This lesson contains 29 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.
Items in this lesson
Zuren en Basen
Slide 1 - Slide
Herhaling 10.1 en 10.2: je leerde
hoe je aangeeft hoe zuur een stof is.
hoe je meet hoe zuur een stof is.
het verband tussen de pH-waarde en de concentratie zuur of base.
verschillende zuren en basen en hun oplossing.
zuren en basen herkennen.
Slide 2 - Slide
Eigenschappen zuren = moleculaire stof
smaken zuur
reageren met basische stoffen (= neutraliseren)
kleuren blauw lakmoes rood (rood blijft rood)
sterke zuren ontkalken, tasten onedele metalen aan en maken bacterie groei onmogelijk
zure oplossingen geleiden stroom, bij elektrolyse ontstaat H2 gas aan negatieve elektrode
de pH is lager dan 7
(formule van zuur begint met H atoom)
Slide 3 - Slide
Je las net dat zure oplossingen stroom geleiden. Bij elektrolyse ontstaat H2 gas aan de negatieve elektrode. Waarom ontstaat dit bij de negatieve elektrode en niet bij de positieve elektrode?
Slide 4 - Open question
Slide 5 - Slide
Eigenschappen basen/basische stoffen
tasten de huid aan
kan H+ ionen opnemen
smaken zeepachtig
kunnen vet verwijderen
reageren met zure stoffen (=neutraliseren)
basische oplossingen geleiden stroom
kleuren roodlakmoes blauw (blauw blijft blauw)
pH lager hoger dan 7
Slide 6 - Slide
Slide 7 - Slide
pH meten = "zuurgraad" weten
zure oplossing: hoeveel H+ ionen kunnen worden afgestaan.
basische oplossing: hoeveel H+ ionen er kunnen worden opgenomen.
pH 7 = neutraal
pH 0 < 7 = zuur
pH 7>14
Slide 8 - Slide
pH huidneutraal
huid is licht zuur (huidvet = talg zorgt voor een barrière tegen bacteriën)
pH huidneutraal = +/- 5,5
producten met te hoge of te lage pH waarde veroorzaken huid irritaties
Slide 9 - Slide
Rodekoolsap als indicator zie video
Slide 10 - Slide
Slide 11 - Video
Welke andere indicatoren ken je? En in welke tabel van Binas kan je dit vinden?
Slide 12 - Open question
indicatoren: tonen aan of bepaalde stof aanwezig is Binas tabel 36