3hv quiz

1 / 12
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 2

This lesson contains 12 slides, with interactive quizzes and text slide.

Items in this lesson

Slide 1 - Slide

Een synoniem voor 'constatering' is 'waarneming'
A
Juist
B
Onjuist

Slide 2 - Quiz

Iets citeren betekent een stukje tekst letterlijk overschrijven.
A
Juist
B
Onjuist

Slide 3 - Quiz

Als je een zinnetje uit het artikel overschrijft in je antwoord dan gebruik je altijd aanhalingstekens.
A
Juist
B
Onjuist

Slide 4 - Quiz

Als je het 'onderwerp' moet invullen dan antwoord je altijd met een hele zin.
A
Juist
B
Onjuist

Slide 5 - Quiz

De inleiding en het slot kun je herkennen doordat daar nooit nieuwe argumenten worden gegeven.
A
Juist
B
Onjuist

Slide 6 - Quiz

Een synoniem voor een 'aanbeveling' is een...
A
afweging
B
advies

Slide 7 - Quiz

In een sterk betoog gaat een tegenargument altijd samen met een weerlegging.
A
Juist
B
Onjuist

Slide 8 - Quiz

Een functiewoord zegt iets over een zin uit het artikel.
A
Juist
B
Onjuist

Slide 9 - Quiz

Onderschikkende en nevenschikkende argumentatie komen nooit samen voor in één schema.
A
Juist
B
Onjuist

Slide 10 - Quiz

Een functiewoord vind je vaak letterlijk terug in het artikel.
A
Juist
B
Onjuist

Slide 11 - Quiz

Bij een nuancering geef je meer details, bij een relativering plaats je iets in perspectief.
A
Juist
B
Onjuist

Slide 12 - Quiz