Soms weten we niet meer of een 'de-woord' mannelijk of vrouwelijk is. In zo'n geval is verwijzen met 'haar' en 'zijn' goed.
Defiets staat in de stalling. Zijn/haar stuur is erg groot.
Dit kun je voorkomen door de zin te veranderen:
Het stuur van die fiets is erg groot.
Ook kun je in zo'n geval verwijzen met bijvoorbeeld 'deze' of 'die':
Er is een nieuwe mummie gevonden in Egypte. Die is waarschijnlijk 500 jaar oud.
(gebruik 'die' i.p.v. 'hij' of 'zij')