h6 zuren en basen

1 / 20
next
Slide 1: Slide
ScheikundeMiddelbare schoolvmbo gLeerjaar 4

This lesson contains 20 slides, with text slides and 1 video.

Items in this lesson

Slide 1 - Slide

zuren en basen
4 Tl

Slide 2 - Slide

pH meten = "zuurgraad" weten
  • kan alleen in  oplossingen 
  • zure stoffen:  je meet aantal H+ ionen
  • basische stoffen:  hoeveel H+ ionen er kunnen worden opgenomen(meestal het aantal OH- ionen)
  • pH 7 = neutraal

Slide 3 - Slide

eigenschappen zuren= moleculaire stof
pH < 7
  • bevat waterstof atomen (formule van zuur begint met H atoom)
  • Smaken zuur (maar proeven mag bij Scheikunde  niet)
  • Ze reageren met basische stoffen (dat noem je neutraliseren)
  • kleuren blauw lakmoes rood (rood blijft rood)
  • Sterke zuren kunnen ontkalken en onedele metalen aantasten
  • (sterke zuren maken bacterie groei onmogelijk)
  • zure oplossingen geleiden stroom
  • bij elektolyse van zure oplossing onstaat H2 gas aan negatieve elektrode


Slide 4 - Slide

basen/basische stoffen
pH 7>14 
  • tasten de huid aan
  • kan  H+ ionen opnemen 
  • Smaken zeepachtig (niet proeven!)
  • Kunnen vet verwijderen 
  • reageren met zure stoffen (=neutraliseren)
  • basische oplossingen geleiden stroom
  • kleuren rood lakmoes blauw (blauw blijft blauw)



Slide 5 - Slide

pH huidneutraal
  • pH huidneutraal = +/- 5,5
  • huid is lichtzuur = barriere tegen bacterie
  • producten met te hoge of te lage pH waarde veroorzaken huid irritaties 

Slide 6 - Slide

logaritmische schaal
  • pH waardes werken met een logaritmische schaal. 
  • Een verschil van 1 pH = 101 = 10 x zo zuur of basisch
  • 2 pH = 102 = 10 x 10= 100 x zo zuur of basisch
  • 3 pH =103 = 10 x 10 x 10 = 1000 x zo zuur of basisch



Slide 7 - Slide

pas op met neutraliseren !
  • neutraliseren = zuur + base
  • H+ + OH---> H2O
  • (behalve bij ammonia dan geldt NH3 + H+ --> NH4+)
  • dus richting pH 7 brengen
  • maar: er kunnen schadelijke stoffen ontstaan
  • dus nooit zomaar mengen

Slide 8 - Slide

indicatoren: tonen aan of bepaalde stof aanwezig is
pH indicatoren  die je moet kennen zijn:
  • rode koolsap (rood bij zuur, paars neutraal, groen/geel bij base)
  • rood lakmoes (= rood bij zuur of neutraal, blauw bij base)
  • blauw lakmoes(= blauw bij base of neutraal, rood bij zuur)
  • universeel indicator papier 
  • fenolftaleine (kleurloos bij zuur--> paars bij base)

Slide 9 - Slide

Rodekoolsap

Slide 10 - Slide

Slide 11 - Video

Drie sterke zuren oplossen
  • zoutzuur=oplosing van waterstofchloride HCl(g):  
                      HCl(g)   -->     H+(aq) + Cl-(aq)
  • salpeterzuur-oplossing = waterstofnitraat HNO3(l) oplossen:   HNO3(l)  -->   H+ (aq) + NO3-(aq)
  • zwavelzuur-oplossing = waterstofsulfaat H2SO4 oplossen
                       H2SO4 (l) -->   2 H+ (aq) + SO42-(aq)
  • de negatieve ionen noemen we de zuurrestionen

Slide 12 - Slide

Drie zwakke zuren
  • koolzuur: H2CO3(aq) instabiel dus
    H2CO3(aq)-->H2O(l) + CO2(g)
  • azijnzuur: CH3COOH (aq)
  • fosforzuur: H3PO4 (aq)



Slide 13 - Slide


Slide 14 - Slide


Slide 15 - Slide

noteren oplossen zuur en basen
  • oplossen van waterstofchloride--> zoutzuur


  • oplossen van natriumhydroxide in water 
HCl(g)H+(aq)+Cl(aq)
NaOH(s)Na+(aq)+OH(aq)

Slide 16 - Slide

bij een zuur base reactie noteer je alleen de deeltjes die meedoen aan de reactie de rest = tribune ion

Slide 17 - Slide

etsen: onedelmetaal + zuur reageert er ontstaat explosief waterstof gas
  • onedele metalen geven makkelijk hun buitenste elektronen af 
  • H+ionen nemen graag elektronen op
  • onedelmetaal + zuur --> metaalion + H2(g)
  • b.v. etsen van koper bij printplaat
    Cu(s) +2H+(aq)--> Cu2+(aq)+ H2(g)

Slide 18 - Slide

bij titratie moet je altijd een verhoudingstabel maken

Slide 19 - Slide

Luchtvervuiling

Door de verbranding van fossiele brandstoffen krijg je uitstoot van zwaveldioxide en stikstofoxiden.


Hierdoor ontstaat er zwavelzuur en saltpeterzuur door contact met waterdamp en zuurstof. Het gevolg is zure regen.


Regen even zuur als azijn...

Slide 20 - Slide