This lesson contains 21 slides, with interactive quizzes, text slides and 2 videos.
Items in this lesson
Les repas français
Slide 1 - Slide
LESDOELEN
- Ik weet meer over de Franse maaltijden
- Ik kan vertellen wat ik eet gedurende de dag
- Ik ken de regels voor het maken van het delend lidwoord
- Ik kan het delend lidwoord toepassen
Slide 2 - Slide
les repas français
le petit déjeuner (7 /8h00)
le déjeuner (12/13h00)
le goûter (16h00)
le dîner (19/20h00)
Slide 3 - Slide
Slide 4 - Video
À toi maintenant
Schrijf 5 Franse zinnen over jouw maaltijden.
Bijv. comme (als) petit-déjeuner je prends (neem ik) un croissant
prendre: nemen
je prends tu prends il prend nous prenons vous prenez ils prennent
j'ai pris (ik heb genomen)
Slide 5 - Slide
Slide 6 - Video
Het delend lidwoord
Nu leer je het delend lidwoord:
Du (mannelijk)
De la (vrouwelijk)
De l' (klinker, stomme h)
Des (meervoud)
Deze gebruik je als we in het Nederlands niets (geen lidwoord gebruiken) zeggen..! > ik koop brood. (er staat dus niets voor brood) In het Frans kan dat niet, er staat dan een delend lidwoord.
Slide 7 - Slide
Explication: Delend lidwoord (1)
Delend lidwoord: Als je in het Nederlands geen lidwoord gebruikt. (Ik drink_koffie/zij eet_sla/ik wil graag_frietjes etc.)
mnl
du
je bois du café
vrl
de la
elle mange de la salade
mv
des
Je voudrais des frites
klinker/h
de l'
J'ai de l'argent
Slide 8 - Slide
Sleep de delend lidwoorden naar de juiste zinnen.
Je mange ... croissants.
Elle boit ... eau minérale.
Ils achètent ... pain.
Elle n'a pas ... chips.
On a peu ... argent
du
d'
de
des
de l'
Slide 9 - Drag question
Vul het juiste delend lidwoord in: 'Ma mère achète......pain
A
des
B
de la
C
du
D
de
Slide 10 - Quiz
Vul het juiste delend lidwoord in: Je mange ...... soupe.
A
du
B
de la
C
de l'
D
des
Slide 11 - Quiz
Geef het juiste delend lidwoord. 'Elle prend ..... lait.'
A
du
B
de la
C
de l'
D
des
Slide 12 - Quiz
Vul het juiste delend lidwoord in: Je bois ...... eau.
A
du
B
de la
C
de l'
D
des
Slide 13 - Quiz
Vul het juiste delend lidwoord in: Je mange ...... frites.
A
du
B
de la
C
de l'
D
des
Slide 14 - Quiz
Vul het juiste delend lidwoord in: Je prends ...... jus d'orange.
A
du
B
de la
C
de l'
D
des
Slide 15 - Quiz
Vul het juiste delend lidwoord in: Je mange ...... croissants.
A
du
B
de la
C
de l'
D
des
Slide 16 - Quiz
Tu veux ... coca ?
Kies het juiste delend lidwoord.
A
du
B
de la
C
de l'
D
des
Slide 17 - Quiz
Je prends ..... vin (le) (Kies het goede delend lidwoord)
A
de la
B
du
C
de l'
D
des
Slide 18 - Quiz
Je prends ..... poisson. (Kies het goede delend lidwoord)
A
de la
B
de l'
C
du
D
des
Slide 19 - Quiz
LESDOELEN behaald?
- Ik weet meer over de Franse maaltijden
- Ik kan vertellen wat ik eet gedurende de dag
- Ik ken de regels voor het maken van het delend lidwoord
- Ik kan het delend lidwoord toepassen
Slide 20 - Slide
les devoirs (huiswerk)
1. Beschrijf wat je afgelopen weekend gegeten hebt gedurende de dag: ontbijt, lunch en diner
2. Beschrijf wat je niet lekker vind.
3. Beschrijf je lievelingseten: ontbijt, lunch en diner.