H4 trema, apostrof, accent

Hoofdstuk 4

trema
apostrof
accent
1 / 12
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolvwoLeerjaar 4

This lesson contains 12 slides, with text slides and 3 videos.

Items in this lesson

Hoofdstuk 4

trema
apostrof
accent

Slide 1 - Slide

Stillezen
Je pakt je leesboek voor je en je gaat stillezen!





timer
10:00

Slide 2 - Slide

Leerdoelen 
  • Ik kan een trema, apostrof en/of accent op de juiste plek in een woord zetten.  

Slide 3 - Slide

taalvoutje
Zie jij de fout?
wat staat er en wat wordt er bedoeld?

Slide 4 - Slide

trema
Een trema gebruik je als er meerdere klinkers naast elkaar staan die samen één klank kunnen zijn, terwijl ze juist niet bedoeld zijn als één klank --> klinkerbotsing

Voorbeelden: ruïne, beïnvloeden, kanoën, vacuüm, diëten

Slide 5 - Slide

Slide 6 - Video

apostrof 

Slide 7 - Slide

Let op:
- Bij woorden op medeklinker + -y komt er een apostrof.
party-party'tje, rally-rally'tje 

maar als er een klinker voor de -y staat komt er geen apostrof
cowboy - cowboytje, smiley-smileytje


Slide 8 - Slide

Slide 9 - Video

accenten
Een accent zorgt ervoor dat je een woord op de juiste manier leest en uitspreekt:
café, hé!, frêle.
In het Nederlands kennen we drie accenttekens, afkomstig uit het Frans:
accent aigu (streepje naar rechts): cliché.
accent grave (streepje naar links): barrière.
accent circonflexe (dakje): crêpe.
Met een accent aigu kun je ook nadruk op een woord leggen:
Deze shampoo is hét middel om van uw roos af te komen!


Slide 10 - Slide

Slide 11 - Video

Opdrachten
Hoofdstuk 4                                                       Huiswerk voor de 
Opdracht 2                                                          volgende les
Opdracht 3
Opdracht 5
Opdracht 6
Opdracht 7
Opdracht 8

Slide 12 - Slide