1.07 Argumenteren - havo 5

5 havo
1 / 18
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 5

This lesson contains 18 slides, with interactive quizzes and text slides.

Items in this lesson

5 havo

Slide 1 - Slide

Planning vandaag

  • Theorie: argumenteren
  • Tekstverklaring 1.4 en (huiswerk) opdrachten bespreken
  • Woordenschat opdrachten 1.4 bespreken

  • Start lezen tekst 1.5

Slide 2 - Slide

Argumenteren
--> Zie reader taalvaardigheid, teksten en theorie.

Slide 3 - Slide

Argumentatie: wat moet je weten?

- Standpunt en argumenten
- Argumentatiestructuren (opbouw)
- Argumentatieschema's
- Drogredenen
- Aanvaardbaarheid van argumentatie 
 

Slide 4 - Slide

Standpunt en argumenten
Je moet weten
  • wat het verschil is tussen feitelijke en waarderende uitspraken;
  • welke soorten argumenten er zijn.

Feitelijk: te controleren uitspraak
Waarderend: niet te controleren uitspraak (goed/slecht/(on)wenselijk etc.)

Soorten argumenten: zie blz. reader taalvaardigheid blz. 44

Slide 5 - Slide

Argumentatiestructuren
Argumenten kunnen op verschillende manieren het standpunt ondersteunen:

  • Enkelvoudige argumentatie
  • Nevenschikkende argumentatie
  • Onderschikkende argumentatie

Je hoeft vaak alleen maar een schema in te vullen!

Slide 6 - Slide

Argumentatieschema's
Argumentatie kan gebaseerd zijn op:

  • Oorzaak en gevolg (causaliteit)
  • Vergelijking
  • Voorbeelden
  • Voor- en nadelen
  • Kenmerk of eigenschap

Slide 7 - Slide

Drogredenen

  • Onjuiste oorzaak-gevolgrelatie
  • Onjuist beroep op kenmerk of     eigenschap
  • Overdrijven van voor- en nadelen
  • Vals dilemma
  • Verkeerde vergelijking
  • Overhaaste generalisatie


  • Cirkelredenering
  • Persoonlijke aanval
  • Ontduiken van bewijslast
  • Vertekenen van het standpunt
  • Bespelen van het publiek
  • Onjuist beroep op autoriteit

Slide 8 - Slide

Herhalen drogredenen
Wat weet je nog over drogredenen?

Er volgen acht vragen over drogredenen. 

Antwoord binnen 20 seconden!

Slide 9 - Slide

Drogreden
Veel argumenten zijn fout of onjuist.
Het is dus een kwestie van goed opletten, wanneer iemand argumenten gebruikt!
Er is sprake van een drogreden als er onjuist gebruik wordt gemaakt van een argumentatieschema of als er een overtreding van een discussieregel plaatsvindt. 
--> Reader, theorie, blz. 49, 50, 51

Slide 10 - Slide


Tegenwoordig heeft elke leerling een smartphone. Vind je het gek dat ze niet opletten in de les?
A
Vals dilemma
B
Verkeerde vergelijking
C
Onjuist beroep op oorzaak-gevolg
D
Ontduiken bewijslast

Slide 11 - Quiz

Geschiedenisonderwijs kan maar beter afgeschaft worden. Je kan er niets meer aan veranderen en oude kleren gooi je toch ook weg.
A
Bespelen van het publiek
B
Vertekenen van het standpunt
C
Ontduiken van de bewijslast
D
Verkeerde vergelijking

Slide 12 - Quiz

Literatuur is saai, want er gebeuren helemaal geen spannende dingen in.
A
onjuiste oorzaak-gevolgrelatie
B
cirkelredenering
C
ontduiken van bewijslast
D
vertekenen van het standpunt

Slide 13 - Quiz

Tekst 1.4
Wij bespreken de opdrachten bij tekst 1.4
en 
de opdrachten woordenschat bij tekst 1.4

--> je leest de theorie 7 t/m 12 door !

Slide 14 - Slide

Tekst 1.5
Start tekst 1.5 "In een keer op het doek, niet meer gummen."
In totaal: 20 opdrachten
Drillsteroefeningen (online)
Spelling + Grammatica


Herman Koch

Slide 15 - Slide

Intertekstualiteit
Als er binnen een tekst verwezen wordt naar een andere tekst, boek, film of muziek.

Slide 16 - Slide

Huiswerk
Tekst 1.5 "In een keer op het doek, niet meer gummen."

Maandag 7 oktober a.s.:
Opdrachten taalvaardigheid en woordenschat bij tekst 1.5


Slide 17 - Slide

Woensdag 2 oktober a.s.
Meenemen: 
*leesboek 'Weerwater'
*reader: poëziebundel
*laptop (drillsteroefeningen)

Slide 18 - Slide