Voeding en vertering les 2 -BB

Voeding en vertering 
les 2
1 / 18
next
Slide 1: Slide
Biologie / VerzorgingMiddelbare schoolvmbo bLeerjaar 2

This lesson contains 18 slides, with interactive quiz and text slides.

Items in this lesson

Voeding en vertering 
les 2

Slide 1 - Slide

Vandaag
  • Aanwezigheidscheck
  • Vorige les (basisstof 1)
  • Blauwe woorden
  • Zelf aan de slag met basisstof 1 + woorden
  • Nabespreken en afronden 

Slide 2 - Slide

Thema 2
Voeding en vertering
Start vanaf bladzijde 58

We gaan basisstof 1 t/m 6 doen
Kader ook basisstof 7

Je krijgt:
1 SO over basisstof 1 t/m 4
1 Praktische opdracht
1 Eindtoets (gehele hoofdstuk)

Slide 3 - Slide

Leerdoelen
Basisstof 1 & 2
2.1.1. Je kunt de functies van voedingsstoffen noemen

2.2.2 Je kunt de zes groepen voedingsstoffen noemen met hun functies

Slide 4 - Slide

Vorige week
Opdracht
Schrijf alle blauwe woorden op die je tijdens de presentatie ziet
Je krijgt hiervoor een blaadje

De volgende woorden heb je opgeschreven in je boekje:
- plantaardige voedingsmiddelen                   - bouwstoffen
- dierlijke voedingsmiddelen                             - brandstoffen
- voedingsstoffen                                                   - beschermende stoffen
- reservestoffen

Slide 5 - Slide

Brandstoffen
Je hebt brandstoffen nodig voor energie!

Bewegen
Je lichaam op temperatuur houden

Voedingsmiddelen bevatten brandstoffen
die je kunt 'verbranden' tot energie.

Voedingsmiddelen met veel brandstoffen zijn bijvoorbeeld: Pasta, brood en aardappelen

Slide 6 - Slide

Bouwstoffen
Je hebt bouwstoffen nodig voor groei en herstel. 
Ook voor het vervangen van oude cellen.


Voedingsmiddelen met veel bouwstoffen zijn
vlees, melk- en zuivelproducten, noten, groente en fruit.


Slide 7 - Slide

Reservestoffen
Je hebt reservestoffen nodig voor later. Je hebt namelijk niet altijd meteen nodig.

Je lichaam slaat het op in de vorm van vet.


Als je veel energierijke voedingsmiddelen eet en dit niet verbrand worden de brandstoffen opgeslagen in de vorm van vet.



Slide 8 - Slide

Beschermende stoffen
Je hebt beschermende stoffen nodig om gezond te blijven

Bij een tekort aan beschermende stoffen wordt je snel ziek.

Beschermende stoffen zitten veel in groente en fruit.


Slide 9 - Slide

Wat ga je doen?
  • Maak van basisstof 1: opdracht 1 - 2 - 5 - 6  (vanaf blz. 61)

  • Zoek van andere woorden de betekenis op en schrijf deze erachter in het boekje

  • Maak je knip- en plak opdracht af (voedingsmiddelen)



Slide 10 - Slide

Basisstof 2
2.2.2 Je kunt de zes groepen voedingsstoffen noemen met hun functies

Slide 11 - Slide

6 verschillende voedingsstoffen
De zes verschillende voedingsstoffen zijn:

1. koolhydraten
2. vetten
3. eiwitten
4. mineralen
5. vitaminen
6. water

Slide 12 - Slide

Eiwitten
  • Bouwstof
  • Soms is het ook een brandstof
  • Komt veel voor in dierlijke producten

Slide 13 - Slide

Koolhydraten 
  • Brandstof
  • Kan ook bouwstof en reservestof zijn
  • Zetmeel en suiker zijn koolhydraten
  • Komt veel voor in tarwe- producten,
rijst, een aardappelen

Slide 14 - Slide

Vetten
  • Reservestof
  • Kan ook ene brandstof en bouwstof zijn.

Onverzadigde = Oké 
Verzadigde = Verkeerd

Verzadigde vetten zijn vaak 
vaste vetten.

Slide 15 - Slide

Water
  • Bouwstof
  • Je lichaam bestaat voor 60% uit water
  • ongeveer 1,5 liter per dag nodig
  • Belangrijke bouwstof die veel in groente, 
fruit en dranken zit.

Slide 16 - Slide

Mineralen en vitaminen
  • Beschermende stoffen
  • Bouwstoffen (met name mineralen)


  • vitamines komen veel voor in groente & fruit
  • Mineralen komen veel voor in vis, kaas, eieren en melkproducten .

Voorbeelden van mineralen zijn: Calcium, Fluor en natrium (zout).

Slide 17 - Slide

Voedingsstof
Voedingsmiddel
Broccoli
Mandarijn
Eiwit
Vet
Cola
Vitamine
Mineralen
Koffie
Brood
Kipfilet
Koolhydraat
Water
Yoghurt
Kaas

Slide 18 - Drag question