van:
scheepsarts

Wat is het meervoud van:
brandmerk

Wat is het meervoud van:
zeeroverij

Wat is het meervoud van:
nakomeling

Wat is het meervoud van:
loondienst

Wat is het meervoud van:
slavenlied

Wat is het meervoud van:
arbeider

Welk weekwoord hoort bij de vraag?

Waar worden schepen gebouwd?

1. de handelsposten
2. de scheepswerven
3. de scheepsarts
4. de arbeiders

Welk weekwoord hoort bij de vraag?
Welke twee specerijen gebruik je voor het eten?

1. het citroensap
2. het ivoor
3. de/het kaneel
4. de kruidnagels

Welk weekwoord hoort bij de vraag?

Hoe heet de dokter op een schip?

1. de scheepsjongen
2. de admiraal
3. de arbeider
4. de scheepsarts

Welk weekwoord hoort bij de vraag?

Wat zongen de tot slaaf gemaakten?

1. de loondienst
2. de slavenliederen
3. het brandmerk
4. de kaapvaart

Welk weekwoord hoort bij de vraag?
Reizen zonder te weten in welke onbekende gebieden je terecht komt?

1. de ontdekkingsreizen
2. de kaapvaart
3. de zeeroverij
4. de oprichting

Aan de slag:

- Werkblad maken (voor- en achterkant)

- Nakijken + inleveren

Klaar?

- Taak 'Gouden Eeuw 3D' op spellingoefenen.nl

- Grammaticaklussers

Evaluatie

Blad 1:

Vraag 1: meervoud van scheepswerf

Vraag 2: meervoud van admiraal

Vraag 3: meervoud van arbeider

Blad 2:

Vraag 1: maak een zin met het woord 'slavenliederen'.

Vraag 2: maak een zin met het woord 'brandmerk'.

Vraag 3: maak een zin met het woord 'citroensap'.