module 2 2.4

• Economie
• Middelbare school
• havo
• Leerjaar 4

maximale omzet als:

1. MO=0
2. MO=MK
3. GO=GTK
4. MK=GTK

Hoe bereken je de winst van een bedrijf?

1. P x Q
2. MO=MK
3. BEO-BEA
4. TO - TK

Lesdoelen

Aan het einde van deze les kun je het individuele aanbod aflezen, weet je hoe het collectieve aanbod ontstaat en kun je het collectieve consumentensurplus uitrekenen.

Individuele aanbodlijn

De mk lijn valt samen met de individuele aanbodlijn zover deze boven de GTK lijn loopt. Onder de GTK lijn verdient de producent zijn kosten niet terug en zal dan ook niet aanbieden.

Om de collectieve aanbodlijn uit te rekenen tel je de individuele aanbodlijnen bijelkaar op.

Herhaling consumenten- en producentensurplus

Het consumentensuplus:

(22 - 10) x 2.000 / 2

= € 12.000

Het producentensurplus:

(10 - 3) x 2.000 / 2

= € 7.000

samenvatting

De aanbodlijn loopt van linksboven naar rechtsonder.

1. juist
2. onjuist

Meer producenten gaan het product aanbieden

1. Verschuiving langs de vraaglijn
2. Verschuiving langs de aanbodlijn
3. Verschuiving van de vraaglijn
4. Verschuiving van de aanbodlijn

Wat zou het betekenen voor de vraag- en of aanbodlijn als Nederland stopt met de gaswinning

1. aanbodlijn verschuift naar links
2. aanbodlijn verschuift naar rechts
3. vraaglijn verschuift naar links
4. vraaglijn verschuift naar rechts

Dit is een voorbeeld van een?

1. aanbodlijn
2. geen van beide
3. vraaglijn

Inkopen van grondstoffen wordt goedkoper. Wat gebeurt er met de aanbodlijn?

1. die schuift naar rechts
2. die schuift naar links
3. er komt een ander punt op de aanbodlijn tot stand
4. er verandert niets.

9. Als een aantal wasmachine aanbieders failliet gaat dan...

1. Verschuift de aanbodlijn van wasmachines naar links
2. Verschuift de aanbodlijn van wasmachines naar rechts
3. Verschuift de vraaglijn van wasmachines naar links
4. Verschuift de vraaglijn van wasmachines naar rechts

Welke kleur heeft het producentensurplus?

1. Groen
2. Blauw
3. Rood
4. Geel

als de prijs in euro's luidt dan is het producentensurplus in euro's:

1. 12.000
2. 6.000
3. 4.000
4. 2.000

Lesdoelen

Aan het einde van deze les kun je het individuele aanbod aflezen, weet je hoe het collectieve aanbod ontstaat en kun je het collectieve consumentensurplus uitrekenen.

In welke mate is het leslel behaalt?

-5100

Zijn er nog vragen en/of onduidelijkheden?

Huiswerk

Digitaal maken module 2 hoofdstuk 2 vraag 27 t/m 36