Ontdek Meeleeftheater: Hoe maak je een meeleeftheater?

Verhaallijn
Een goede verhaallijn in meeleeftheater heeft een duidelijk begin, midden en einde en laat ruimte voor interactie met het publiek.
1 / 24
next
Slide 1: Slide
DramaMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 2

This lesson contains 24 slides, with interactive quizzes, text slides and 4 videos.

time-iconLesson duration is: 60 min

Items in this lesson

Verhaallijn
Een goede verhaallijn in meeleeftheater heeft een duidelijk begin, midden en einde en laat ruimte voor interactie met het publiek.

Slide 1 - Slide

This item has no instructions

Ontdek Meeleeftheater: Hoe maak je een meeleeftheater?

Slide 2 - Slide

This item has no instructions

Leerdoel
Aan het einde van de les kun je uitleggen wat meeleeftheater is en hoe je het kunt maken. En gaan jullie zelf een meeleeftheater op voeren.

Slide 3 - Slide

This item has no instructions

Wat weet je al over meeleeftheater?

Slide 4 - Mind map

This item has no instructions

Slide 5 - Video

This item has no instructions

Wat is meeleeftheater?
Meeleeftheater is een vorm van theater waarbij het publiek deelneemt aan het verhaal en de personages helpt beslissingen te nemen.

Meeleeftheater, ook wel meespeeltheater genoemd, is clownesk interactief kindertheater. De kinderen hebben hierbij invloed op het verhaal. Niet stil zitten en mond houden, maar meedenken, roepen, dansen en uitbeelden, kortom één groot feest! De Lachende Lama speelt bovendien voor alle aanwezigen. Dat betekent dat we ook grapjes voor de ouders erin stoppen of voor de wat oudere kinderen. Zo is het pas echt leuk voor iedereen.

Slide 6 - Slide

This item has no instructions

Hoe maak je meeleeftheater?
Om meeleeftheater te maken, heb je een verhaallijn, personages en interactieve elementen nodig.

Slide 7 - Slide

This item has no instructions

Slide 8 - Video

This item has no instructions

Personages
Personages in meeleeftheater moeten interessant en goed ontwikkeld zijn. Ze moeten ook flexibel genoeg zijn om interactie met het publiek aan te gaan.

Slide 9 - Slide

This item has no instructions

Interactieve elementen
Interactieve elementen in meeleeftheater kunnen zijn: stemmen van het publiek, fysieke acties, keuzes maken, enz.

Slide 10 - Slide

This item has no instructions

Wat heb je nodig! 
1- Voor wie ga je spelen welke doelgroep?
 script - rol verdeling 
2. kostuums 
3- decor 
4- muziek 
5 - attributen 
6- publiek 

Slide 11 - Slide

This item has no instructions

Slide 12 - Link

This item has no instructions

Slide 13 - Video

This item has no instructions

Tips voor meeleeftheater
1. Zorg voor duidelijke instructies voor het publiek. 2. Houd rekening met de mogelijkheden en beperkingen van de locatie. 3. Oefen interactie met het publiek.

Slide 14 - Slide

This item has no instructions

Slide 15 - Video

This item has no instructions

Video voorbeelden
Bekijk de volgende video's voor inspiratie en voorbeelden van meeleeftheater: [Video 1](link), [Video 2](link), [Video 3](link).

Slide 16 - Slide

This item has no instructions

Stap 1: aankomst en voorstellen


Koen en Pia hebben hun ophaalronde voltooid met een heleboel lawaai en gezelligheid. Ze komen op de plek waar het theater elke dag plaatsvindt en zetten de muziek nog even lekker hard. Samen met de kids gaan ze dansen als opening van het theater en dan kunnen de kinderen gaan zitten. Koen en Pia maken de boel nog even lekker gek door keihard ‘hallo’ te roepen en stellen zichzelf dan voor door middel van hun eigen runn.










Slide 17 - Slide

This item has no instructions

Stap 2: kop
2.Nadat de typetjes zich hebben voorgesteld start de kop van het verhaal. Er is een probleem ontstaan. Koen verveelt zich, is verliefd geworden, is ziek of heeft plotseling heel veel zin in een appel. De ‘problemen’ zijn erg divers en passen in de belevingswereld van de kinderen in het publiek. Wat nu?

Slide 18 - Slide

This item has no instructions

Stap 3: romp
In de romp van het verhaal gaan de typetjes op zoek naar een oplossing. In de romp vindt het ‘echte’ verhaal plaats. Pia gaat Koen helpen met zijn probleem, maar maakt het eigenlijk nog erger zodat Koen boos op haar wordt. Of Pia werkt Koen bijvoorbeeld expres tegen om een grap met hem uit te halen. De typetjes draaien in dit gedeelte om elkaar heen en werken veel met het publiek (vragen, laten meedoen, schreeuwen etc). Interactie met het publiek is erg belangrijk, maar ook improvisatie is een belangrijk onderdeel. De typetjes reageren namelijk veel op het publiek waardoor het theater nog leuker wordt. Uiteindelijk werken ze toe naar de climax van het verhaal.

Slide 19 - Slide

This item has no instructions

Stap 4: staart
In de staart krijgen de typetjes door hoe het verhaal in elkaar steekt. Pia krijgt bijvoorbeeld spijt van haar grap en biedt haar excuses aan. Koen vindt het stiekem toch ook wel grappig en ze worden weer vrienden. In dit deel van het verhaal zit meestal een stukje educatie. De typetjes hebben iets geleerd en delen dat met het publiek zodat zij er ook iets van leren. De twee typetjes gaan in ieder geval altijd vrolijk en als vrienden van het podium af.

Slide 20 - Slide

This item has no instructions

Stap 5: afsluiten
In de afsluiting gaan Pia en Koen nog even samen dansen met de kinderen (en ouders). Nadat iedereen is uitgeraasd wordt het meeleeftheater afgesloten met een vriendschapsdans of een yell. Daarna nemen de typetje vrolijk afscheid,

Slide 21 - Slide

This item has no instructions


Slide 22 - Open question

De leerlingen voeren hier drie dingen in die ze in deze les hebben geleerd. Hiermee geven ze aan wat hun eigen leerrendement van deze les is.
Schrijf 2 dingen op waarover je meer wilt weten.

Slide 23 - Open question

De leerlingen voeren hier twee dingen in waarover ze meer zouden willen weten. Hiermee vergroot je niet alleen betrokkenheid, maar geef je hen ook meer eigenaarschap.
Stel 1 vraag over iets dat je nog niet zo goed hebt begrepen.

Slide 24 - Open question

De leerlingen geven hier (in vraagvorm) aan met welk onderdeel van de stof ze nog moeite. Voor de docent biedt dit niet alleen inzicht in de mate waarin de stof de leerlingen begrijpen/beheersen, maar ook een goed startpunt voor een volgende les.