Voorbereiding Toets

Voorbereiding Toets
1 / 28
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo b, kLeerjaar 1-3

This lesson contains 28 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.

time-iconLesson duration is: 60 min

Items in this lesson

Voorbereiding Toets

Slide 1 - Slide

Doelstelling van de les
  • Voorbereiding op de toets.
    Je kent na deze les de onderdelen uit de toets.
    Je hebt geoefend met enkele onderdelen uit de toets.  

Slide 2 - Slide

Wat kun je verwachten in de toets:
  •  Spelling:
    - Leestekens
    - Tegenwoordige en verleden tijd
    - Voltooid deelwoord
  • Aan elkaar of los

Slide 3 - Slide

De supporters zingen: Hup Holland Hup!

Wat ontbreekt hier?
A
punt
B
komma
C
dubbele punt
D
aanhalingsteken

Slide 4 - Quiz

Het belang van leestekens! (1)
Hans zei: 'Grietje, ik trek vandaag een rokje aan'. 
'Hans', zei Grietje: 'ik trek vandaag een rokje aan'.

Slide 5 - Slide

Het belang van leestekens! (2)
'Schiet op, oma!'
'Schiet op oma!'

Slide 6 - Slide

Aan de slag in het werkboekje
  • Maak  de oefening hoofdletters op bladzijde 3.
  • Maak ook de extra oefening op bladzijde 3
timer
4:00

Slide 7 - Slide

Antwoorden oefening hoofdletters (blz. 3)
1. Met, Koningsdag, Utrecht
2. Daar
3. Deze, TV
4. Koning Willem Alexander
5. Meneer Vlemmix
6. Is, Vries, Dongen
7. Ja, Melbourne, Australië
8. Daar, Rutte, VVD
9. Ida, Vries
10. Op, Rutte, Kerstmis

Slide 8 - Slide

Antwoorden Extra oefening(blz. 3)
1. De, H, Pelt
2. Hij
3. Max, Pelt
4. Uiteindelijk, Deventer
5. Daar, HBO

Slide 9 - Slide

De supporters zingen: Hup Holland Hup!

Wat ontbreekt hier?
A
punt
B
komma
C
dubbele punt
D
aanhalingsteken

Slide 10 - Quiz

Ratten muizen konijnen cavia's en hamsters zijn voorbeelden van knaagdieren?

Wat ontbreekt in deze zin?

A
punten
B
komma's
C
dubbele punt
D
aanhalingsteken

Slide 11 - Quiz

Slide 12 - Video

Welke spellingregel pas je toe in de tt bij:
de ik-vorm
A
STAM
B
STAM + T
C
HELE WERKWOORD

Slide 13 - Quiz

Welke spellingregel pas je toe in de tt bij:
de het-vorm
A
STAM
B
STAM + T
C
HELE WERKWOORD

Slide 14 - Quiz

Welke spellingregel pas je toe in de tt bij:
jij achter het werkwoord
A
STAM
B
STAM + T
C
HELE WERKWOORD

Slide 15 - Quiz

Welke spellingregel pas je toe in de tt bij:
jullie
A
STAM
B
STAM + T
C
HELE WERKWOORD

Slide 16 - Quiz

2. Spelling

van de persoonsvorm


in de

verleden tijd

Slide 17 - Slide

Is het onderstreepte woord een pv?
Marieke had verse peterselie voor in de groentesoep geplukt.
_____
A
ja
B
nee

Slide 18 - Quiz

Vorig jaar ___ we die zware spullen zelf naar boven.
VT
A
sjouwde
B
sjouwdde
C
sjouwden
D
sjouwdden

Slide 19 - Quiz

Gisterenavond ___ jullie wel een beetje vals.
VT
A
zingen
B
zingde
C
zingden
D
zongen

Slide 20 - Quiz

Deze sloot ___ afgelopen winter niet door alle troep.
VT
A
bevriest
B
bevriesde
C
bevriesden
D
bevroor

Slide 21 - Quiz

Ons kleine katje ___ vanmorgen de nieuwe bank stuk.
VT
A
krabt
B
krabte
C
krabde
D
krabbelde

Slide 22 - Quiz

Gisteren ___ onze keuken gerenoveerd.

VT
A
word
B
werd
C
wordt
D
werdt

Slide 23 - Quiz

Is het onderstreepte woord een pv?
Pascal droomt er tegenwoordig van piloot te worden.
_________
A
ja
B
nee

Slide 24 - Quiz

Wat is van toepassing?
Pascal droomt er tegenwoordig van piloot te worden
_________
A
tt
B
vt (zwak ww)
C
vt (sterk ww)

Slide 25 - Quiz

Is het onderstreepte woord een pv?
Word jij morgen door Carl opgehaald?
________
A
ja
B
nee

Slide 26 - Quiz

Wat is van toepassing?
Word jij morgen door Carl opgehaald?
________
A
tt
B
vt (zwak ww)
C
vt (sterk ww)

Slide 27 - Quiz

Registreren LessonUp
  • Ga naar www.lessonup.com
  • Meld je aan als leerling
  • Voer deze code in: ywfzu
  • Hier staat een uitnodiging voor bk3a Nederlands.
  • Registreer jezelf (email van school, wachtwoord SOM)
  • Vul je naam en achternaam in. 
  • Nu ben je toegevoegd aan de klas.  

Slide 28 - Slide