Het verband tijdsvolgorde geeft aan dat dingen in een bepaalde volgorde gebeuren. Bij dit verband is de volgorde dus wél belangrijk.
Dit verband herken je bijvoorbeeld aan deze signaalwoorden:
vroeger, later, nu, eerst, daarna, vervolgens, nadat, terwijl, dadelijk, intussen
Eerst leg je het speelbord op tafel. Vervolgens deel je de andere materialen uit. Daarna bepaal je wie er begint.