Je hebt je spullen op orde. Je hebt bij je: Kern (Nederlands lesboek), een schrift, een leesboek, een agenda en een etui met meerdere pennen.
Spullen en huiswerk (ook als het huiswerk niet volledig is) niet op orde: BV/HV op Magister.
Twee keer waarschuwen moet voldoende zijn! Zo niet, na de les bij de docent melden en dan maken we een afspraak hoe het in het vervolg beter kan in de les.
Slide 4 - Slide
Week 39 25 september
29 september2023
Weektaken huiswerk
Een keer per week controle huiswerk.
Lezen van boeken en lezen in de les.
Uitleg RTTI.
ejtvr: code LessonUp
Alle communicatie via magister
Agenda!!!!!
So spelling : 1 november. Agenda check!!
Boekentoets (1 boek): 14 november
Vervolg spelling - voltooid deelwoord
Slide 5 - Slide
Boekenlijst 2L
Dit schooljaar lees je vier boeken of meer!!!
Niveau => zie lijst 2/3 (boek 1 en 2).
Niveau 3 (boek 3 en 4).
12 t/m 15 jaar. Lezenvoordelijst.nl
Boek 2
Boek 3
Boek 4
Slide 6 - Slide
PTD rapportperiode 1
Herhaling taalverzorging (spelling totaal)
45 min
(1x)
NEE
104
SO
Boekentoets (2 boeken)
45 min
VK
NEE
Nr.
Toets-vorm
Leerstof/ Leerdoel
Tijd
Weging
Her-
kans
101
SO
Schrijfvaardigheid en spelling H. 12, 13, 27, 28, 42 en 43
45 min
1
Nee
102
SO
Fictie theorie H. 7, H8, H22, H23 en 1 boek
45 min
1
Nee
Slide 7 - Slide
Maar eerst...
even ontspannen met een goed boek!
Slide 8 - Slide
Leerdoelen
Deze week:
Je leert werkwoorden correct spellen.
Je leert wat perspectief is en welke soorten er zijn.
Je leert de regels voor het gebruik van hoofdletters en leestekens.
Slide 9 - Slide
Huiswerk
Lees de theorie op bladzijde 56
Maak opdracht 6 t/m 9 op bladzijde 57
Lees de theorie op bladzijde 110
Maak opdracht 1 t/m 5 op bladzijde 111
Slide 10 - Slide
Weektaak 39
Lees de theorie op bladzijde 112
Maak opdracht 7 en 8 op bladzijde 113
Lees de theorie op bladzijde 114
Maak opdracht 1 t/m 4 op bladzijde 115
Slide 11 - Slide
Herhaling vorige week
Gestart met spelling en het schijven van een verhaal.
Slide 12 - Slide
Controleer je huiswerk. De antwoorden staan aan het eind van de les!
Slide 13 - Slide
Uitleg theorie
Op de volgende dia's wordt de lesstof van deze week behandeld.
Slide 14 - Slide
27. werkwoordspelling p. 110
Persoonsvorm tegenwoordige tijd
Persoonsvorm verleden tijd
Onregelmatige werkwoorden (hebben, kunnen, mogen, willen, zijn en zullen). Er verandert meer dan alleen de klank.
Slide 15 - Slide
27. werkwoordspelling p. 112
Voltooid deelwoord en onvoltooid deelwoord
Schrijf het voltooid deelwoord zoals je het hoort, zo eenvoudig mogelijk.
T of d? Maak het voltooid deelwoord langer.
Twijfel? Gebruik 't sexy fokschaapje.
Slide 16 - Slide
Lezen en maken (geen huiswerk)
Perspectief
Lees bladzijde 34
Maak opdracht 1 t/m 5 op bladzijde 34
Slide 17 - Slide
Perspectief p. 34
Slide 18 - Slide
Perspectief p. 34
Slide 19 - Slide
Perspectief p. 34
Slide 20 - Slide
Perspectief p. 34
Slide 21 - Slide
Perspectief p. 34
Slide 22 - Slide
Perspectief p. 34
Slide 23 - Slide
Evaluatie
Wat was het lesdoel en heb je voor jezelf het gevoel dat je lesdoel is behaald?
je leert samengestelde woorden juist spellen.
Je leert werkwoorden correct spellen.
Je leert wat spanning is en hoe de schrijver spanning gebruikt om de aandacht vast te houden.
Slide 24 - Slide
RTTI
R = Reproductie
Vragen op reproductieniveau zijn vragen waarbij de leerling zelf niets wezenlijks toe hoeft te voegen aan datgene wat hij geleerd heeft. Met deze vragen kan inzichtelijk gemaakt worden of de leerling de geleerde stof kan reproduceren. Denk bijvoorbeeld aan het kunnen reproduceren van warenkennis, gereedschapskennis, een stappenplan of de werking van apparatuur.
Slide 25 - Slide
1 = Toepassingsgericht 1
Bij vragen en opdrachten op het niveau van toepassing 1 moet een leerling dat wat hij geleerd heeft kunnen toepassen in situaties die hij al geoefend heeft of in situaties die daar sterk op lijken. Op deze manier kan gekeken worden of de leerling de aangeleerde kennis – dat wil zeggen begrippen en stappenplannen – in deze situaties goed kan toepassen.
Slide 26 - Slide
T2 = Toepassingsgericht 2
Vragen op het niveau van toepassing 2 gaan een stapje verder dan vragen op het niveau van toepassing 1. De leerling moet op dit niveau in nieuwe situaties of contexten zelf kunnen bepalen welke (onderdelen van) stappenplannen of methodes hij moet gebruiken. Hij moet combinaties maken en verbanden leggen.
Slide 27 - Slide
I = Inzicht
De leerling krijgt geen methode, context of situatie aangeboden, maar alleen een vraagstuk. Hij moet zelf bepalen hoe hij het gaat aanpakken. De leerling heeft alleen de leerstof tot zijn beschikking om de vraag op te lossen. Hij laat zien dat hij vanuit verschillende, ook nieuwe, perspectieven kan denken.
Slide 28 - Slide
Het bijvoeglijk naamwoord p. 52
Slide 29 - Slide
Het bijvoeglijk naamwoord
Slide 30 - Slide
Het bijvoeglijk naamwoord
Slide 31 - Slide
Het bijvoeglijk naamwoord
Slide 32 - Slide
13. samenstellingen p. 54
Slide 33 - Slide
13. samenstellingen p. 54
Slide 34 - Slide
13. samenstellingen p. 54
Slide 35 - Slide
Spanning (bladzijde 31)
Slide 36 - Slide
Spanning (bladzijde 31)
Slide 37 - Slide
Spanning (bladzijde 31)
Slide 38 - Slide
OK!
Als je hier bent aangekomen, dan heb je je weektaak Nederlands afgemaakt!!!