Paragraaf 8.4 Je bloedsomloop [les 1]

Welkom
Telefoon in telefoontas
Tas van tafel
Laptop + notitiespullen pakken
Ga in deze Lesson-Up
1 / 27
next
Slide 1: Slide
BiologieMiddelbare schoolmavo, havoLeerjaar 2

This lesson contains 27 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 60 min

Items in this lesson

Welkom
Telefoon in telefoontas
Tas van tafel
Laptop + notitiespullen pakken
Ga in deze Lesson-Up

Slide 1 - Slide

Planning
* Welkom
* Huiswerk bespreken [10 t/m 15 van 8.3]
* Uitleg
* Zelfstandig werken
* Afsluiten

Slide 2 - Slide

Bloedsomlopen
Grote bloedsomloop:
hart - orgaan - hart
vervoert zuurstofrijk bloed naar alle organen


Kleine bloedsomloop:
hart - longen - hart
vervoert zuurstofarm bloed naar de longen

Bloed gaat altijd grote - kleine - grote - kleine - grote - kleine

Slide 3 - Slide

De functie van de kleine bloedsomloop is …
A
zuurstof opnemen in het bloed en kooldioxide afgeven
B
kooldioxide opnemen in het bloed en zuurstof afgeven
C
zuurstof en kooldioxide opnemen in het bloed

Slide 4 - Quiz

Welke route neemt bloed altijd bij de kleine bloedsomloop?

Slide 5 - Open question

Welke route neemt een slagader altijd in de grote bloedsomloop?

Slide 6 - Open question

Kies bij de juiste nummers het juiste antwoord
A
1 = zuurstofarm 2 = grote 3 = zuurstofrijk 4 = kleine
B
1 = zuurstofarm 2 = kleine 3 = zuurstofrijk 4 = grote
C
1 = zuurstofrijk 2 = grote 3 = zuurstofarm 4 = kleine
D
1 = zuurstofrijk 2 = kleine 3 = zuurstofarm 4 = grote

Slide 7 - Quiz

Een van de bloedvaten hiernaast vervoert bloed naar de nieren. Welke?
A
Nummer 1
B
Nummer 2
C
Nummer 3

Slide 8 - Quiz

Leerdoelen
Je kent de onderdelen van het hart

Je weet welke bloedvaten verbonden zijn met welke onderdelen van het hart

Slide 9 - Slide

Het hart: 4 ruimtes
> 2 boezems en 2 kamers
> Bloed stroomt vanuit de boezems in de kamers (nooit andersom!)
> Je kijkt altijd gespiegeld

links = rechts
rechts = links

Slide 10 - Slide

Het hart: 4 ruimtes
> Boezems liggen boven en ontvangen bloed
> Boezems pompen bloed naar de kamers
> Kamers pompen bloed uit het hart

links = rechts
rechts = links

Slide 11 - Slide

De route
1) zuurstofarm bloed komt via de holle ader in de rechterboezem

2) vanuit de rechterkamer wordt zuurstofarm bloed via de longslagader naar de longen gepompt

3) via de longader komt zuurstofrijk bloed in de linkerboezem terecht

4) vanuit de linkerkamer wordt zuurstofrijk bloed naar de aorta (en overige organen) gepompt

5) in de overige organen wordt zuurstof uit het bloed gehaald. Via de aders stroomt het zuurstofarme bloed naar de holle ader

Slide 12 - Slide

Via welk van de genummerde bloedvaten verlaat zuurstofrijk bloed het hart?
A
Via bloedvat 2
B
Via bloedvat 3
C
Via bloedvat 4
D
Via bloedvat 5

Slide 13 - Quiz

Welk nummer geeft het deel van hart aan dat het bloed naar de longen pompt?
A
Nummer 6
B
Nummer 7
C
Nummer 8
D
Nummer 9

Slide 14 - Quiz

Via welk van de genummerde bloedvaten komt zuurstofarm bloed, vanuit de benen het hart binnen?
A
Via bloedvat 1
B
Via bloedvat 2
C
Via bloedvat 3
D
Via bloedvat 5

Slide 15 - Quiz

Er worden twee beweringen gedaan over het hart in de afbeelding.

1. De delen 6 en 7 van het hart ontvangen bloed uit aders.

2. Het bloed dat het hart verlaat via bloedvat 3, komt het hart weer binnen via bloedvat 4.
Welke bewering is of welke zijn juist?

A
De beweringen zijn allebei onjuist
B
De beweringen zijn allebei juist
C
Alleen bewering 1 is juist
D
Alleen bewering 2 is juist

Slide 16 - Quiz

Welke bloedvaten zijn verbonden met welke ruimte van het hart?
Linkerkamer
Linkerboezem
Rechterkamer
Rechterboezem
Longslagaders
Holle aders
Longaders
Aorta

Slide 17 - Drag question

Noteer bij de nummers de juiste antwoorden

Slide 18 - Open question

Welk deel van het hart pompt bloed in de kleine bloedsomloop?
A
De rechterkamer
B
De linkerkamer
C
De rechterboezem
D
De linkerboezem

Slide 19 - Quiz

Als het bloed door de grote bloedsomloop stroomt, passeert het een aantal delen van het bloedvatenstelsel.
Door welke delen van het bloedvatenstelsel stroomt het bloed achtereenvolgens, als het door de grote bloedsomloop gaat?

A
linker harthelft – organen van het lichaam – rechter harthelft
B
linker harthelft – longen – rechter harthelft
C
rechter harthelft – organen van het lichaam – linker harthelft
D
rechter harthelft – longen – linker harthelft

Slide 20 - Quiz

Welke van de volgende bloedvaten behoren tot de grote bloedsomloop?

aorta – longslagader – onderste holle ader – beenader – longader

A
Alleen de aorta en onderste holle ader
B
De aorta, beenader en onderste holle ader
C
De aorta en de longslagader
D
De longslagader en de longader

Slide 21 - Quiz

De hartkleppen
Hartkleppen voorkomen dat bloed terugstroomt naar de boezems vanuit de kamers

Slagaderkleppen (halvemaanvormige kleppen) voorkomen dat bloed terugstroomt naar de kamers vanuit de slagaders

Slide 22 - Slide

Kies bij de juiste nummers het juiste antwoord
A
18 = onderste holle ader 16 = rechterkamer 2 = linkerboezem 7 = aorta
B
18 = onderste holle ader 16 = rechterboezem 2 = linkerkamer 3 = aorta
C
18 = bovenste holle ader 16 = rechterkamer 2 = linkerboezem 7 = aorta
D
18 = bovenste holle ader 16 = rechterboezem 2 = linkerkamer 3 = aorta

Slide 23 - Quiz

Slide 24 - Link

Energie
Kransslagaders
Zuurstof en glucose

Kransader
Koolstofdioxide en andere afvalstoffen

Verstopping van kransslagader/kransader kan leiden tot een hartinfarct

Slide 25 - Slide

HAVO Hartritme
Hoe vaak je hart slaat per minuut

Hartritme kan je zien op een ECG

Slide 26 - Slide

Huiswerk




Lesstof: paragraaf 8.4
Maken: opdracht 1 t/m 11  van paragraaf 8.3


Slide 27 - Slide