workshop interviewvaardigheden deel 2

interviewvaardigheden

deel 2

open vragen

gesloten vragen

suggestieve vragen

gestuurd door interviewer

gestuurd door geïnterviewde

veel doorvragen

veel samenvatten

vooral vragen naar feiten

vooral vragen naar meningen

vooral directe vragen

vooral indirecte vragen

stiltes laten vallen

Dit past bij mijn interview

Dit past niet bij mijn interview

Voorbereiding

• Bedenk wie je gaat interviewen en waarover. 

• Benader de persoon in kwestie voor een afspraak.

• Verzamel informatie.

• Bedenk vragen.

• Voer het gesprek: wees kritisch én geïnteresseerd.

• Werk je interview uit.

Gesprek:

• Directieve gesprek: de journalist bepaalt de toon van het gesprek.

• Non-directieve gesprek: de geïnterviewde bepaalt waar het gesprek over gaat.

• Journalistieke gesprek: zit tussen directief en non directief in.

Stel open vragen, dat zijn vragen die niet met alleen ‘ja’ of ‘nee’ te beantwoorden zijn. Zo krijg je meer informatie. Luister goed of er daadwerkelijk antwoord gegeven wordt en vraag desnoods door.

voorbereiding

• zet vragen op papier. 
•  Begin met simpele vragen zodat de geïnterviewde zich op zijn gemak gaat voelen. 
• Stel je op als een neutraal persoon en geef geen commentaar op de antwoorden. 

• Stel open vragen zodat de geïnterviewde een actieve rol speelt en veel aan het woord is.
• Kijk uit met waarom vragen. Deze kunnen kritisch lijken en hierdoor irritatie oproepen. 
• Stel korte, duidelijke en enkelvoudige vragen.

Tijdens het gesprek:

De vragen die je op papier zet dienen als leidraad van het interview. Je stelt deze allemaal, maar je kan ook vragen stellen die aansluiten bij de informatie die je tijdens het interview krijgt. Wanneer er wat interessants vertelt wordt tijdens het interview is het slim om hierover nadere informatie te vragen, de zogenaamde vervolgvragen. Bovendien wordt het interview zo meer een echt gesprek waardoor het minder bedreigend overkomt.

Drink eerst samen gezellig wat en praat over koetjes en kalfjes. Ga als het even kan niet recht tegenover de geïnterviewde zitten maar zit samen aan dezelfde tafelhoek. Wanneer je het gesprek wil opnemen, vraag dit dan van te voren. Niet iedereen is hiervan gediend dus wees er op voorbereid dat je misschien toch gewoon aantekeningen zal moeten maken. Wees beleefd en laat de ander in zijn waarde.

Laat de geïnterviewde merken dat je echt luistert door te knikken, gewoon door ja te zeggen en te hummen. Vat het antwoord samen om er een vervolgvraag aan te koppelen. Wees ook niet bang om een stilte te laten vallen. Zo geef je de geïnterviewde de tijd om na te denken. Luister goed en schrijf een originele uitspraak gelijk op zodat je deze kan herhalen in je verhaal. 

Afronding gesprek

 Sluit het interview af en babbel daarna nog wat na. Vraag wat de geïnterviewde ervan vond en herhaal delen om te controleren of je het wel goed begrepen hebt. Je hebt nu de kans om na te gaan of alles waar je over twijfelt wel klopt. De sfeer is tijdens de afronding van het gesprek vaak wat informeler. Misschien een goed moment om nog even die kritische vraag te stellen? De kans dat er iets interessants boven tafel komt is nu het grootst.

Het interview uitwerken

Dit doe je altijd direct na het interview. Je indrukken zijn nu nog vers. Naast je notities zit het gesprek nog goed in je geheugen. Laat het verhaal nu nog één a twee dagen liggen. Daarna lees je het nog een keer over en kan je eventuele onvolledigheden nog aanvullen. Hoe vaker je iemand hebt geïnterviewd, hoe makkelijker het uiteindelijk wordt.

En nu: je eigen interview

Ga je interview voorbereiden. Gebruik hier voor het werkblad dat je krijgt van je docent.

Waar wil je in jouw interview vooral op letten

Heb je voldoende informatie om het interview te houden?

1. ja
2. nee