paragraaf 4 alinea's en kernzinnen

1 / 20
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 1

This lesson contains 20 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

Slide 1 - Slide

Wat gaan we doen?
Terugblik op de vorige lessen
theorie bespreken
opdracht 1 gezamenlijk maken
Zelfstandig opdrachten maken

Slide 2 - Slide

Even herhalen...

Slide 3 - Slide

Welk leesstrategieën zijn vorige periode besproken?

Slide 4 - Open question

Slide 5 - Slide

Wat is een tekstdoel?

Slide 6 - Slide


Tekstdoelen (1)


  • Een schrijver heeft met een tekst altijd een bedoeling.
  • Bijvoorbeeld uitleggen hoe je voor een konijn  moet zorgen.
  • Er zijn een aantal tekstdoelen.

Slide 7 - Slide

Slide 8 - Slide


Tekstdoelen (2)


  • In een tekst kunnen verschillende doelen zitten, maar meestal heeft een schrijver maar 1 doel met zijn tekst.
  • Als je het doel van een tekst moet noemen, bedenk dan: wat wil de schrijver met deze tekst?
  • Omdat de doelen van een schrijver met een tekst kunnen verschillen, zijn er ook verschillende soorten teksten. Bij een bepaalde tekstdoel hoort een bepaalde tekstsoort.

Slide 9 - Slide

Slide 10 - Slide

H1 Paragraaf 4 - Alinea's en kernzinnen

1.  Ik kan alinea's herkennen
2. Ik kan kernzinnen herkennen

Slide 11 - Slide

Wat moeten jullie straks kennen en kunnen?

Oftewel, wat is het doel van deze les?

Na deze les weet je hoe je de kernzin van een alinea bepalen en kun je zelf een alinea schrijven met een duidelijke kernzin

Slide 12 - Slide

In een goede alinea staat de belangrijkste informatie in de kernzin. Dat is meestal de eerste zin van de alinea en soms de laatste. In de zinnen voor of na de kernzin staat dan een nadere uitleg of een voorbeeld.
 
De kernzin kan ook de tweede zin zijn; de eerste zin geeft dan vaak het verband met vorige alinea’s aan. Stel dat in een tekst in de ene alinea staat dat je door ruzie te maken met een broer of zus leert je grenzen te bepalen. 

Slide 13 - Slide

Teksten zijn verdeeld in alinea’s. Een alinea bestaat uit een aantal zinnen die bij elkaar horen omdat ze over hetzelfde gaan. 

In een tekst over de band tussen broers en zussen kunnen de alinea’s bijvoorbeeld gaan over ruziemaken, elkaar nadoen en van elkaar leren. 

Iedere nieuwe alinea begint op een nieuwe regel.

 

Slide 14 - Slide

Dan kan de volgende alinea beginnen met: 
Maar uitproberen tot hoever je kunt gaan is niet het enige voordeel van opgroeien met een broer of zus. De kernzin komt daarna: Ze kunnen ook een voorbeeld voor je zijn.

Slide 15 - Slide

Even checken. Wie vertelt mij nog even wat we zojuist hebben gehoord?


Geen vingers, ik geef de beurt aan ..............................................

Slide 16 - Slide

Wat is een kernzin?

Slide 17 - Open question

Een alinea bestaat uit... er kunnen meerdere antwoorden correct zijn!
A
Meerdere kernzinnen.
B
Een kernzin, aangevuld met voorbeelden.
C
Een kernzin, aangevuld met meer uitleg.
D
Een kernzin in het midden van een alinea.

Slide 18 - Quiz

Kernzinnen
Een tekst is opgebouwd uit alinea's

Een goede alinea bevat 1 hoofdgedachte, die in een zin geformuleerd is-> de kernzin

kernzin-> vaak de eerste, tweede of laatste zin van de alinea

Slide 19 - Slide

Uitleg film
https://www.youtube.com/watch?v=5pvUqHf0wzs
Werkdoelen

Slide 20 - Slide