Zie ook TB blz. 90/91 voor korte toelichting en uitleg van het sterke werkwoord
1 / 27
next
Slide 1: Slide
DuitsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 3
This lesson contains 27 slides, with interactive quizzes and text slides.
Lesson duration is: 30 min
Items in this lesson
Havo 3
Start uitleg sterke werkwoorden
Zie ook TB blz. 90/91 voor korte toelichting en uitleg van het sterke werkwoord
Slide 1 - Slide
Starke
Verben
Slide 2 - Slide
Wat is een sterk werkwoord? Hoe herken je deze?
Slide 3 - Mind map
Antwoord
Klinkerverandering in de verleden tijd
en nieuw: voltooid deelwoord op -en
--> gehen - gegangen; schwimmen - geschwommen
Slide 4 - Slide
Uitleg video vanaf 0.45 min
Slide 5 - Slide
Oefening 1
Maak via de volgende slides de eerste oefening over het sterke werkwoord aan. Geef van iedere zin aan of het een zwak of sterk werkwoord is. Het werkwoord staat aan het eind van de zin.
Slide 6 - Slide
Ich habe auf dem Markt eine Wassermelone gekauft.
A
zwak werkwoord
B
sterk werkwoord
Slide 7 - Quiz
Wer hat euch denn diese Geschichte erzählt.
A
zwak werkwoord
B
sterk werkwoord
Slide 8 - Quiz
Hast du deine Eltern um mehr Taschengeld gebeten?
A
zwak werkwoord
B
sterk werkwoord
Slide 9 - Quiz
Wir sind bis Mitternacht auf der Party geblieben.
A
zwak werkwoord
B
sterk werkwoord
Slide 10 - Quiz
Vincent hat gesten einen Unfall gebaut.
A
zwak werkwoord
B
sterk werkwoord
Slide 11 - Quiz
Guten Morgen, hast du gut geschlafen?
A
zwak werkwoord
B
sterk werkwoord
Slide 12 - Quiz
Oefening 2
Maak eerst de volgende online oefening.
Aan het einde van de lesson Up maak je de opdrachten in het boek!
Voorbeeld:
Vraag: Hast du gestern diesen Film (sehen) ..... ?
Antwoord: gesehen
Slide 13 - Slide
https:
Slide 14 - Link
1.Wir haben in einem Café noch etwas (trinken) .........
Slide 15 - Open question
2.Seid ihr alleine in die Stadt (gehen).......
Slide 16 - Open question
3.Was hast du alles in diesem teurem Restaurant (essen) .......?
Slide 17 - Open question
4. Wir haben das Buch(lesen) .......
Slide 18 - Open question
5. Wir sind im See (schwimmen).............
Slide 19 - Open question
7. Haben Sie ihn neulich noch (sprechen) ........ ?
Slide 20 - Open question
8. Das Kind ist von der Schaukel (fallen) .........
Slide 21 - Open question
9. Wir sind nach Hause (laufen) .......
Slide 22 - Open question
10. Was ist hier (geschehen) ............?
Slide 23 - Open question
11. Hast du ihm eine E-Mail (schreiben) ............ ?
Slide 24 - Open question
12. Wir sind nach Hamburg (fahren) ............... .
Slide 25 - Open question
Extra online oefening
Wil je nog verder oefenen met het sterke werkwood in de voltooide tijd (als voltooid deelwoord) kan dat met de volgende oefening, dit is dus niet verplicht.