What is LessonUp
Search
Channels
Log in
Register
‹
Return to search
Wiederholung Grammatik V5
Willkommen V5!
Heute:
1. Selbstständig üben Grammatik Kap.1-3 (+-20 Min.) -> Link steht auf Teams
2. Quiz Grammatik Kap.1-3 (+-20-30 Min.)
3. Hausaufgaben (+- 30-40 Min.)
Wichtig! -> Nächste Woche am Freitag 11-11
-> Formative Grammatikprüfung
1 / 33
next
Slide 1:
Slide
Duits
Middelbare school
vwo
Leerjaar 5
This lesson contains
33 slides
, with
interactive quizzes
and
text slides
.
Start lesson
Save
Share
Print lesson
Items in this lesson
Willkommen V5!
Heute:
1. Selbstständig üben Grammatik Kap.1-3 (+-20 Min.) -> Link steht auf Teams
2. Quiz Grammatik Kap.1-3 (+-20-30 Min.)
3. Hausaufgaben (+- 30-40 Min.)
Wichtig! -> Nächste Woche am Freitag 11-11
-> Formative Grammatikprüfung
Slide 1 - Slide
Oscar Romero Talen -> Link op Teams (onder Grammatik)
Kies het de thema's waar je het meeste moeite mee hebt:
Je mag je boek + het schema van de naamvallen gebruiken
- Naamvallen (1 t/m 4) + voorzetsels ->
1-1 t/m 1-23 + 9-1 t/m 9-16
- Bijv. naamwoord (Adjektiv) ->
2-1 + 2-2
- Modalverben ->
7-38 t/m 7-47
- werkwoorden sterk + zwak (tt, vt, vd) +
haben, sein , werden
->
7-1 t/m 7-37
Slide 2 - Slide
Wiederholung Grammatik V5
Quiz
- Naamvallen (1 t/m 4) + voorzetsels
- Bijv. naamwoord (Adjektiv)
- Modalverben
- werkwoorden sterk + zwak (tt, vt, vd)
Slide 3 - Slide
De naamvallen
Slide 4 - Slide
In welke naamval staat het lidwoord?
"Ich zeige den Weg"
A
1e
B
4e
C
Ik weet het niet
D
Geen van beide
Slide 5 - Quiz
Was hast du [de kinderen] alles erzählt?
A
die Kinder
B
den Kinderen
C
die Kindern
D
den Kindern
Slide 6 - Quiz
Das Haus (van mijn moeder) steht in dieser Straße
A
meines Mutters
B
von meinem Mutter
C
meiner Mutter
D
meines Mutteres
Slide 7 - Quiz
Er zeigt uns sein... CD-Sammlung (v).
A
seine
B
seiner
C
sein
D
seinen
Slide 8 - Quiz
Nach d... Sommerferien (v) möchten wir wieder zur Schule gehen.
A
der
B
die
C
dem
D
den
Slide 9 - Quiz
Das Auto steht in d...... Garage (v)
A
die
B
dem
C
das
D
der
Slide 10 - Quiz
Er erzählt über sein... Erfahrungen.
A
sein
B
seine
C
seiner
D
seinen
Slide 11 - Quiz
Das Adjektiv
Slide 12 - Slide
D….. klein….. Kind will d….. fremd….. Mann nicht grüßen.
A
Das kleine, den fremden
B
Das kleinen, der fremde
C
Die kleine, dem fremden
D
Der kleine, den fremden
Slide 13 - Quiz
D….. streng….. Vater verbietet d….. ängstlich….. Sohn heute Abend ins Kino zu gehen.
A
Der strengen, den ängstlichen
B
Der strenge, den ängstlichen
C
Den strengen, der ängstlichen
D
Den strengen, der ängstliche
Slide 14 - Quiz
Wir fahren mit (d)... rot..... Boot (o).
A
dem -en
B
den -en
C
das -e
D
dem -em
Slide 15 - Quiz
Modalverben
Slide 16 - Slide
Warum ...... (können) du letzte Woche nicht kommen?
A
konnte
B
konntest
C
konntet
D
konnten
Slide 17 - Quiz
Weißt du, ob er Pizza ....... (mögen).
A
mag
B
magt
C
mög
D
mögt
Slide 18 - Quiz
Wie lange ....... (dürfen) ihr bleiben?
A
darf
B
darft
C
dürft
D
dürftet
Slide 19 - Quiz
Früher ....... (dürfen) ich nur bis 12 Uhr ausgehen.
A
durfte
B
durftest
C
durftet
D
durften
Slide 20 - Quiz
Ich ........... zur Toilette!
Nein, ich .................. noch nicht in die Disko gehen.
Ich ................ sehr gut schwimmen
Ich ............. Eis
darf
muss
kann
mag
Slide 21 - Drag question
De tweede letter verandert in het enkelvoud naar welke letter?
dürfen, können, mögen
Dure konijnen mogen aaien
A
i
B
u
C
e
D
a
Slide 22 - Quiz
Bij welke persoonlijke voornaamwoorden gebruik je bij de modale werkwoorden dezelfde vervoeging van het werkwoord?
ich en du
du en er/sie/es
ich en er/sie es
Slide 23 - Poll
Bij de modale werkwoorden gebruik je bij de meervoudsvormen gewoon de esttenten. Klopt dat?
Ja
Nee
Slide 24 - Poll
Verben stark + schwach
Slide 25 - Slide
Er (warten) auf Whatsapp-Nachrichten.
A
warte
B
wartt
C
wartet
D
wart
Slide 26 - Quiz
[tragen] Er . . . . den schweren Koffer.
Slide 27 - Open question
Draußen (regnen) es.
A
regnt
B
regent
C
regnet
D
regnest
Slide 28 - Quiz
Die Katze [waschen] . . . . sich den ganzen Tag.
Slide 29 - Open question
Was [nehmen] . . . . du mit aus Berlin?
Slide 30 - Open question
Ihr (parken) zuerst das Auto.
A
parkt
B
parket
C
parkiert
D
parkst
Slide 31 - Quiz
Aus Langeweile (zeichnen) man ein Bild.
A
zeichnt
B
zeichnen
C
zeichent
D
zeichnet
Slide 32 - Quiz
Vielen dank für ihre Aufmerksamkeit
Jetzt:
- Weitermachen mit den
Übungs E-Mails (in Schrijfdossier auf Teams)
- Andere Hausaufgaben -> Lernplan (Teams) Woche 44
Ihr habt bis zum Ende der Unterrichtsstunde
Slide 33 - Slide
More lessons like this
Wiederholung Grammatik V5
November 2022
- Lesson with
31 slides
Duits
Middelbare school
vwo
Leerjaar 5
Wiederholung Modalverben Präsens und das Adjektiv
November 2023
- Lesson with
33 slides
Duits
Middelbare school
vmbo lwoo, havo, vwo
Leerjaar 4
Grammatik kennistoets 2
February 2022
- Lesson with
20 slides
Duits
Middelbare school
vwo
Leerjaar 4
Oefentoets Kapitel 2 - Lektion 1, 2, 3 + naamvallen
January 2022
- Lesson with
27 slides
Duits
Middelbare school
vwo
Leerjaar 3
H3 - Woche 12- Stunde 1
March 2021
- Lesson with
10 slides
Duits
Middelbare school
mavo, havo, vwo
Leerjaar 3-5
Woche 2 H2 Kap 5 Einstieg und A
January 2024
- Lesson with
49 slides
Duits
Middelbare school
havo, vwo
Leerjaar 2
Das Adjektiv
June 2023
- Lesson with
26 slides
Duits
Middelbare school
havo
Leerjaar 4,5
H3 - Woche 11- Stunde 2
March 2021
- Lesson with
26 slides
Duits
Middelbare school
mavo, havo, vwo
Leerjaar 3-5