T3 Maandag 24-03-25

• Duits
• Middelbare school
• vmbo t
• Leerjaar 3

Planning

- Houd je iPad/chromebook nog dicht!

- Herhaling grammatica K3 -> Voorzetsels 3e/4e naamval + Persoonlijke voornaamwoorden.

- Oefenen op itslearning

- Klaar? -> Verder werken aan het leesdossier/K4 

Lesdoel: de leerling past de juiste vorm van het persoonlijk voornaamwoord toe.

Wat weet je nog?

voor mij

bij haar

met jullie

Persoonlijk voornaamwoord

Je ziet dat ook in het Nederlands het persoonlijk voornaamwoord verandert als er een voorzetsel voor staat. 

Met...... voor......van......enz. 

Ik

Jij

Hij

Zij

Het

Wij

Jullie

Zij

U

Mij

Jou

Hem

Haar

Het

ons

Jullie

Hun/Hen

U

Persoonlijk voornaamwoord

1E NAAMVAL

ich

du

er

sie

es

wir

ihr

sie

Sie

Voorzetsels met de 3e naamval.

• aus (uit)
• bei (bij)
• mit (met)
  
• nach (na, naar )
• seit ( sinds )
• von ( van )
• zu ( "naar" personen)

deze geven een 3e naamval aan

Ik ben aan vakantie toe!

Voorzetsels met de 4e naamval

• durch (door)
• für ( bestemd voor, ergens voor zijn
• gegen (tegen)
• ohne (zonder)
• um (om, omheen)

Deze geven een 4e naamval aan

Persoonlijk voornaamwoord

na voorzetsels van de 3e naamval!

 (aus, bei, mit, nach, seit, von,  zu)

ich

du

er

sie

es

wir

ihr

sie

Sie

mir

dir

ihm

ihr

ihm

uns

euch

ihnen

Ihnen

Persoonlijk voornaamwoord

Na voorzetsels van de 4e naamval!

(durch, für, gegen, ohne, um)

ich

du

er

sie

es

wir

ihr

sie

Sie

mich

dich

ihn

sie

es

uns

euch

sie

Sie

Is het duidelijk tot nu toe?

An die Arbeit!

-Open je iPad/chromebook

- Ga naar itslearning

- Ga naar het bestand  ''Oefenen grammatica K3 + K4 ''

- Ga dan naar '' K3: voorzetsels + persoonlijke voornaamwoorden oefening 1''

- Klaar? -> verder met het leesdossier