4.2 - Versnellen en vertragen (les 2)

Dag allemaal! Ga op de juiste plek zitten en log in op de lessonup!
1 / 18
next
Slide 1: Slide
NatuurkundeMiddelbare schoolhavoLeerjaar 3

This lesson contains 18 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 50 min

Items in this lesson

Dag allemaal! Ga op de juiste plek zitten en log in op de lessonup!

Slide 1 - Slide

Dag allemaal! Ga op de juiste plek zitten en log in op de lessonup.

Slide 2 - Slide

Dag allemaal! Ga op de juiste plek zitten en log in op de lessonup!

Slide 3 - Slide

 4.2 Versnellen en vertragen

Slide 4 - Slide

Lesdoelen:
4.2.1 Je kunt een beweging vastleggen in een (v,t)-diagram.
4.2.2 Je kunt de soort beweging herkennen in een (v,t)-diagram.
4.2.3 Je kunt uitleggen wat versnelling en vertraging betekenen.
4.2.4 Je kunt de versnelling van een beweging berekenen.
4.2.5 Je kunt km/h omrekenen naar m/s, en omgekeerd.
4.2.6 Je kunt de afgelegde afstand van een beweging bepalen/berekenen in een (v,t)-diagram.

Slide 5 - Slide

Versnelling 
  • Gaat steeds sneller
  • Stel: Ik ga versnellen. Na 1 seconde ga ik 3 m/s,
    na twee seconden 6 m/s en na drie  9 m/s
  • De toename in snelheid 3 m/s elke seconde
  • DUS de versnelling is 3 m/s2

Slide 6 - Slide

(v,t)-diagram maken
  • v - verticale as
  • t - horizontale as

  • 0-4 s Beweging neemt eerst toe
  • versnelling
  • na 4s dan is de beweging constant
  • eenparige beweging

Slide 7 - Slide

Eenparig versneld of vertraagd
  • Snelheid neemt gelijkmatig toe of af

Slide 8 - Slide

Versnelling berekenen:



  • a - versnelling in m/s2
  • t - tijd in s
  • v - snelheid in m/s

a=ΔtΔv
Δv=veindvbegin

Slide 9 - Slide

Een vliegtuig staat stil op de startbaan om de lucht in te gaan. Het vliegtuig bereikt in een tijd 1 minuut en 7 seconde. seconde en snelheid van 72 m/s. Bereken de versnelling.

Slide 10 - Open question

Een auto rijdt 25 m/s er ziet een stoplicht dat op rood staat. Binnen 3,2 seconde staat de auto helemaal stil. Bereken de versnelling van deze auto.

Slide 11 - Open question

Snelheid omrekenen
Snelheid is vaak in km/uur en moet naar m/s
m/s               km/uur
: 3,6
x 3,6

Slide 12 - Slide

Controle vraag 2
Reken om:
180 km/h = ...... m/s
10 m/s=......km/h

Slide 13 - Open question


Slide 14 - Open question

Slide 15 - Slide

Bereken de versnelling in de eerste 4 seconde.

Slide 16 - Open question

Welke afstand is hier afgelegd?

Slide 17 - Slide

Ga nu zelf aan de slag
Wat? Maak alle opdrachten van H4.2 af. Sla de opdrachten waarbij je een werkblad nodig hebt over.

Hoe?  Je mag overleggen

Hoe lang? Tot het einde van de les.

Klaar? Lees vast H4.3. Ga daarna bezig voor een ander vak.

Slide 18 - Slide