Voorbeeld examen antwoorden

Voorbeeld examenvragen 
(en antwoorden)
Tijdvak 5 t/m 8


1 / 18
next
Slide 1: Slide
GeschiedenisMiddelbare schoolhavoLeerjaar 5

This lesson contains 18 slides, with interactive quizzes and text slides.

Items in this lesson

Voorbeeld examenvragen 
(en antwoorden)
Tijdvak 5 t/m 8


Slide 1 - Slide

Slide 2 - Slide

Slide 3 - Slide

Antwoord A

Bij gegeven 1 past het kenmerkende aspect: 'het begin van de Europese overzeese expansie', omdat het eerste Franse schip tabak meebracht uit Brazilië wat een gebied overzees is. 
Bij gegeven 3 past het kenmerkend aspect 'Het streven van vorsten naar absolute macht, omdat koning Lodewijk XIV bepaalde dat de handel in tabak een staatsmonopolie werd en hij als hoofd van de stad laat hiermee zijn absolute macht en controle zie. 

Slide 4 - Slide

Hoeveel punten geef je voor antwoord A en waarom?

Slide 5 - Open question

Antwoord B


Gegeven 2: kolonisatie. Europese landen verlegden hun blik naar andere continenten voor de productie en uitvoering van uitheemse producten en ruwe grondstoffen. Dit deden ze door het ontvreemden van grondgebied en de plaatselijke bevolking te werk te stellen. Op deze manier worden goedkope producten ingevoerd. 
Gegeven 1: ontdekkingsreizen. Na de ontdekking van Noord-Amerika door Columbus word niet lang daarna meerdere expedities uitgevoerd in Zuid-Amerika. De Spanjaarden ontdekten producten zoals aardappelen, mais ent tabak en introduceerden dit in Europa. 

Slide 6 - Slide

Hoeveel punten geef je voor antwoord B en waarom?

Slide 7 - Open question

Antwoord C


Met gegeven 3 kan je het kenmerkend aspect: het verlicht absolutisme in verband brengen. 
Met gegeven 2 kan je het kenmerkend aspect: Europese overzeese expansie in verband brengen. 

Slide 8 - Slide

Hoeveel punten geef je voor antwoord C en waarom?

Slide 9 - Open question

Slide 10 - Slide

Slide 11 - Slide

Slide 12 - Slide

Antwoord A

De reden dat Lodewijk XIV in bron 3 als verlicht vorst gezien kan worden, is doordat hij veel macht van de edelen afpakte. Hij wist niet wie hij wel en niet kon vertrouwen, daarom achterhaalde hij dat de edelen die hij wel kon vertrouwen kregen een hogere rang en dus meer inspraak. 

Slide 13 - Slide

Hoeveel punten geef je voor antwoord A en waarom?

Slide 14 - Open question

Antwoord B


Hertog van Saint-Simon beschrijft Lodewijks XIV als een absolutie vorst omdat er in bron 3 staat dat Lodewijk XIV alles en iedereen controleert of alles ging zoals hij wou. De houding van Lodewijk XIV tegenover de Franse edelen is dat hun een lagere rang hebben tegenover Lodewijk XIV en Lodewijk XIV bepaald wat er allemaal gebeurd en controleert dit ook, dus is het een absolute vorst. 

Slide 15 - Slide

Hoeveel punten geef je voor antwoord B en waarom?

Slide 16 - Open question

Antwoord C

Lodewijk XIV was een absoluut vorst omdat hij de totale macht over zijn land en diens inwoners had. Lodewijks XIV wantrouwde de edelen omdat hij dacht dat ze uit waren op zijn macht. Daarom liet hij ze in zijn paleis verblijven zodat hij ze hij de gaten kon houden. 

Slide 17 - Slide

Hoeveel punten geef je voor antwoord C en waarom?

Slide 18 - Open question