1e persoon enkelvoud = ik-vorm
2e persoon enkelvoud = ik-vorm + t máár als jij/je achter de persoonsvorm staat, gebruik je alleen de ik-vorm!
3e persoon enkelvoud = ik-vorm + t
1e persoon meervoud = hele werkwoord
2e persoon meervoud = hele werkwoord
3e persoon meervoud = hele werkwoord
3e persoon enkelvoud van besteden = besteedt