Lezen les 2

1 / 20
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 1

This lesson contains 20 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

Slide 1 - Slide

Slide 2 - Slide

Welke manieren ken jij om de betekenis van een onbekend woord te vinden in een tekst?

Slide 3 - Mind map

Slide 4 - Video

Noteer in je eigen woorden wat een deelonderwerp is.

Slide 5 - Open question

Slide 6 - Slide

Je hebt de vorige alinea bekeken uit de tekst Bordspellen. Wat is het deelonderwerp van die alinea?

Slide 7 - Open question

Slide 8 - Slide

Je hebt de vorige alinea bekeken uit de tekst Bordspellen. Wat is het deelonderwerp van die alinea?

Slide 9 - Open question

Slide 10 - Slide

Slide 11 - Slide

Slide 12 - Slide

Vraag 2.1: Welke zinnen vatten de tekst het beste samen?

A
Het spelen van gezelschapsspellen is al eeuwen alleen populair onder mensen die het kunnen betalen. Daardoor zijn er problemen met het leveren van bordspellen.
B
Het spelen van gezelschapsspellen is minder populair dan gamen. De meeste mensen die van bordspellen houden, spelen online.
C
Mensen spelen al sinds eeuwen gezelschapsspellen om zich te vermaken als ze tijd moeten doorbrengen. Doordat ze nu meer tijd thuis doorbrengen, zijn bordspellen populairder dan ooit.
D
Mensen spelen vooral gezelschapsspellen in tijden dat ze zich eenzaam voelen. Ze spelen de spellen online met vrienden en familie.

Slide 13 - Quiz

Vraag 2.2: 'Waarom spelen mensen eigenlijk gezelschapsspellen? En wat maakt een spel geschikt als familiespel?' Wat betekent geschikt in de vorige zin?
A
bruikbaar
B
kostbaar
C
precies
D
onjuist

Slide 14 - Quiz

TIP!
Probeer het woord 'geschikt' voor een ander woord te vervangen. Verandert de betekenis van de zin niet? Dan heb je het juiste woord gekozen, dus een synoniem!

Slide 15 - Slide

Vraag 2.3: Lees regel 16-17. Wat kun je hieruit afleiden?'
'In de zeventiende eeuw werd het spel Ganzenbord bedacht. Dit was een populair cadeau onder de mensen die dat konden betalen. In het Rijksmuseum kun je nog een speelbord van Ganzenbord uit 1612 zien. '
A
Ganzenbord was een spel dat zowel rijke als arme mensen elkaar cadeau gaven.
B
Ganzenbord was een spel waarmee je kon laten zien hoe intelligent je was.
C
In de zeventiende eeuw had niet iedereen genoeg geld om Ganzenbord kopen.
D
In de zeventiende eeuw was niet iedereen intelligent genoeg om Ganzenbord te spelen.

Slide 16 - Quiz

Vraag 2.4: 'Een familiespel duurt bovendien niet lang, hooguit een half uur tot een uur. Je kunt een familiespel 35 daardoor vaker achter elkaar spelen. Dat is prettig als je verloren hebt en revanche wilt nemen.'

Wat betekent revanche nemen?
A
winnen van iemand van wie je eerder verloren hebt
B
winnen van iemand van wie je eerder gewonnen hebt
C
winnen van iemand met wie je nog niet eerder hebt gespeeld
D
winnen van iemand door vals te spelen

Slide 17 - Quiz

TIP!
Lees goed de zin ervoor en erna. Wat vertelt de context van de zinnen jou? Je kunt jouw antwoord dus al opmaken uit de betekenis van de zinnen om het woord revanche heen.

Slide 18 - Slide

Vraag 2.5: Waarom staat het stukje met het kopje Familiespel in de tekst?

A
Omdat dat populaire spellen zijn die nu veel gespeeld worden in gezinnen. Dat sluit aan bij het stukje ervoor.
B
Omdat dat spellen zijn die het meest populair zijn en niet beschikbaar zijn. Dat sluit aan bij de inleiding.
C
Omdat dat spellen zijn die al eeuwen bestaan. Dat sluit aan bij het stukje ' Van alle tijden'.
D
Omdat dat populaire bordspellen zijn die het meest worden verkocht. Dat sluit aan bij het stukje 'Populaire bordspellen'.

Slide 19 - Quiz

Terugkijken & afronden
Hoeveel antwoorden van de leestekst 'Bordspellen' had jij goed?

De volgende les: een nieuwe leestekst. We gaan aan de slag met zoekend lezen.

Slide 20 - Slide