Je krijgt een aantal woorden in een verbogen vorm te zien.
Je geeft de naamval, getal en de verbuigingsgroep.
Als het een woord van verbuigingsgroep 1 of 2 is,
zeg je ook of het M, F of N is.
Als het woord van verbuigingsgroep 3 is, hoeft dat niet.
bijv: Bijv: μαχη: nom ev groep 1, F