MHV: de aarde en ik week 5

De Aarde en IK!
Les 5 
1 / 36
next
Slide 1: Slide
WereldcampusMiddelbare schoolvmbo, mavo, havo, vwoLeerjaar 1-3

This lesson contains 36 slides, with interactive quizzes, text slides and 3 videos.

time-iconLesson duration is: 70 min

Items in this lesson

De Aarde en IK!
Les 5 

Slide 1 - Slide

This item has no instructions

LEZEN 10 min
Leesmoment
Vragen:
  • Waarom willen Afrikaanse landen weer walvissen jagen?
  • Geef twee redenen waarom dit een slecht idee is. 

Slide 2 - Slide

This item has no instructions

Welke 3 klimaat
scenario's zijn er?

Slide 3 - Mind map

This item has no instructions

      Leerdoelen
Leerdoel:
De leerling weet hoe mensen invloed hebben op klimaatverandering

Lesdoel:
  • De leerlingen kennen de menselijke activiteiten die bijdragen aan de uitstoot van CO2 en methaan.
  • De leerlingen kennen de impact van het versterkte broeikaseffect op ecosystemen en biodiversiteit.
  • De leerlingen kennen maatregelen om de uitstoot van broeikasgassen te verminderen.








Slide 4 - Slide

3. Leerdoelgericht werken
De docent geeft het onderwerp, RTTI geformuleerde leerdoelen en de lesopbouw aan. De docent weet de leerdoelen goed te laten aansluiten bij de voorkennis en het (taal)niveau van de leerlingen. Gedurende de les wordt continu een terugkoppeling naar de leerdoelen gemaakt om de mate van beheersing te controleren.

Voorkennis
  • De leerlingen weten dat het klimaat verandert.

  • De leerlingen weten wat fossiele brandstoffen zijn.

  • De leerlingen weten wat broeikasgassen zijn.

Slide 5 - Slide

4. Inclusieve didactiek
De docent past een inclusieve didactiek toe door de interactie, eventueel in de thuistalen, in de klas te stimuleren om tot beter begrip van de lesstof te komen. De docent creëert een contextrijke leeromgeving door actief de culturele achtergronden van leerlingen bij de lesinhoud te betrekken. Hierin is de docent zich bewust van de verschillen in de klas. Door flexibel of heterogeen te differentiëren blijft iedereen bij de les betrokken. Gedurende de les reageert de docent positief en proactief op gedrag en maakt het daarmee makkelijker voor leerlingen om gewenst gedrag te laten zien.

We horen veel over co2...
Checklist:
  • Dual Coding (woord en beeld combineren)
  • Herkenbare voorbeelden gerelateerd aan de leefwereld van de leerlingen

Slide 6 - Slide

5. Concrete en herkenbare voorbeelden
De docent maakt gebruik van praktische en concrete voorbeelden die voor leerlingen herkenbaar zijn in hun eigen leefwereld om tot beter begrip te komen. De docent doet hierbij een beroep op dual coding. Door het visuele en het verbale te combineren vergroot de docent de kans dat lesstof beter bij de leerlingen blijft beklijven.

Slide 7 - Video

This item has no instructions

Slide 8 - Video

This item has no instructions

 CO2-koolstofdioxide
  • CO2, ook wel koolstofdioxide genoemd, is een gas dat in de lucht zit.
  • Het komt vrij wanneer we dingen verbranden, zoals hout, olie, gas of steenkool. 
  • Mensen en dieren ademen ook CO2 uit als ze ademhalen.
  • Planten hebben CO2 nodig om te groeien. Ze halen CO2 uit de lucht en maken er zuurstof van, wat wij weer nodig hebben om te ademen.
  • Te veel CO2 in de lucht zorgt ervoor dat de aarde warmer wordt. Dit heet klimaatverandering. Dit komt doordat we veel CO2 uitstoten met fabrieken, auto’s en vliegtuigen.




CO2 is een normaal gas in de lucht, maar te veel ervan is slecht voor het klimaat.

Slide 9 - Slide

5. Concrete en herkenbare voorbeelden
De docent maakt gebruik van praktische en concrete voorbeelden die voor leerlingen herkenbaar zijn in hun eigen leefwereld om tot beter begrip te komen. De docent doet hierbij een beroep op dual coding. Door het visuele en het verbale te combineren vergroot de docent de kans dat lesstof beter bij de leerlingen blijft beklijven.

CO2-koolstofdioxide
  • Broeikasgas dat de aarde opwarmt
  • 35% meer uitstoot dan voor de industriële revolutie 
  • Onze energieverbruik is de grootste oorzaak

Checklist:
  • Dual Coding (woord en beeld combineren)
  • Herkenbare voorbeelden gerelateerd aan de leefwereld van de leerlingen

Slide 10 - Slide

5. Concrete en herkenbare voorbeelden
De docent maakt gebruik van praktische en concrete voorbeelden die voor leerlingen herkenbaar zijn in hun eigen leefwereld om tot beter begrip te komen. De docent doet hierbij een beroep op dual coding. Door het visuele en het verbale te combineren vergroot de docent de kans dat lesstof beter bij de leerlingen blijft beklijven.

Wat veroorzaakt CO2 en methaan-uitstoot?
CO2 (koolstofdioxide) en methaan zijn gassen die in de lucht komen door menselijke activiteiten. Deze gassen zorgen ervoor dat de aarde opwarmt, wat klimaatverandering veroorzaakt.

Enkele activiteiten die bijdragen aan deze uitstoot zijn:

  1. Auto’s en vliegtuigen: Ze verbranden benzine of kerosine, wat veel CO2 uitstoot.
  2. Fabrieken en energiecentrales: Ze gebruiken steenkool, olie of gas om elektriciteit te maken.
  3. Veehouderij: Koeien en schapen boeren en laten winden, waardoor methaan vrijkomt.
  4. Afvalverbranding: Bij het verbranden van afval komt CO2 vrij.
  5. Ontbossing: Bomen halen CO2 uit de lucht. Als we bomen kappen, blijft er meer CO2 in de lucht.

Slide 11 - Slide

This item has no instructions

Welke van deze energiebronnen zijn duurzaam, en welke zijn fossiele brandstoffen?
Duurzame energie.
Fossiele brandstoffen.

Slide 12 - Drag question

Duurzaam = goed voor de aarde
Herken de vervuiler? 
Ik ben een vervuiler
Ik ben geen vervuiler
Dieselauto tanken.
Elektrische auto opladen.
Een banaan eten die uit een ander land komt.
Plastic afval verbranden.
Een gebouw renoveren en opnieuw gebruiken.
Plastic afval recyclen.
Bomen kappen voor een nieuw gebouw.
Een appel eten uit de supermarkt.

Slide 13 - Drag question

This item has no instructions

De gevolgen van te veel CO2 (koolstofdioxide) in de lucht zijn groot, 
omdat het bijdraagt aan klimaatverandering. 
1. De aarde wordt warmer (opwarming van de aarde)
  • Te veel CO2 zorgt ervoor dat warmte van de zon vast blijft zitten in de lucht, zoals een deken om de aarde.
  • Dit maakt het overal op de wereld warmer, wat gevolgen heeft voor het weer.
2. Het weer wordt extremer
  • Meer hittegolven: Dagen met extreem hoge temperaturen.
  • Meer en zwaardere stormen en orkanen.
  • Droogte: Sommige gebieden krijgen veel minder regen, waardoor planten en dieren moeite hebben om te overleven.
  • Overstromingen: Andere gebieden krijgen juist te veel regen, of smeltende ijskappen zorgen voor meer water in de rivieren.
3. De zeespiegel stijgt
  • Door de warmte smelten de ijskappen en gletsjers. Dit water komt in de zee terecht.
  • Dit zorgt ervoor dat de zeespiegel stijgt, waardoor laaggelegen gebieden (zoals Nederland) kunnen overstromen.

4. De natuur verandert
  • Dieren en planten kunnen moeite hebben om zich aan te passen aan de warmte.
  • Sommige dieren, zoals ijsberen, verliezen hun leefgebied door smeltend ijs.
  • Koraalriffen sterven af door warmere oceanen.
5. Het heeft invloed op mensen
  • Gezondheid: Hittegolven en luchtvervuiling door CO2 kunnen slecht zijn voor je gezondheid.
  • Voedselproblemen: Door droogte kunnen boeren minder voedsel verbouwen.
  • Wonen: Mensen in gebieden met veel overstromingen of droogte moeten hun huizen verlaten.

Slide 14 - Slide

This item has no instructions

Slide 15 - Video

This item has no instructions

Wat is het broeikaseffect?
A
de electriciteit
B
het minder goed weg kunnen van de warmte van de zon
C
de warmte van de stralen van de zon
D
opgewekte energie

Slide 16 - Quiz

This item has no instructions

Wat zou je kunnen doen? 
Bedenk bij elk van deze drie begrippen hoe dit een deel van de oplossing zou kunnen zijn. Geef bij elk twee voorbeelden. 
  • Vervoer
  • Voeding
  • Kleding

Checklist:
  • Dual Coding (woord en beeld combineren)
  • Herkenbare voorbeelden gerelateerd aan de leefwereld van de leerlingen
timer
7:00

Slide 17 - Slide

5. Concrete en herkenbare voorbeelden
De docent maakt gebruik van praktische en concrete voorbeelden die voor leerlingen herkenbaar zijn in hun eigen leefwereld om tot beter begrip te komen. De docent doet hierbij een beroep op dual coding. Door het visuele en het verbale te combineren vergroot de docent de kans dat lesstof beter bij de leerlingen blijft beklijven.

    Begrippen uit deze les
  •  Broeikaseffect
  • Fossiele brandstoffen
  • Ecosystemen
  • Klimaat maatregelen

Slide 18 - Slide

This item has no instructions

Wat doe jij nu tegen
klimaatverandering?

Slide 19 - Mind map

This item has no instructions

Meer klimaat problemen
Ga naar deze site: https://deduurzameadviseurs.nl/co2-uitstoot-gevolgen/

Kies één van de 7 klimaat gevolgen en beschrijf dit in eigen woorden. (tussen de 50 en 100) 

Slide 20 - Slide

6. Actieve verwerking
De docent maakt expliciet over hoe de leerstof actief verwerkt dient te worden. Hierbij modelleert de docent eerst en laat daarna de leerlingen actief inoefenen. De ondersteuning wordt geleidelijk afgebouwd. De docent zorgt voor afwisseling in oefentypes en maakt gedurende de les het leren zichtbaar. De docent zet bijvoorbeeld in op hardop denken opdrachten en koppelt daar een geïnformeerde vervolgstap aan.

Actualiteit
Checklist:
  • Dual Coding (woord en beeld combineren)
  • Herkenbare voorbeelden gerelateerd aan de leefwereld van de leerlingen

Slide 21 - Slide

5. Concrete en herkenbare voorbeelden
De docent maakt gebruik van praktische en concrete voorbeelden die voor leerlingen herkenbaar zijn in hun eigen leefwereld om tot beter begrip te komen. De docent doet hierbij een beroep op dual coding. Door het visuele en het verbale te combineren vergroot de docent de kans dat lesstof beter bij de leerlingen blijft beklijven.

Eindopdracht
Jullie gaan zelf onderzoek doen over jullie bijdrage aan het verminderen van Co2 uitstoot 
Hoe dan?!?!?!? 
1)  Nadenken over het onderwerp
2) Bedenken van onderzoeksvragen en hypothese
3) Bedenken hoe je data gaat verzamelen ("meten")
4) Data/meetgegevens verzamelen en onderzoeken
5) Conclusies schrijven en vragen bij 2) beantwoorden.  

Slide 22 - Slide

6. Actieve verwerking
De docent maakt expliciet over hoe de leerstof actief verwerkt dient te worden. Hierbij modelleert de docent eerst en laat daarna de leerlingen actief inoefenen. De ondersteuning wordt geleidelijk afgebouwd. De docent zorgt voor afwisseling in oefentypes en maakt gedurende de les het leren zichtbaar. De docent zet bijvoorbeeld in op hardop denken opdrachten en koppelt daar een geïnformeerde vervolgstap aan.

Eindopdracht
Mail naar mij de namen van jullie groepje en jullie onderwerp! c.moerland@johandewittscholengroep.nl

Maak groepjes en verzin alvast een onderwerp. Bijvoorbeeld...
-minder douchen
-verwarming minder warm of vaak aan
-Minder stroom gebruiken
-Minder afval gebruiken

Slide 23 - Slide

6. Actieve verwerking
De docent maakt expliciet over hoe de leerstof actief verwerkt dient te worden. Hierbij modelleert de docent eerst en laat daarna de leerlingen actief inoefenen. De ondersteuning wordt geleidelijk afgebouwd. De docent zorgt voor afwisseling in oefentypes en maakt gedurende de les het leren zichtbaar. De docent zet bijvoorbeeld in op hardop denken opdrachten en koppelt daar een geïnformeerde vervolgstap aan.

Eindopdracht
Maak een PowerPoint of een poster! Plaatjes, tekeningen...
 
1 vraag is 1 PowerPoint dia!
1) Schrijf je onderzoeksvraag op over het verminderen van Co2 uitstoot.
2) Bedenk hoe je het thuis gaat oplossen of meten en schrijf op. Wij gaan:...
3) Waarom voer je dit onderzoek uit en waarom is het belangrijk? Schrijf op
4) Wat heb je thuis uitgevoerd? Wat zijn de resultaten? Schrijf op per leerling
5) Wat is jullie conclusie? Schrijf op

Slide 24 - Slide

6. Actieve verwerking
De docent maakt expliciet over hoe de leerstof actief verwerkt dient te worden. Hierbij modelleert de docent eerst en laat daarna de leerlingen actief inoefenen. De ondersteuning wordt geleidelijk afgebouwd. De docent zorgt voor afwisseling in oefentypes en maakt gedurende de les het leren zichtbaar. De docent zet bijvoorbeeld in op hardop denken opdrachten en koppelt daar een geïnformeerde vervolgstap aan.

Eindopdracht
   1)  Nadenken over het onderwerp

Kies uit: 
- verbruik van gas
- verbruik van water
- verbruik van electriciteit 
- productie van afval 



Slide 25 - Slide

6. Actieve verwerking
De docent maakt expliciet over hoe de leerstof actief verwerkt dient te worden. Hierbij modelleert de docent eerst en laat daarna de leerlingen actief inoefenen. De ondersteuning wordt geleidelijk afgebouwd. De docent zorgt voor afwisseling in oefentypes en maakt gedurende de les het leren zichtbaar. De docent zet bijvoorbeeld in op hardop denken opdrachten en koppelt daar een geïnformeerde vervolgstap aan.

Eindopdracht (verd.)

1)  Nadenken over het onderwerp

Onderwerp heeft te maken met:
  
verbruik van energie thuis  OF productie van afval thuis.



Slide 26 - Slide

6. Actieve verwerking
De docent maakt expliciet over hoe de leerstof actief verwerkt dient te worden. Hierbij modelleert de docent eerst en laat daarna de leerlingen actief inoefenen. De ondersteuning wordt geleidelijk afgebouwd. De docent zorgt voor afwisseling in oefentypes en maakt gedurende de les het leren zichtbaar. De docent zet bijvoorbeeld in op hardop denken opdrachten en koppelt daar een geïnformeerde vervolgstap aan.

Eindopdracht
  2) Bedenken van onderzoeksvragen en hypothese

"Hoeveel glasafval produceren wij 
wekelijks?"
"Hoeveel glasafval brengen wij naar
de glasbak"
"Als we beter scheiden, zal het restafval afnemen met 10%"

Slide 27 - Slide

6. Actieve verwerking
De docent maakt expliciet over hoe de leerstof actief verwerkt dient te worden. Hierbij modelleert de docent eerst en laat daarna de leerlingen actief inoefenen. De ondersteuning wordt geleidelijk afgebouwd. De docent zorgt voor afwisseling in oefentypes en maakt gedurende de les het leren zichtbaar. De docent zet bijvoorbeeld in op hardop denken opdrachten en koppelt daar een geïnformeerde vervolgstap aan.

Eindopdracht
3) Bedenken hoe je data gaat verzamelen ("meten")



Slide 28 - Slide

6. Actieve verwerking
De docent maakt expliciet over hoe de leerstof actief verwerkt dient te worden. Hierbij modelleert de docent eerst en laat daarna de leerlingen actief inoefenen. De ondersteuning wordt geleidelijk afgebouwd. De docent zorgt voor afwisseling in oefentypes en maakt gedurende de les het leren zichtbaar. De docent zet bijvoorbeeld in op hardop denken opdrachten en koppelt daar een geïnformeerde vervolgstap aan.

Eindopdracht

4) Data/meetgegevens verzamelen en onderzoeken

5) Conclusies schrijven en vragen bij 2)  (= onderzoeksvragen en hypothese) beantwoorden.  

Slide 29 - Slide

6. Actieve verwerking
De docent maakt expliciet over hoe de leerstof actief verwerkt dient te worden. Hierbij modelleert de docent eerst en laat daarna de leerlingen actief inoefenen. De ondersteuning wordt geleidelijk afgebouwd. De docent zorgt voor afwisseling in oefentypes en maakt gedurende de les het leren zichtbaar. De docent zet bijvoorbeeld in op hardop denken opdrachten en koppelt daar een geïnformeerde vervolgstap aan.

Eindopdracht
                                               
VOORBEELD 1: 

1) Nadenken over een onderwerp
2) Bedenken van een onderzoeksvraag
3) Bedenken hoe je de onderzoeksvraag kunt meten en onderzoeken
4) Meetgegevens verzamelen en meetgegevens interpreteren
5) Conclusies nemen en onderzoeksvraag beantwoorden.   

Slide 30 - Slide

6. Actieve verwerking
De docent maakt expliciet over hoe de leerstof actief verwerkt dient te worden. Hierbij modelleert de docent eerst en laat daarna de leerlingen actief inoefenen. De ondersteuning wordt geleidelijk afgebouwd. De docent zorgt voor afwisseling in oefentypes en maakt gedurende de les het leren zichtbaar. De docent zet bijvoorbeeld in op hardop denken opdrachten en koppelt daar een geïnformeerde vervolgstap aan.

Eindopdracht
                                               
VOORBEELD 2: 

1) Nadenken over een onderwerp
2) Bedenken van een onderzoeksvraag
3) Bedenken hoe je de onderzoeksvraag kunt meten en onderzoeken
4) Meetgegevens verzamelen en meetgegevens interpreteren
5) Conclusies nemen en onderzoeksvraag beantwoorden.   

Slide 31 - Slide

6. Actieve verwerking
De docent maakt expliciet over hoe de leerstof actief verwerkt dient te worden. Hierbij modelleert de docent eerst en laat daarna de leerlingen actief inoefenen. De ondersteuning wordt geleidelijk afgebouwd. De docent zorgt voor afwisseling in oefentypes en maakt gedurende de les het leren zichtbaar. De docent zet bijvoorbeeld in op hardop denken opdrachten en koppelt daar een geïnformeerde vervolgstap aan.

Huiswerk eindopdracht

1) Denk na over een onderwerp voor je onderzoek dat te maken heeft met

- verbruik van energie thuis  OF 
- productie van afval thuis 

Bedenk dat het geschikt moet zijn om te meten en onderzoeken. 

 

Slide 32 - Slide

6. Actieve verwerking
De docent maakt expliciet over hoe de leerstof actief verwerkt dient te worden. Hierbij modelleert de docent eerst en laat daarna de leerlingen actief inoefenen. De ondersteuning wordt geleidelijk afgebouwd. De docent zorgt voor afwisseling in oefentypes en maakt gedurende de les het leren zichtbaar. De docent zet bijvoorbeeld in op hardop denken opdrachten en koppelt daar een geïnformeerde vervolgstap aan.

Huiswerk eindopdracht
1) Denk na over een onderwerp voor je onderzoek dat te maken heeft met

- verbruik van energie thuis  OF 
- productie van afval 

Uiterlijk ... 2024 via Teams of SOM je naam + klas + onderwerp inleveren. 

Slide 33 - Slide

6. Actieve verwerking
De docent maakt expliciet over hoe de leerstof actief verwerkt dient te worden. Hierbij modelleert de docent eerst en laat daarna de leerlingen actief inoefenen. De ondersteuning wordt geleidelijk afgebouwd. De docent zorgt voor afwisseling in oefentypes en maakt gedurende de les het leren zichtbaar. De docent zet bijvoorbeeld in op hardop denken opdrachten en koppelt daar een geïnformeerde vervolgstap aan.

Afsluiting
Checklist:
  • Zijn de leerdoelen behaald?
  • Les in context plaatsen van de periode 
  • Het leren en het gedrag samen evalueren
  • Vooruitblikken adhv JdW-planner  

Slide 34 - Slide

8. Afsluiting
De docent controleert in de slotfase van de les of de leerdoelen door alle leerlingen behaald zijn en plaatst de les in de context van de betreffende periode. De docent evalueert samen met de leerlingen het leren en het gedrag en blikt vooruit aan de hand van de JdW-planner.

Exit ticket

Slide 35 - Open question

This item has no instructions

Slide 36 - Link

This item has no instructions