1. bespied (vd), vertrouwt (pvtt), vertrouwde (pvvt)
2. ontblote (bn), wachtte (pvvt), hechten (inf)
3. verhoeden (inf), herkent (pvtt)
4. huilend (od), troostten (pvvt), verzachtte (pvvt)
5. beboete (bn), ontbrandt (pvtt), bekeurd (vd)
6. vermoedt (pvtt), verkwisten (pvtt)