Hoofdzin en bijzin

Nederlands Grammatica zinsdelen
Hoofdzin en bijzin
1 / 22
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 3

This lesson contains 22 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

Nederlands Grammatica zinsdelen
Hoofdzin en bijzin

Slide 1 - Slide

This item has no instructions

timer
15:00

Slide 2 - Slide

This item has no instructions

Samengestelde / enkelvoudige zinnen 

Grammatica zinsdelen

Leerdoel: Je kunt aangeven of een samengestelde zin bestaat uit een hoofdzin en een bijzin รณf uit twee hoofdzinnen.

Slide 3 - Slide

This item has no instructions

Persoonsvorm
De kat wil graag voer hebben. 
Persoonsvorm? 
Maak een vraagzin -> Wil de kat graag voer hebben? 
Zet de zin in een andere tijd -> De kat wilde graag voer hebben.






Slide 4 - Slide

This item has no instructions

Enkelvoudige zin 
Samengestelde zin 
De allerleukste school van Nederland, het JFC, heeft pas een heel leuk schoolfeest gehad. 
Omdat Jenny voetbal erg leuk vindt, gaat zij vanavond een wedstrijd kijken.
Ik noteer de datum van jouw verjaardag in mijn agenda. 

Slide 5 - Drag question

This item has no instructions

Enkelvoudige zin:
1 persoonsvorm

-Hij is heel blij. 

-De allerleukste school van Nederland, het JFC, heeft pas een heel leuk schoolfeest gehad. 
Samengestelde zin :
Meerdere persoonsvormen

-Hij fietst naar school en is heel blij. 
-De hockeywedstrijd is heel spannend, daarom zit ik op het puntje van mijn stoel.

Slide 6 - Slide

This item has no instructions

hoofdzin/bijzin

Toen Joseph wegrende, gingen de andere jongens hem achterna.

Persoonsvorm? 
Onderwerp? 

Slide 7 - Slide

This item has no instructions

hoofdzin/bijzin

Toen Joseph wegrende, gingen de andere jongens hem achterna.



Persoonsvorm
Persoonsvorm
Onderwerp
Onderwerp

Slide 8 - Slide

This item has no instructions

Hoofdzin of bijzin?
(bijna) nooit andere

Slide 9 - Slide

This item has no instructions

Wat is een kenmerk van een bijzin?
o = onderwerp
pv = persoonsvorm
A
de pv staat voorin de zin
B
tussen o & pv kunnen andere onderdelen staa
C
er zitten meerdere pv's in de bijzin
D
o en pv staan naast elkaar

Slide 10 - Quiz

Ik bedoel hier natuurlijk 'staan', maar anders valt het antwoord weg!
Persoonsvorm
Persoonsvorm
Onderwerp
Onderwerp
Toen Joseph wegrende
gingen de andere jongens   hem achterna.

Slide 11 - Slide

This item has no instructions

Persoonsvorm
Persoonsvorm
Onderwerp
Onderwerp
Toen Joseph wegrende
gingen de andere jongens   hem achterna.

Slide 12 - Slide

This item has no instructions

Persoonsvorm
Onderwerp
Toen Joseph wegrende

Slide 13 - Slide

This item has no instructions




Toen Joseph wegrende,
Toen Joseph hard wegrende,
Toen Joseph bibberend wegrende,
Toen Joseph wegrende

Slide 14 - Slide

This item has no instructions



-gingen de andere jongens 
hem achterna.
-gingen niet de andere jongens 
hem achterna. 
-gingen snel de andere jongens hem achterna.

gingen de andere jongens   hem achterna.

Slide 15 - Slide

This item has no instructions



bijzin


hoofdzin
Persoonsvorm
Persoonsvorm
Onderwerp
Onderwerp
Toen Joseph wegrende
gingen de andere jongens   hem achterna.

Slide 16 - Slide

This item has no instructions

bijzin + hoofdzin 
hoofdzin + hoofdzin 
hoofdzin + bijzin
hoofdzin + hoofdzin + bijzin
hoofdzin + bijzin + bijzin
Evelien werkt bij de bakker, want zij bakt graag koekjes. 
Evelien werkt bij de bakker, want zij bakt graag koekjes, omdat zij die zo lekker vindt. 
Als je vanavond langskomt, zal ik je het allerlaatste nieuwtje vertellen. 
Ik kom vanavond langs en ik vertel jou dan het laatste nieuwtje. 
Toen opa rookte, vond ik dat vies.

Slide 17 - Drag question

This item has no instructions

Slide 18 - Video

This item has no instructions

Voegwoorden
Onderschikkend voornaamwoord:
als, daardoor, hoewel, indien, nadat, omdat, terwijl, toen, wanneer, zodat, zodra.
Hoofdzin+Bijzin
Bijzin+Hoofdzin

Nevenschikkend voornaamwoord: 
en, maar, of, dan (wel), dus en want.
Hoofdzin+Hoofdzin
Hoofdzin+Bijzin+Bijzin

Slide 19 - Slide

This item has no instructions

Zelfstandige verwerking
Maak van grammatica HF2 opdracht 2, 3  en 4.

Slide 20 - Slide

This item has no instructions

Ik kan aangeven of een samengestelde zin bestaat uit een hoofdzin en een bijzin รณf uit twee hoofdzinnen.
๐Ÿ˜’๐Ÿ™๐Ÿ˜๐Ÿ™‚๐Ÿ˜ƒ

Slide 21 - Poll

This item has no instructions

Let op: 
Een samengestelde zin is een zin die eigenlijk uit twee zinnen bestaat. Behandel de met zinsontleding deze zin dan ook als twee aparte zinnen

Jeroen werd kampioen en fietste daarna snel naar huis. 
> HIJ IS IETS <                                 > HIJ DOET IETS < 

Slide 22 - Slide

This item has no instructions