Middeleeuwen 1

• Nederlands
• Middelbare school
• vwo
• Leerjaar 3

Middeleeuwen

Literatuur-

geschiedenis

Dautzenberg

Karel de Grote

Het Feodaal stelsel 

Vroege Middeleeuwen

500-1000

Romeinen

Germanen

priesters

Romeinse cultuur behouden

Hoge Middeleeuwen

1000-1300

De eerste steden

Derde stand: 

de burgerij

Begin van de literatuur

Late

Middeleeuwen

1300-=1500

Steden:  centrum van economie en cultuur

Derde stand: 

de burgerij wordt steeds machtiger

De drie standen: klein gedeelte van de maatschappij

Hoofdkenmerken Middeleeuwen

1. theocentrisch: enorme invloed van het geloof
2. ridderlijk: naast de geestelijke macht van de eerste stand, had de adel de wereldlijke macht

3. burgerlijk: in de late ME steeds machtiger (economie/cultuur)

tijd voor de quiz!

Wat is geen kenmerk van de kunst uit de middeleeuwen?

1. Theocentrisch
2. Ridderlijk
3. Burgerlijk
4. Romaans

4
De steden zorgden voor handel en industrie in de Late Middeleeuwen.

1. goed
2. fout

5
De Middeleeuwen lopen van ca. 500 tot ca. 1500.

1. goed
2. fout

9
‘Vazal’ is een ander woord voor ‘leenheer’.

1. goed
2. fout

Een vazal is een leenman.

Wat waren de belangrijkste functies van kunst en literatuur in de middeleeuwen? Selecteer alle juiste antwoorden.

1. Geld verdienen
2. Beter geloven in God
3. Lessen leren
4. Vermaakt worden

Wie is dit?

1. Karel de Kale
2. Karel de Kleine
3. Karel V
4. Karel de Grote

Wat betekent 'theocentrisch'

1. God staat in veel zaken centraal
2. De koning staat aan het hoofd van een groot rijk.
3. Er is een grote kloof tussen boeren en edelen
4. Mensen moeste veel meer samenwerken om in leven te blijven.