V2 Taalverzorging 12: bijvoeglijk naamwoord


Taalverzorging 2.7
1 / 19
next
Slide 1: Slide
NederlandsMBOStudiejaar 1

This lesson contains 19 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson


Taalverzorging 2.7

Slide 1 - Slide

This item has no instructions

Programma
  1. Uitleg Bijvoeglijk naamwoord 
  2. maken opdrachten

Slide 2 - Slide

This item has no instructions

Taalverzorging 12

Doel: Je leert op welke manier bijvoeglijke naamwoorden geschreven worden in het Nederlands.


Slide 3 - Slide

This item has no instructions

Wat is een bijvoeglijk naamwoord?
A
Zegt iets over de persoonsvorm
B
De, het, een
C
Hetzelfde als een voorzetsel
D
Zegt iets over het zelfstandig naamwoord

Slide 4 - Quiz

This item has no instructions

Bijvoeglijk naamwoord
De meeste bijvoeglijke naamwoorden hebben een korte en lange vorm.
korte vorm: een lang verhaal
lange vorm: het lange verhaal

De lange vorm van het zelfstandig naamwoord maak je (vaak) door er -e achter te plakken.
lieve, leuke, aardige, grote, sterke

Slide 5 - Slide

This item has no instructions

Bijvoeglijk naamwoord
Soms moet je wel even opletten, dan moet er iets in het woord veranderen. 

Let bijvoorbeeld op:
- veranderen van F in V: lief - lieve
- veranderen van S in Z: grijs - grijze
- laatste medeklinker verdubbelen: fris - frisse
- klinker weghalen: zuur - zure

Slide 6 - Slide

This item has no instructions

Een bijvoeglijk naamwoord staat in de buurt van een zelfstandig naamwoord.
A
Juist
B
Onjuist

Slide 7 - Quiz

This item has no instructions

De slimme leerling snapt het niet.
Welk woord is het bijvoeglijk naamwoord?
A
de
B
leerling
C
snapt
D
slimme

Slide 8 - Quiz

This item has no instructions

De rode jas hangt nog aan de kapstok. Welk woord is het bijvoeglijk naamwoord?
A
jas
B
rode
C
kapstok
D
hangt

Slide 9 - Quiz

This item has no instructions

Morgen komt mijn lieve vakantievriendin eindelijk logeren.
Welk woord is het bijvoeglijk naamwoord?

A
morgen
B
lieve
C
eindelijk
D
er staat geen bijvoeglijk naamwoord in de zin

Slide 10 - Quiz

This item has no instructions

Welk woord in deze zin is een bijvoeglijk naamwoord?
Zij heeft dit weekend veel leuke films gekeken.

Slide 11 - Open question

This item has no instructions

Hoe schrijf je het bijvoeglijk naamwoord?

Slide 12 - Open question

This item has no instructions

Hoe schrijf je het bijvoeglijk naamwoord?

Slide 13 - Open question

This item has no instructions

In welke zin staat een stoffelijk bijvoeglijk naamwoord?
A
De aardige jongen lacht om haar grapjes.
B
Dat is de normaalste zaak van de wereld.
C
Morgen wordt het een mooie dag.
D
Die houten stoel lijkt me niet zo stevig!

Slide 14 - Quiz

This item has no instructions

Hoe schrijf je het bijvoeglijk naamwoord?

Slide 15 - Open question

This item has no instructions

Hoe schrijf je het bijvoeglijk naamwoord?

Slide 16 - Open question

This item has no instructions

Lesdoelcheck!
Spel de bijvoeglijke naamwoorden in onderstaande zin op de juiste manier.

De (braaf) man gaf mij een (zilver) ring terwijl hij mij met een (bewonderen) blik aankeek.

Slide 17 - Open question

This item has no instructions

Ik vind de spelling van het bijvoeglijk naamwoord nog lastig.
A
ja
B
nee
C
een beetje

Slide 18 - Quiz

This item has no instructions

Opdracht 
Maken 2.7 bijvoeglijk naamwoord blz. 309

klaar maak de oefentoets in de online licentie

Slide 19 - Slide

Stuur de opdracht dit in teams staat naar de studenten zodat ze deze kunnen invullen.