3-4 Mengen en scheiden

• Natuurkunde
• Middelbare school
• vmbo t
• Leerjaar 2

3-4 Mengen en scheiden

Wat heb je nodig? Pen, potlood geo. schrift, leerboek, telefoon

(blz.131)

5 min - Huiswerk bespreken

5 min - Lesdoelen

10 min - Uitleg:  

   Mengen en scheiden

20 min - Oefenvragen 

5 min - Wat heb je geleerd

Zelfstandig werken

Paragraaf 3-4 

Lesdoel

- Ik kan twee verschillende mengsels herkennen en scheiden

Mengen en scheiden

Soorten mengsels

- oplossing

- suspensie

Oplossing

Een helder mengsel van een gas, vloeistof of vaste stof in een vloeistof (brandspiritus, thee, kraanwater)

Suspensie

Een troebel mengsel van een 

vaste stof in een vloeistof 

(Modder, verf, sinaasappelsap)

De meeste stoffen in het dagelijks leven zijn mengsels

1. waar
2. niet waar

Jantien gaat muren van haar kamer verven. Ze gebruikt een emmer verf waarmee een half jaar geleden de kamer van haar broer is geverfd. De emmer is nog half vol. Kan Jantien meteen na het openen van de emmer gaan verven?

1. Ja, verf blijft altijd goed gemengd.
2. Ja, want verf is een oplossing
3. Nee, want de verf is ontmengd. Ze moet eerst goed roeren
4. Nee, want verf is een suspensie en die moet eerst ontmengen.

1. Ze hebben allebei gelijk
2. Ze hebben geen van beide gelijk
3. Alleen Marloes heeft gelijk
4. Alleen Marieke heeft gelijk

Mengsel scheiden

- Filtreren

- Indampen

Filtreren

Alleen geschikt voor het scheiden van suspensies

• Scheidingsmethode waarmee je een

    vaste stof uit een vloeistof haalt.

• De vloeistof die door het filter 

    loopt is het filtraat

• De vaste stof die op het filter 

    achterblijft, is het residu.

De stoffen die niet in water oplossen, blijven achter in het ...

De verse koffie in de koffiepot noem je het ...

De vieze koffieprut in het filter noem je het

Sleep de suspensies naar het rode blok...

suspensies

Indampen

Geschikt voor oplossingen

Laat de vloeistof verdampen. 

De vaste stof dat achterblijft 

is het residu.

Als je thee zet, gebruik je water als oplosmiddel

1. waar
2. niet waar

Oplossingen zijn altijd kleurloos (zoals water)

1. waar
2. niet waar

Een suspensie ontmengt na verloop van tijd

1. waar
2. niet waar

Een suspensie is helder, je kunt erdoorheen kijken.

1. waar
2. niet waar

Suspensies en oplossingen zijn zuivere stoffen

1. waar
2. niet waar

Oefenen

Opdrachten paragraaf 3-4

Als je klaar bent, lees alvast paragraaf 3-5

Wat heb je
vandaag geleerd?

ZELFSTANDIG WERKEN

HUISWERK:

Digitaal of in je boek 

paragraaf 3-5

AFSPRAKEN HUISWERK:

Dag van tevoren (voor 24:00) in de digitale methode. 

EXTRA:

Alle opdrachten die niet huiswerk waren.