De kunst van het presenteren: tips en tricks

De kunst van het presenteren: tips en tricks
1 / 19
next
Slide 1: Slide
NederlandsMBOStudiejaar 1

This lesson contains 19 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.

time-iconLesson duration is: 60 min

Items in this lesson

De kunst van het presenteren: tips en tricks

Slide 1 - Slide

This item has no instructions

Leerdoel
Aan het einde van deze les weet je nog beter hoe je een goede presentatie kunt geven.

Slide 2 - Slide

Introduceer het leerdoel van de les en zorg dat het duidelijk is wat de studenten na afloop van de les hebben geleerd.
Wat weet je al over het geven van presentaties?

Slide 3 - Mind map

This item has no instructions

Structuur
Een goede presentatie heeft een duidelijke structuur:
  • Inleiding
  • Kern: antwoord op de vraag/opdracht
  • conclusie

Slide 4 - Slide

Beschrijf de structuur van een goede presentatie en bespreek waarom dit belangrijk is.
Voorbereiding
Een goede presentatie begint met een goede voorbereiding. Zorg dat je de inhoud kent en dat je de presentatie hebt geoefend.

Slide 5 - Slide

Beschrijf het belang van een goede voorbereiding en geef tips over hoe je je het beste kunt voorbereiden.
Presentatiehulpmiddelen
Gebruik presentatiehulpmiddelen zoals PowerPoint om je presentatie te ondersteunen. Zorg dat je deze hulpmiddelen op een goede manier gebruikt.

Slide 6 - Slide

Beschrijf welke presentatiehulpmiddelen er zijn en hoe je deze op een effectieve manier kunt inzetten.
Non-verbale communicatie
Non-verbale communicatie is erg belangrijk tijdens een presentatie. Zorg voor:
  • Een goede houding
  • Oogcontact 
  • Gebaren gebruikt.

Slide 7 - Slide

Beschrijf het belang van non-verbale communicatie en geef tips over hoe je hierop kunt letten tijdens het geven van een presentatie.

Slide 8 - Video

This item has no instructions

Afsluiting
Een goede presentatie heeft een sterke afsluiting. 
  • Belangrijkste punten nogmaals benoemen 
  • Duidelijke conclusie

Slide 9 - Slide

Beschrijf het belang van een sterke afsluiting en geef tips over hoe je dit het beste kunt doen.
Doel van je presentatie
  • informeren
  • overtuigen
  • activeren
  • amuseren of vermaken

Slide 10 - Slide

Beschrijf het belang van een sterke afsluiting en geef tips over hoe je dit het beste kunt doen.
Presenteren voor Nederlands
Presentatie over een bepaald onderwerp, bv. je hobby’s je droombaan
Je krijgt het onderwerp van de docent één week van tevoren
De presentatie is 3-5 minuten (1F)
De presentatie is 4-6 minuten (2F)
Tijdens de presentatie spreek jij alleen!
Steekwoorden op Powerpoint



Slide 11 - Slide

Beschrijf het belang van een sterke afsluiting en geef tips over hoe je dit het beste kunt doen.
Beoordeling door docent op:
Samenhang: kan ik je verhaal begrijpen?
Afstemming op doel: is het doel van je presentatie duidelijk? (overtuigen/instrueren/informeren/amuseren)
Afstemming op publiek:
Woordenschat: gebruik je de goede/voldoende woorden?
Vloeiendheid, verstaanbaarheid en grammatica

Slide 12 - Slide

Beschrijf het belang van een sterke afsluiting en geef tips over hoe je dit het beste kunt doen.
Wat is een voorbeeld van een visueel hulpmiddel dat gebruikt kan worden bij een presentatie?
A
PowerPoint
B
Een muziekinstrument
C
Een roman
D
Een recept voor een maaltijd

Slide 13 - Quiz

This item has no instructions

Wat is een veelgemaakte fout bij het presenteren?
A
Het publiek betrekken bij de presentatie
B
Gebruik maken van pauzes
C
Te snel praten
D
Gebruik van humor

Slide 14 - Quiz

This item has no instructions

Wat is een goede tip voor een succesvolle presentatie?
A
Lees de hele presentatie voor
B
Gebruik veel vakjargon
C
Maak geen gebruik van visuele hulpmiddelen
D
Houd oogcontact met het publiek

Slide 15 - Quiz

This item has no instructions

Aan het werk
Opdracht 4.05 blz. 101
Opdracht 4.06 blz. 102
Opdracht 4.07 blz. 104

Slide 16 - Slide

Laat de studenten in tweetallen werken en geef ze de opdracht om een korte presentatie voor te bereiden. Laat ze elkaar feedback geven en bespreek daarna gezamenlijk waar verbeterpunten liggen.
Schrijf 3 dingen op die je deze les hebt geleerd.

Slide 17 - Open question

De leerlingen voeren hier drie dingen in die ze in deze les hebben geleerd. Hiermee geven ze aan wat hun eigen leerrendement van deze les is.
Schrijf 2 dingen op waarover je meer wilt weten.

Slide 18 - Open question

De leerlingen voeren hier twee dingen in waarover ze meer zouden willen weten. Hiermee vergroot je niet alleen betrokkenheid, maar geef je hen ook meer eigenaarschap.
Stel 1 vraag over iets dat je nog niet zo goed hebt begrepen.

Slide 19 - Open question

De leerlingen geven hier (in vraagvorm) aan met welk onderdeel van de stof ze nog moeite. Voor de docent biedt dit niet alleen inzicht in de mate waarin de stof de leerlingen begrijpen/beheersen, maar ook een goed startpunt voor een volgende les.