MHV: de aarde en ik week 6

De Aarde en IK!
Les 6
1 / 36
next
Slide 1: Slide
WereldcampusMiddelbare schoolvmbo, mavo, havo, vwoLeerjaar 1-3

This lesson contains 36 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.

time-iconLesson duration is: 70 min

Items in this lesson

De Aarde en IK!
Les 6

Slide 1 - Slide

This item has no instructions

Startklaar 1

Slide 2 - Slide

This item has no instructions

Telefoon
  • De leerlingen hebben hun telefoon thuis, in de kluis of in het Zakkie
  • Wanneer de leerling toch de telefoon erbij pakt, volgt een eerste waarschuwing
  • De leerling wordt in de gelegenheid gesteld zich te corrigeren en zijn/haar telefoon alsnog in het Zakkie te doen. 
  • Wanneer een leerling geen Zakkie bij zich heeft, dan dient de leerling deze thuis op te halen of een nieuwe te kopen bij de balie (5 euro). 
  • Wanneer een leerling weigert volgt de procedure van “eruit gestuurd”.  
Startklaar 2

Slide 3 - Slide

This item has no instructions

Lesplanning
- Lezen
- Terugblik
- Leerdoelen
- Gevolgen van klimaatverandering
- Opdracht 
- Eindopdracht De Aarde & IK
- Afsluiting

Slide 4 - Slide

3. Leerdoelgericht werken
De docent geeft het onderwerp, RTTI geformuleerde leerdoelen en de lesopbouw aan. De docent weet de leerdoelen goed te laten aansluiten bij de voorkennis en het (taal)niveau van de leerlingen. Gedurende de les wordt continu een terugkoppeling naar de leerdoelen gemaakt om de mate van beheersing te controleren.

LEZEN 10 min
Leesmoment
https://npokennis.nl/longread/7947/moeten-we-allemaal-insecten-gaan-eten
Vragen:
  • Hoe duurzaam is het eten van insecten? Geef 3 redenen
  • Zou jij insecten eten en leg uit waarom.

Slide 5 - Slide

This item has no instructions

CO2 verlagend
CO2 verhogend

Slide 6 - Drag question

This item has no instructions

Wat is biodiversiteit?
A
leefgebied van dieren en planten
B
alle leven op aarde
C
verscheidenheid aan levensvormen binnen een ecosysteem
D
de oceanen en zeeën

Slide 7 - Quiz

This item has no instructions

      Leerdoelen

Lesdoelen:

  • De leerlingen kennen de gevolgen van klimaatverandering voor de gezondheid van mensen

  • De leerlingen kennen de gevolgen van klimaatverandering voor de economie
     
  • De leerlingen kennen de gevolgen van klimaatverandering voor ecosystemen








Slide 8 - Slide

3. Leerdoelgericht werken
De docent geeft het onderwerp, RTTI geformuleerde leerdoelen en de lesopbouw aan. De docent weet de leerdoelen goed te laten aansluiten bij de voorkennis en het (taal)niveau van de leerlingen. Gedurende de les wordt continu een terugkoppeling naar de leerdoelen gemaakt om de mate van beheersing te controleren.

Voorkennis
  •  De leerlingen weten wat klimaatverandering is. 

  • De leerlingen weten wat biodiversiteit.

  • De leerlingen weten wat het ecosysteem is.

Slide 9 - Slide

4. Inclusieve didactiek
De docent past een inclusieve didactiek toe door de interactie, eventueel in de thuistalen, in de klas te stimuleren om tot beter begrip van de lesstof te komen. De docent creëert een contextrijke leeromgeving door actief de culturele achtergronden van leerlingen bij de lesinhoud te betrekken. Hierin is de docent zich bewust van de verschillen in de klas. Door flexibel of heterogeen te differentiëren blijft iedereen bij de les betrokken. Gedurende de les reageert de docent positief en proactief op gedrag en maakt het daarmee makkelijker voor leerlingen om gewenst gedrag te laten zien.

Slide 10 - Video

This item has no instructions

Gevolgen klimaatverandering
1)  Effecten op de gezondheid, bijv. meer verspreiding van ziekten, meer allergieën, minder arbeidsproductie en meer zorgkosten

2) Effecten op de economie, bijv. minder of slechte kwaliteit voedselproductie en minder arbeidsproductie door ziekte 

3) Effecten op ecosystemen, bijv. watertekort en overstromingen en verlies van biodiversiteit.  

Slide 11 - Slide

5. Concrete en herkenbare voorbeelden
De docent maakt gebruik van praktische en concrete voorbeelden die voor leerlingen herkenbaar zijn in hun eigen leefwereld om tot beter begrip te komen. De docent doet hierbij een beroep op dual coding. Door het visuele en het verbale te combineren vergroot de docent de kans dat lesstof beter bij de leerlingen blijft beklijven.

Gezondheidseffecten van klimaatverandering
Klimaatverandering raakt niet alleen het milieu, maar ook de gezondheid van mensen overal ter wereld. 







Het is belangrijk om oplossingen te bedenken om dit te verminderen.

1. Hittegolven
  • Door opwarming van de aarde komen hittegolven vaker voor.
  • Gevolgen: Mensen kunnen uitdrogen of oververhit raken. Vooral ouderen en jonge kinderen lopen extra risico.
2. Luchtvervuiling
  • Bij warm weer blijft luchtvervuiling, zoals smog, langer hangen.
  • Gevolgen: Mensen met astma of andere ademhalingsproblemen hebben hier veel last van.
3. Verspreiding van ziektes
  • Warmer weer en meer regen zorgen ervoor dat insecten zoals muggen zich sneller verspreiden.
  • Gevolgen: Ziekten zoals malaria en dengue kunnen zich uitbreiden naar gebieden waar deze vroeger niet voorkwamen.
4. Voedseltekorten
  • Droogtes en overstromingen maken het moeilijker om genoeg voedsel te verbouwen.
  • Gevolgen: Slechtere voeding kan leiden tot ondervoeding, vooral in armere landen.
5. Psychische gezondheid
  • Mensen die hun huis of werk verliezen door overstromingen of droogte kunnen stress en angst ervaren.
  • Gevolgen: Dit kan leiden tot depressies of andere psychische problemen.

Slide 12 - Slide

This item has no instructions

Wat is een direct gezondheidsprobleem
door een hittegolf?
A
Mensen worden sneller moe
B
Mensen kunnen uitdrogen en oververhit raken
C
Mensen gaan meer sporten

Slide 13 - Quiz

This item has no instructions

Hoe kan luchtvervuiling door klimaatverandering de gezondheid schaden?
A
Het veroorzaakt ademhalingsproblemen zoals astma
B
Het maakt mensen slaperig
C
Het vermindert de kans op verkoudheid

Slide 14 - Quiz

This item has no instructions

Hoe verspreiden ziektes zoals malaria zich sneller door klimaatverandering?
A
Door warmer weer kunnen muggen zich makkelijker voortplanten
B
Door meer overstromingen worden medicijnen weggevaagd
C
Door kou overleven muggen beter

Slide 15 - Quiz

This item has no instructions

De economische impact van klimaatverandering
Klimaatverandering heeft grote invloed op onze economie. Dit betekent dat het veel geld kost en bedrijven, boeren en mensen financieel raakt. 







Het is belangrijk om actie te ondernemen om deze kosten te beperken.

1. Schade aan huizen en gebouwen
  • Overstromingen, stormen en bosbranden veroorzaken veel schade aan huizen, winkels en kantoren.
  • Gevolgen: Mensen en bedrijven moeten veel geld uitgeven om alles te repareren. Verzekeringen worden duurder.
2. Hogere voedselprijzen
  • Door droogtes en overstromingen kunnen boeren minder voedsel verbouwen, zoals graan, groente en fruit.
  • Gevolgen: Er is minder voedsel beschikbaar, waardoor de prijzen omhooggaan. Dit raakt vooral arme mensen.
3. Minder inkomsten uit toerisme
  • Plekken die populair zijn bij toeristen, zoals stranden of skigebieden, worden minder aantrekkelijk door klimaatverandering.
  • Voorbeeld: Stranden kunnen verdwijnen door zeespiegelstijging, en sneeuw verdwijnt in skigebieden.
  • Gevolgen: Toeristen blijven weg, en bedrijven zoals hotels en restaurants verdienen minder.
4. Meer kosten voor de overheid
  • Overheden moeten veel geld uitgeven om steden en dorpen te beschermen tegen klimaatverandering.
  • Voorbeeld: Het bouwen van dijken of het herstellen van infrastructuur na een storm.
  • Gevolgen: Dit kan leiden tot hogere belastingen.
5. Banenverlies
  • Sommige sectoren, zoals landbouw of visserij, worden hard getroffen door klimaatverandering.
  • Gevolgen: Mensen kunnen hun werk verliezen als bedrijven moeten sluiten door droogte, overstromingen of schade.

Slide 16 - Slide

This item has no instructions

Hoe beïnvloedt droogte de economie?
A
Boeren verdienen meer geld
B
De kosten voor water dalen
C
De voedselprijzen stijgen

Slide 17 - Quiz

This item has no instructions

Wat gebeurt er met een stad na een zware storm?
A
Bedrijven verdienen meer geld door de storm
B
Bedrijven en huizen hebben hoge reparatiekosten
C
Alles blijft hetzelfde

Slide 18 - Quiz

This item has no instructions

Waarom worden sommige vakantiebestemmingen minder populair door klimaatverandering?
A
Mensen houden niet meer van reizen
B
Klimaatverandering maakt sommige plekken te heet of gevaarlijk
C
Reizen is te goedkoop

Slide 19 - Quiz

This item has no instructions

Hoe kan klimaatverandering banen kosten?
A
Mensen willen niet meer werken
B
Nieuwe bedrijven worden verboden
C
Winkels sluiten door overstromingen

Slide 20 - Quiz

This item has no instructions

Wat zou je kunnen doen? 
Bedenk bij elk van deze drie gevolgen welke aanpassingen in de sector gedaan kunnen worden. Geef bij elk twee voorbeelden. 

  • Effecten gezondheid
  • Effecten economie
  • Effecten ecosysteem

timer
7:00

Slide 21 - Slide

5. Concrete en herkenbare voorbeelden
De docent maakt gebruik van praktische en concrete voorbeelden die voor leerlingen herkenbaar zijn in hun eigen leefwereld om tot beter begrip te komen. De docent doet hierbij een beroep op dual coding. Door het visuele en het verbale te combineren vergroot de docent de kans dat lesstof beter bij de leerlingen blijft beklijven.

    Begrippen uit deze les
  • klimaatverandering
  • gezondheidseffecten
  • effecten op economie
  • effecten op ecosystemen

Slide 22 - Slide

This item has no instructions

Eindopdracht

Slide 23 - Slide

6. Actieve verwerking
De docent maakt expliciet over hoe de leerstof actief verwerkt dient te worden. Hierbij modelleert de docent eerst en laat daarna de leerlingen actief inoefenen. De ondersteuning wordt geleidelijk afgebouwd. De docent zorgt voor afwisseling in oefentypes en maakt gedurende de les het leren zichtbaar. De docent zet bijvoorbeeld in op hardop denken opdrachten en koppelt daar een geïnformeerde vervolgstap aan.

Eindopdracht
Maak een PowerPoint of een poster! Plaatjes, tekeningen...
 
1 vraag is 1 PowerPoint dia!
1) Schrijf je onderzoeksvraag op over het verminderen van Co2 uitstoot.
2) Bedenk hoe je het thuis gaat oplossen of meten en schrijf op. Wij gaan:...
3) Waarom voer je dit onderzoek uit en waarom is het belangrijk? Schrijf op
4) Wat heb je thuis uitgevoerd? Wat zijn de resultaten? Schrijf op per leerling
5) Wat is jullie conclusie? Schrijf op

Slide 24 - Slide

6. Actieve verwerking
De docent maakt expliciet over hoe de leerstof actief verwerkt dient te worden. Hierbij modelleert de docent eerst en laat daarna de leerlingen actief inoefenen. De ondersteuning wordt geleidelijk afgebouwd. De docent zorgt voor afwisseling in oefentypes en maakt gedurende de les het leren zichtbaar. De docent zet bijvoorbeeld in op hardop denken opdrachten en koppelt daar een geïnformeerde vervolgstap aan.

Eindopdracht
Jullie gaan zelf onderzoek doen!   
Hoe dan?!?!?!? 

1)  Nadenken over het onderwerp
2) Bedenken van onderzoeksvragen en hypothese
3) Bedenken hoe je data gaat verzamelen ("meten")
4) Data/meetgegevens verzamelen en onderzoeken
5) Conclusies schrijven en vragen bij 2) beantwoorden.  

Slide 25 - Slide

6. Actieve verwerking
De docent maakt expliciet over hoe de leerstof actief verwerkt dient te worden. Hierbij modelleert de docent eerst en laat daarna de leerlingen actief inoefenen. De ondersteuning wordt geleidelijk afgebouwd. De docent zorgt voor afwisseling in oefentypes en maakt gedurende de les het leren zichtbaar. De docent zet bijvoorbeeld in op hardop denken opdrachten en koppelt daar een geïnformeerde vervolgstap aan.

Eindopdracht
   1)  Nadenken over het onderwerp

Kies uit: 
- verbruik van gas
- verbruik van water
- verbruik van electriciteit 
- productie van afval 



Slide 26 - Slide

6. Actieve verwerking
De docent maakt expliciet over hoe de leerstof actief verwerkt dient te worden. Hierbij modelleert de docent eerst en laat daarna de leerlingen actief inoefenen. De ondersteuning wordt geleidelijk afgebouwd. De docent zorgt voor afwisseling in oefentypes en maakt gedurende de les het leren zichtbaar. De docent zet bijvoorbeeld in op hardop denken opdrachten en koppelt daar een geïnformeerde vervolgstap aan.

Eindopdracht (verd.)

1)  Nadenken over het onderwerp

Onderwerp heeft te maken met:
  
verbruik van energie thuis  OF productie van afval thuis.



Slide 27 - Slide

6. Actieve verwerking
De docent maakt expliciet over hoe de leerstof actief verwerkt dient te worden. Hierbij modelleert de docent eerst en laat daarna de leerlingen actief inoefenen. De ondersteuning wordt geleidelijk afgebouwd. De docent zorgt voor afwisseling in oefentypes en maakt gedurende de les het leren zichtbaar. De docent zet bijvoorbeeld in op hardop denken opdrachten en koppelt daar een geïnformeerde vervolgstap aan.

Eindopdracht
  2) Bedenken van onderzoeksvragen en hypothese

"Hoeveel glasafval produceren wij 
wekelijks?"
"Hoeveel glasafval brengen wij naar
de glasbak"
"Als we beter scheiden, zal het restafval afnemen met 10%"

Slide 28 - Slide

6. Actieve verwerking
De docent maakt expliciet over hoe de leerstof actief verwerkt dient te worden. Hierbij modelleert de docent eerst en laat daarna de leerlingen actief inoefenen. De ondersteuning wordt geleidelijk afgebouwd. De docent zorgt voor afwisseling in oefentypes en maakt gedurende de les het leren zichtbaar. De docent zet bijvoorbeeld in op hardop denken opdrachten en koppelt daar een geïnformeerde vervolgstap aan.

Eindopdracht
3) Bedenken hoe je data gaat verzamelen ("meten")



Slide 29 - Slide

6. Actieve verwerking
De docent maakt expliciet over hoe de leerstof actief verwerkt dient te worden. Hierbij modelleert de docent eerst en laat daarna de leerlingen actief inoefenen. De ondersteuning wordt geleidelijk afgebouwd. De docent zorgt voor afwisseling in oefentypes en maakt gedurende de les het leren zichtbaar. De docent zet bijvoorbeeld in op hardop denken opdrachten en koppelt daar een geïnformeerde vervolgstap aan.

Eindopdracht

4) Data/meetgegevens verzamelen en onderzoeken

5) Conclusies schrijven en vragen bij 2)  (= onderzoeksvragen en hypothese) beantwoorden.  

Slide 30 - Slide

6. Actieve verwerking
De docent maakt expliciet over hoe de leerstof actief verwerkt dient te worden. Hierbij modelleert de docent eerst en laat daarna de leerlingen actief inoefenen. De ondersteuning wordt geleidelijk afgebouwd. De docent zorgt voor afwisseling in oefentypes en maakt gedurende de les het leren zichtbaar. De docent zet bijvoorbeeld in op hardop denken opdrachten en koppelt daar een geïnformeerde vervolgstap aan.

Eindopdracht
                                               
VOORBEELD 1: 

1) Nadenken over een onderwerp
2) Bedenken van een onderzoeksvraag
3) Bedenken hoe je de onderzoeksvraag kunt meten en onderzoeken
4) Meetgegevens verzamelen en meetgegevens interpreteren
5) Conclusies nemen en onderzoeksvraag beantwoorden.   

Slide 31 - Slide

6. Actieve verwerking
De docent maakt expliciet over hoe de leerstof actief verwerkt dient te worden. Hierbij modelleert de docent eerst en laat daarna de leerlingen actief inoefenen. De ondersteuning wordt geleidelijk afgebouwd. De docent zorgt voor afwisseling in oefentypes en maakt gedurende de les het leren zichtbaar. De docent zet bijvoorbeeld in op hardop denken opdrachten en koppelt daar een geïnformeerde vervolgstap aan.

Eindopdracht
                                               
VOORBEELD 2: 

1) Nadenken over een onderwerp
2) Bedenken van een onderzoeksvraag
3) Bedenken hoe je de onderzoeksvraag kunt meten en onderzoeken
4) Meetgegevens verzamelen en meetgegevens interpreteren
5) Conclusies nemen en onderzoeksvraag beantwoorden.   

Slide 32 - Slide

6. Actieve verwerking
De docent maakt expliciet over hoe de leerstof actief verwerkt dient te worden. Hierbij modelleert de docent eerst en laat daarna de leerlingen actief inoefenen. De ondersteuning wordt geleidelijk afgebouwd. De docent zorgt voor afwisseling in oefentypes en maakt gedurende de les het leren zichtbaar. De docent zet bijvoorbeeld in op hardop denken opdrachten en koppelt daar een geïnformeerde vervolgstap aan.

Huiswerk eindopdracht

1) Denk na over een onderwerp voor je onderzoek dat te maken heeft met

- verbruik van energie thuis  OF 
- productie van afval thuis 

Bedenk dat het geschikt moet zijn om te meten en onderzoeken. 

 

Slide 33 - Slide

6. Actieve verwerking
De docent maakt expliciet over hoe de leerstof actief verwerkt dient te worden. Hierbij modelleert de docent eerst en laat daarna de leerlingen actief inoefenen. De ondersteuning wordt geleidelijk afgebouwd. De docent zorgt voor afwisseling in oefentypes en maakt gedurende de les het leren zichtbaar. De docent zet bijvoorbeeld in op hardop denken opdrachten en koppelt daar een geïnformeerde vervolgstap aan.

Huiswerk eindopdracht
1) Denk na over een onderwerp voor je onderzoek dat te maken heeft met

- verbruik van energie thuis  OF 
- productie van afval 

Uiterlijk ... 2024 via Teams of SOM je naam + klas + onderwerp inleveren. 

Slide 34 - Slide

6. Actieve verwerking
De docent maakt expliciet over hoe de leerstof actief verwerkt dient te worden. Hierbij modelleert de docent eerst en laat daarna de leerlingen actief inoefenen. De ondersteuning wordt geleidelijk afgebouwd. De docent zorgt voor afwisseling in oefentypes en maakt gedurende de les het leren zichtbaar. De docent zet bijvoorbeeld in op hardop denken opdrachten en koppelt daar een geïnformeerde vervolgstap aan.

Afsluiting
- Zijn er nog vragen?

- Wat moet je de volgend keer meenemen:
   werkboekje in werkmap
   
- Rustig je tas inpakken, je plek netjes achterlaten
   Tot volgende week!

Slide 35 - Slide

8. Afsluiting
De docent controleert in de slotfase van de les of de leerdoelen door alle leerlingen behaald zijn en plaatst de les in de context van de betreffende periode. De docent evalueert samen met de leerlingen het leren en het gedrag en blikt vooruit aan de hand van de JdW-planner.

Slide 36 - Link

This item has no instructions