Verkeer les 10, 11 en 12

• Verkeer
• Basisschool
• Groep 7

Verkeer les 10, 11 en 12

De trein is voorbij. Tijl en Mats willen verder fietsen.
Mag dit nu?

1. Ja, want de spoorbomen gaan omhoog.
2. Ja, want de trein is voorbij.
3. Nee, want de auto’s mogen eerst gaan rijden
4. Nee, want de lichten zijn nog niet uit.

Je wilt de eerste trein nemen naar Amersfoort.
Vanaf welk spoor moet je vertrekken?

1. Spoor 2.
2. Spoor 3.
3. Spoor 4.
4. Spoor 5.

Les 11

Woonerf

15 km/h

Overal spelen, fietsen en lopen zolang je niemand hindert

Iedereen voorrang verlenen als je het erf verlaat 

Binnen het erf voorrang verlenen aan rechts

Les 11

30 kilometer gebied

30 km/h

Alle normale verkeersregels gelden hier!

Speelvoertuigen

Wel op de stoep/weg: step, skateboard, skates

Niet op de stoep: hoverboard, (elektrische speelgoedvoertuig). Wel op schoolplein of tuin/oprit

Klassikaal

Maken opdracht 1, 2 en 4

Kunnen kinderen in deze straat veilig spelen?

1. Ja, als ze maar op de stoep blijven
2. Ja, want bestuurders mogen hier niet snel rijden.
3. Nee, dit 30 km-gebied is te druk om te spelen.
4. Nee, hier mogen alleen bestuurders komen.

Mag je hier racen met je fiets?

1. Ja, in een erf mag je overal fietsen
2. Ja, zolang je anderen niet hindert
3. Nee, in een erf mag je niet sneller dan 15 km per uur.
4. Nee, in een erf mogen geen bestuurders komen

Mary rijdt op een step, Anil op een hoverboard en Gijs op een
skateboard. Wie spelen op de goede plaats?

1. Anil en Gijs
2. Anil en Mary
3. Mary en Gijs

Les 12

Wat voor regels zijn er in het openbaar vervoer?

En als je met iemand mee rijdt? 

Liane wil in de trein gaan instappen. Wat kan zij het beste doen?

1. Achterin instappen, dan kunnen mensen voorin uitstappen.
2. De mensen op het perron die willen instappen voor laten gaan.
3. De passagiers eerst laten uitstappen en dan zelf instappen.

Elly en Sam rijden mee in de auto.
Welke advies zou jij hen geven?

1. Je moet op het verkeer letten
2. Je mag geen muziek luisteren in de auto
3. Je moet je gordel omdoen

Sara wil links afslaan en Marco wil rechts afslaan.
Wie mag voorgaan?

1. Marco, want verkeer van rechts heeft voorrang
2. Marco, want hij maakt een kleine bocht.
3. Sara, want rechtdoor op dezelfde weg gaat voor.
4. Marco want hij gaat oversteken.