OM p5/6 les 2, 3 en 4 conflicthantering (4.2 t/m 4.6) + opdracht t/m 4.8

Conflicthantering
  • 4.2: Soorten conflicten
  • 4.3: Oorzaken van conflictgedrag
  • 4.4: Benoemen van gevoelens...
  • 4.5: Stijlen van conflicthantering
  • 4.6: Omgaan met conflicten
1 / 40
next
Slide 1: Slide
OMGKMBOStudiejaar 2

This lesson contains 40 slides, with interactive quizzes, text slides and 2 videos.

Items in this lesson

Conflicthantering
  • 4.2: Soorten conflicten
  • 4.3: Oorzaken van conflictgedrag
  • 4.4: Benoemen van gevoelens...
  • 4.5: Stijlen van conflicthantering
  • 4.6: Omgaan met conflicten

Slide 1 - Slide

Lesdoelen les 2:
Aan het einde van deze les weten jullie...
...welke drie soorten conflicten er zijn
...welke vier oorzaken van conflicten er zijn

Slide 2 - Slide

4.2: Soorten conflicten

Slide 3 - Slide

Slide 4 - Slide

Wat voor een soort conflict heb jij het meest?
A
Inhoudelijk conflict
B
Belangenconflict
C
Sociaal-emotioneel conflict

Slide 5 - Quiz

Waardoor ontstaan jouw conflicten meestal?
Verschillende visies
Emoties
Machtsverschillen
Gebrekkige communicatie
Verdeling van middelen

Slide 6 - Poll

Zichtbare en onzichtbare conflicten
In een onzichtbaar conflict komen de partijen en er nog niet openlijk voor uit dat er een conflict is. Ze spreken niet uit wat hen dwars zit, ze gaan het conflict uit de weg.
Zichtbaar conflict zit wel aan de oppervlakte. Beide partijen weten duidelijk waarover ze een conflict hebben. 

Conflicten hebben invloed op de (werk)sfeer! 

Slide 7 - Slide

4.3 Oorzaken van conflictgedrag
Psychische factoren
Sociale factoren
Fysieke factoren
Culturele factoren

Slide 8 - Slide

psychische factoren
Angst, onzekerheid, frustratie, ergernis.

Slide 9 - Slide

Sociale factoren
Maatschappelijke problemen:
-werkloosheid, 
-afgekeurd worden, 
-moeten rondkomen van een uitkering (voedselbank), -verbroken relatie.

Slide 10 - Slide

Fysieke factoren

Lichamelijke omstandigheden:
-ziek zijn, 
-pijn hebben, 
-handicap.

Slide 11 - Slide

Culturele factoren

Normen en waarden:
integriteit, eerlijkheid, openheid, rechtvaardigheid, politieke overtuiging, klasse, nationaliteit, religie, omgangsvormen.

Slide 12 - Slide

Opdracht les 2: 
Maak 4 groepen. Elk groepje krijgt een filmpje. 
Bekijk samen het filmpje.
1. Welke boodschap heeft jouw filmpje?
2. Bespreek welke soorten en oorzaken van conflicten je ziet (zie boek)
3. Maak aantekeningen van jullie gesprek.

Slide 13 - Slide

Vervolg opdracht les 2:
-Presenteer jouw filmpje aan de klas en leg uit wat jullie hierover hebben besproken (o.a. soort conflict en oorzaak).
-Waar is jullie mening op gebaseerd (gebruik hiervoor de tekst in je boek!)

Slide 14 - Slide

Filmpje groep 1
https://www.youtube.com/watch?v=vMLfHdnP_gg

Slide 15 - Slide

Filmpje groep 2
https://www.youtube.com/watch?v=1PIeQ3sUaoQ

Slide 16 - Slide

Filmpje groep 3
https://www.youtube.com/watch?v=SXlTPCGgmzU

Slide 17 - Slide

Filmpje groep 4
https://www.youtube.com/watch?v=4SeBmfbA0kU

Slide 18 - Slide

Plaats je opdracht van les 2 in je portfolio.

 Einde van les 2! 

Slide 19 - Slide

4.4 Gevoelens in conflictsituaties
Wat is de eerste stap als je ziet dat een patiënt boos/gefrustreerd/agressief is? 

Slide 20 - Slide

4.5 Stijlen van conflicthantering

Slide 21 - Slide

Slide 22 - Slide

Welke conflictstijl heb jij?
A
Ontlopen/vluchten
B
Confronteren/onderhandelen -> compromis zoeken
C
Forceren/vechten
D
Toegeven/aanpassen

Slide 23 - Quiz

Slide 24 - Video

Opdracht: Schrijf een casus
Schrijf een casus vanuit ervaringen uit je stage waarbij je het regelmatig lastig hebt met een patiënt (conflict):
  • Bedenk een fictieve naam en geb. datum.
  • Beschrijf de situatie(s)
  • Hoe ben je ermee omgegaan en wat had je achteraf anders kunnen doen?

Slide 25 - Slide

4.6 Omgaan met conflicten
Maak de opdracht die op Teams staat en zet deze in je portfolio.

Slide 26 - Slide

Slide 27 - Slide

Slide 28 - Slide

Conflict hanteren
Het thomas-kilman-model geeft inzicht in hoe je conflicten of tegenstrijdige belangen kunt beïnvloeden.
Gaat uit van het principe dat er bij conflicten een probleem is met assertiviteit en cooperativiteit.


Slide 29 - Slide

Thomas-Kilman-Model

Slide 30 - Slide

Reflectie
Herken jij jezelf in 1 van de voorbeelden?

Slide 31 - Slide

Slide 32 - Video

De haai-stijl 
D O O R D R U K K E N - "My way or the highway"

Links bovenin bevindt zich de haai: de meest assertieve persoon, degene die zich niet bekommert om samenwerking of het welbevinden van mensen in zijn omgeving, zolang als hij zijn doelen realiseert. Waarmee ook gelijk is aangegeven dat bij elk type zowel een positieve als een negatieve associatie gemaakt kan worden.

Slide 33 - Slide

De schildpad-stijl
V E R M I J D E N - "I'll think about it tomorrow"

Links onderin bevindt zich degene die noch de doelen realiseert, noch geïnteresseerd is in de relatie met de ander. De schildpad vermijdt het liefst conflicten, vindt ook dat hij of zij daar meestal niets mee te maken heeft. Voordeel van die afstand is overigens dat deze personen goed in staat zijn om een objectief oordeel over het conflict te geven, zij hebben immers weinig belang bij beide zijden.
 

Slide 34 - Slide

De uil-stijl
S A M E N W E R K E N - “Two heads are better than one”

Rechts bovenin bevindt zich de uil, degene die probeert zowel de relaties goed te houden, maar ook de doelen te realiseren. Hij heeft een balans gevonden tussen zijn eigen belangen en die van anderen en is door middel van exploreren ook steeds bezig om al die belangen te onderzoeken, in kaart te brengen en te behartigen.

Slide 35 - Slide

De teddybeer-stijl
T O E G E V E N - “It would be my pleasure”

Rechts onderin bevindt zich de teddybeer. Deze persoon bekommert zich vooral om de relatie met de ander en is zeer coöperatief. Hij wordt dan ook meestal aardig gevonden door zijn omgeving, kan zich goed inleven in anderen en is daarom ook een goede gesprekspartner. Maar zijn doelen realiseert hij niet.

Slide 36 - Slide

De kwal-stijl
C O M P R O M I S S L U I T E N - “Let’s make a deal”

Middenin bevindt zich de kwal: een dier zonder ruggengraat. De kwal is een berekenende onderhandelaar: de tegenpartij kan enkele van zijn punten realiseren als daar maar tegenover staat dat hij zelf ook op een aantal punten zijn zin krijgt.

Slide 37 - Slide

H 4.4 Benoemen van gevoelens in conflictsituaties.


Waarneming of interpretatie??

Slide 38 - Slide

Viertallen
Bedenk in viertallen bij iedere stijl een situatie waarin je deze stijl zou toepassen. Deze bespreken we klassikaal na. 

Slide 39 - Slide

Nabespreken
Waar liepen jullie tegenaan?
- Wat zouden jullie de volgende keer anders willen?
- Zijn er vragen?

Slide 40 - Slide