Les 2 Grammatica

Start geen nieuwe vergadering
Welkom bij het vak Nederlands!
Wat gaan we doen?
● Grammatica
   Redekundig &                 Taalkundig
●  Aan de slag
● Huiswerk 
● Afsluiting
We gaan zo starten: zorg dat je het leesboek voor je hebt.
Leg je spullen (laptop, lesboek, schrift, etui) op tafel.
Telefoon in de telefoontas.
1 / 10
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo k, g, tLeerjaar 3

This lesson contains 10 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

Start geen nieuwe vergadering
Welkom bij het vak Nederlands!
Wat gaan we doen?
● Grammatica
   Redekundig &                 Taalkundig
●  Aan de slag
● Huiswerk 
● Afsluiting
We gaan zo starten: zorg dat je het leesboek voor je hebt.
Leg je spullen (laptop, lesboek, schrift, etui) op tafel.
Telefoon in de telefoontas.

Slide 1 - Slide

Lesdoelen
Je weet wat een werkwoord , lidwoord en zelfstandig naamwoord is.
Je kunt een werkwoord, lidwoord en zelfstandig naamwoord benoemen in een zin.

Je weet wat een bijvoeglijk naamwoord is.
Je weet wat een voorzetsel is. 




 


Slide 2 - Slide

WERKWOORD (WW)
- Een werkwoord zegt wat iets of iemand doet of wat iets of iemand overkomt.
- Je kunt een werkwoord vervoegen. 
Let op! Minimaal 1 werkwoord per zin. 


Slide 3 - Slide

Sleep alle werkwoorden naar 'werkwoorden'
Alles wat geen werkwoord is sleep je naar 'geen werkwoord'.
Werkwoord
Geen werkwoord
huis
goede
verhuizen
heb
zijn
hond
tafel
bloempje
tas
rood
tent
bijzonder
denken
lopen
huilen
moeten
wil
geeft

Slide 4 - Drag question

Wat is een werkwoord?

Slide 5 - Open question

VORIGE LES:  NU NAKIJKEN
Cursus Grammatica.
Vanaf blz. 199
Paragraaf 1, vanaf blz. 200, maak opdracht 2 , 5 & 6
Paragraaf 3, vanaf blz.204, maak opdracht 1 t/m 3 
 




Slide 6 - Slide

VOORZETSEL (VZ)

Voorzetsels zijn woorden die een plaats, tijd of reden/oorzaak aangeven.

Slide 7 - Slide

Sleep de voorzetsels naar het groene vak.
VOORZETSELS
Door
de
drukte
op
straat
botste
de 
vrouw
tegen
iemand
aan

Slide 8 - Drag question

Welke woordsoorten zien we?
  • Het kleine meisje ging met haar lieve hond wandelen in het bos bij Amsterdam. 
  • Tijdens de lange wandeling kwam Sara een mooie rode klaproos tegen.  

timer
5:00

Slide 9 - Slide

AAN DE SLAG
Cursus Grammatica.
Vanaf blz. 199
Paragraaf 5, vanaf blz. 208, maak opdracht 2, 3 & 4
Paragraaf 7, vanaf blz. 212, maak opdracht 1, 3 & 4 
 




Slide 10 - Slide