- Bespreken opdracht 1, 3 en 5 (grammatica woordsoorten)
- Bespreken opdracht 2, 3 en 4, blz. 159 (spelling)
- Weten jullie het echt? Even checken...pak je telefoon
- M. opdracht 6, blz. 160/161
1 / 21
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolvwoLeerjaar 2
This lesson contains 21 slides, with interactive quizzes and text slides.
Items in this lesson
Vandaag...
- Bespreken opdracht 1, 3 en 5 (grammatica woordsoorten)
- Bespreken opdracht 2, 3 en 4, blz. 159 (spelling)
- Weten jullie het echt? Even checken...pak je telefoon
- M. opdracht 6, blz. 160/161
Slide 1 - Slide
Lezen (10 min.)
timer
10:00
Slide 2 - Slide
Opdracht 1 Bijvoorbeeld: 1 omdat 2 maar 3 opdat, zodat 4 Als, Wanneer 5 of 6 Hoewel, Ofschoon 7 Zodra, Toen, Nadat 8 want
Opdracht 2 1 want - ns.vgw 2 Terwijl - os.vgw 3 mits - os.vgw 4 of - ns.vgw 5 als - os.vgw 6 Toen - os.vgw dat - os.vgw 7 Doordat - os.vgw
8 of - os.vgw
of - ns.vgw
9 dat - os.vgw
en - ns.vgw
omdat - os.vgw
10 dus - ns.vgw
of - os.vgw
Opdracht 5
1 was - kww laatste - onbep.rangtelw 2 Omdat - os.vgw vier - bep.hoofdtelw
3 Daarom - bw
4 werd - kww
5 hetzelfde - aanw.vnw derde - bep.rangtelw terwijl - os.vgw
6 de - blw 7 Wie - vr.vnw herkent - zww deze - aanw.vnw voor - vz marzo - zn en - ns.vgw mars - zn 8 zijn - bez.vnw ze - pers.vnw tevens - bw zijn - bez. vnw 9 Zelf - aanw.vnw hij - pers.vnw Romulus - zn 10 want - ns.vgw die - aanw.vnw mogelijk - bn
Slide 3 - Slide
Opdracht 3
1 armelui
2 berenkuil
3 brandewijn
4 courgettesoep
5 gebarentaal
6 gedaanteverwisseling
7 hinkepoot
8 hogeschool
9 klassenavond
10 leeuwendeel
11 maneschijn
12 poezenmand
13 puntenslijper
14 reuzegezellig
15 reuzenstap
16 spinnewiel
17 stekeblind
18 toetsenbord
19 vlooienmars
20 warenhuis
Opdracht 4
1 belastingschuld
2 bezoekregeling
3 bioscoopstoel
4 geluidswal
5 huisbezoek
6 levensschets
7 liefdesspel
8 machtsstrijd
9 meningsverschil
10 moederskindje
11 parlementszetel
12 publieksjury
13 satellietschotel
14 schoolschrift
15 spellingchecker
16 staatssecretaris
17 stadsschouwburg
18 stationschef
19 varkensstal
20 winkelchef
Opdracht 4
1 belastingschuld
2 bezoekregeling
3 bioscoopstoel
4 geluidswal
5 huisbezoek
6 levensschets
7 liefdesspel
8 machtsstrijd
9 meningsverschil
10 moederskindje
11 parlementszetel
12 publieksjury
13 satellietschotel
14 schoolschrift
15 spellingchecker
16 staatssecretaris
17 stadsschouwburg
18 stationschef
19 varkensstal
20 winkelchef
Slide 4 - Slide
Waarom heeft de samenstelling een tussenletter -e-? breedtestraal
A
Het eerste woord gaat over iets waar er maar één van is
B
Het eerste woord heeft een versterkende betekenis
C
Het eerste woord heeft een meervoud op -en én op -s
Slide 5 - Quiz
Waarom heeft de samenstelling een tussenletter -e-? zonnebril
A
Het eerste woord gaat over iets waar er maar één van is
B
Het eerste woord heeft een versterkende betekenis
C
Het eerste woord heeft een meervoud op -en én op -s
Slide 6 - Quiz
Waarom heeft de samenstelling een tussenletter -e-? dieptepunt
A
Het eerste woord gaat over iets waar er maar één van is
B
Het eerste woord heeft een versterkende betekenis
C
Het eerste woord heeft een meervoud op -en én op -s
Slide 7 - Quiz
Waarom heeft de samenstelling een tussenletter -e-? beresterk
A
Het eerste woord gaat over iets waar er maar één van is
B
Het eerste woord heeft een versterkende betekenis
C
Het eerste woord heeft een meervoud op -en én op -s
Slide 8 - Quiz
Maak een samenstelling van de woorden: bezoeker + centrum
Slide 9 - Open question
Maak een samenstelling van de woorden: eend + ei
Slide 10 - Open question
Maak een samenstelling van de woorden: muis + val
Slide 11 - Open question
Maak een samenstelling van de woorden: buur + ruzie