What is LessonUp
Search
Channels
Log in
Register
‹
Return to search
Functiewoorden lezen
Functiewoorden
Woorden die de functie van een tekstgedeelte weergeven, dat gaat dus over de inhoud.
Komt vaak voor in de vraagstelling van de examens!
1 / 13
next
Slide 1:
Slide
Nederlands
MBO
Studiejaar 3
This lesson contains
13 slides
, with
interactive quizzes
,
text slides
and
1 video
.
Start lesson
Save
Share
Print lesson
Items in this lesson
Functiewoorden
Woorden die de functie van een tekstgedeelte weergeven, dat gaat dus over de inhoud.
Komt vaak voor in de vraagstelling van de examens!
Slide 1 - Slide
Slide 2 - Video
Slide 3 - Slide
Aan de slag!
Wat betekenen de functiewoorden? Kies de juiste betekenis.
Slide 4 - Slide
Aanleiding
A
Resultaat van waarnemingen en overdenkingen van de schrijver
B
Dat wat de schrijver tot het schrijven van de tekst aanzette.
C
Vaststelling van een feit of verschijnsel
D
Verhaaltje dat de schrijver vertelt als illustratie bij het onderwerp van de tekst.
Slide 5 - Quiz
Constatering
A
Iets dat nodig is of eerst moet gebeuren voordat iets anders kan gebeuren.
B
Resultaat van waarnemingen en overdenkingen van de schrijver
C
Vaststelling van een feit of verschijnsel
D
Samenvattende omschrijving van de kenmerken van een begrip
Slide 6 - Quiz
Relativering
A
Overtuigen dat de waarnemingen juist zijn.
B
De schrijver laat de betrekkelijkheid van iets zien, zwakt iets af.
C
Iets dat nodig is of eerst moet gebeuren voordat iets anders kan gebeuren.
D
Resultaat van waarnemingen en overdenkingen van de schrijver
Slide 7 - Quiz
Definitie
A
Voorwaarde of beperking bij een toezegging
B
Nadenken over wat het beste is.
C
Iets dat nodig is of eerst moet gebeuren voordat iets anders kan gebeuren.
D
Samenvattende omschrijving van de kenmerken van een begrip
Slide 8 - Quiz
Tegenwerping
A
Resultaat van waarnemingen en overdenkingen van de schrijver
B
Jouw opvatting over iets stellen tegenover de mening van een ander
C
Laten zien dat een argument/argumentatie niet juist is.
D
Voorwaarde of beperking bij een toezegging
Slide 9 - Quiz
Weerlegging
A
Laten zien dat een argument/argumentatie niet juist is.
B
Formulering van een probleem met de bedoeling het te gaan oplossen
C
Het verduidelijken van iets door meer details te geven / de mening iets minder scherp te maken.
D
Extra, nauwkeuriger omschreven informatie bij een onderwerp
Slide 10 - Quiz
Nuancering
A
Voorwaarde of beperking bij een toezegging
B
Nadenken over wat het beste is.
C
Aangeven wat je aan iets hebt, hoe je het kunt gebruiken.
D
Het verduidelijken van iets door meer details te geven / de mening iets minder scherp te maken.
Slide 11 - Quiz
Probleemstelling
A
Formulering van een probleem met de bedoeling het te gaan oplossen
B
Vaststelling van een feit of verschijnsel
C
Aangeven wat je aan iets hebt, hoe je het kunt gebruiken
D
Voorwaarde of beperking bij een toezegging.
Slide 12 - Quiz
Anekdote
A
Verhaaltje dat de schrijver vertelt als illustratie bij het onderwerp van de tekst.
B
Het verduidelijken van iets door meer details te geven en/of de mening iets minder scherp te maken.
C
Resultaat van waarnemingen en overdenkingen van de schrijver
D
De schrijver laat de betrekkelijkheid van iets zien, zwakt iets af.
Slide 13 - Quiz
More lessons like this
19UBI woordenschat 7-12-2020
December 2020
- Lesson with
16 slides
Nederlands
MBO
Studiejaar 3,4
Lezen H6 (1)
June 2023
- Lesson with
13 slides
Nederlands
Middelbare school
havo
Leerjaar 3
Functiewoorden
April 2022
- Lesson with
19 slides
Nederlands
Middelbare school
vwo
Leerjaar 3
Functiewoorden en hun betekenissen
May 2024
- Lesson with
19 slides
3G _H5_Lezen_uitleg_functiewoorden 2324
May 2024
- Lesson with
45 slides
Nederlands
Middelbare school
vwo
Leerjaar 3
Lezen H6 (1)
June 2023
- Lesson with
10 slides
Nederlands
Middelbare school
havo
Leerjaar 3
Woordenschat SV3
October 2023
- Lesson with
19 slides
Nederlands
MBO
Studiejaar 3,4
Woordenschat SV3
June 2023
- Lesson with
20 slides
Nederlands
MBO
Studiejaar 3,4