Par 3.3 Energierijke stoffen

3.3 energierijke stoffen
1 / 28
next
Slide 1: Slide
BiologieMiddelbare schoolmavoLeerjaar 3

This lesson contains 28 slides, with interactive quizzes, text slides and 2 videos.

time-iconLesson duration is: 50 min

Items in this lesson

3.3 energierijke stoffen

Slide 1 - Slide

This item has no instructions

Startopdracht:
Lees blz. 158
1) Waarom doet een plant aan fotosynthese/wat is de functie?
2) Wat neemt de plant op voor fotosynthese?
3) Waarom staat de zon(licht) niet in de reactie?


timer
2:00

Slide 2 - Slide

This item has no instructions

Leerdoelen 3.3 les 1
- Je kunt beschrijven hoe een plant glucose maakt door fotosynthese.
- Je kunt beschrijven hoe een plant energie vrijmaakt uit glucose door verbranding.
- Je kunt uitleggen welke gassen overdag en 's nachts een blad in en uit gaan.

Slide 3 - Slide

This item has no instructions

Fotosynthese
Fotosynthese is het proces waarbij de plant glucose maakt.

Nodig: Zonlicht, water en koolstofdioxide.
Maakt: Glucose en zuurstof.

Glucose bevat energie en is dus een energierijke stof.

Slide 4 - Slide

This item has no instructions

Verbranding
Verbranding is het proces waarbij energie wordt vrijgemaakt uit glucose.

Cellen breken glucose af met behulp van zuurstof (energie komt vrij).

Er ontstaan 2 afvalstoffen: Koolstofdioxide en water.

Slide 5 - Slide

This item has no instructions

Gaswisseling gedurende de dag
Overdag: fotosynthese en verbranding, er wordt dus CO2 opgenomen en zuurstof afgegeven én opgeslagen.
's Nachts: alleen verbranding, de plant neemt zuurstof op voor de verbranding.

Slide 6 - Slide

This item has no instructions

Slide 7 - Slide

This item has no instructions

Slide 8 - Video

Extra uitleg; kunnen leerlingen thuis terug kijken.
Maken
Eerste 8 minuten in stilte
Zelf bestuderen/doorlezen: 3.3
Maken: opdracht 3 t/m 20

Klaar? Nakijken -> antwoorden staan op itslearning, daarna maken samenvatting of testjezelf 

timer
8:00

Slide 9 - Slide

This item has no instructions

Startopdracht:
1. Schrijf de reactie van fotosynthese op.
2. Schrijf de reactie van verbranding op. 
3. Welk gas wordt overdag opgenomen via de huidmondjes?
4. Welke gas wordt 's nachts uitgescheiden via de huidmondjes?
timer
3:00

Slide 10 - Slide

This item has no instructions

Leerdoelen 3.3 les 2
- Je kunt uitleggen waarvoor planten glucose gebruiken.
- Je kunt de eetbare delen van een plant noemen.
- Je kunt 3 soorten korrels beschrijven die in plantencellen voorkomen. 

Slide 11 - Slide

This item has no instructions

De bladschaapslak

Slide 12 - Slide

Wonder der natuur: de bladschaapslak, een DIER dat aan fotosynthese doet! Op de bodem van de Indische en Stille Oceaan kruipen slakken rond die er uitzien als schaapjes. Twee mini-ogen, hangende oortjes en een groen-roze vacht. Het is geen minuscuul schaap, maar een zeeslak van maximaal een centimeter met de officiële naam Costasiella kuroshimae. Deze beestjes vind je bij de kusten van Japan, Indonesië en de Filipijnen. Dit mini-schaap graast op de zeebodem, het graast malse algen. Om zijn maaltijd op te sporen, gebruikt hij de twee flappen aan de zijkant van zijn kop. Deze uitsteeksels speuren naar stofjes in het water die wijzen op een hapje groenvoer. Het zijn dus een soort voelsprieten voor voedsel. Maar het bijzondere is dit zeeschaapje doet aan fotosynthese De groene vacht van de slak lijkt op een hoopje blaadjes en dat is niet zo gek. Het bladschaap zet namelijk zonlicht om in energie via fotosynthese, net zoals planten dat doen. Helemaal zelf doet hij het niet. Dat besteedt hij uit aan zijn eigen voedsel. De groene puntjes in zijn bladerdos zijn namelijk chloroplasten, de fotosynthesemachines van opgegeten algen. Zo heeft het bladschaap een extra voorraadje energie. Voor het geval er geen voedsel in de buurt is en hij daar eerst naartoe moet kruipen. De bladschaapslak is het enige bekende zeedier ter wereld dat fotosynthese zoals planten kan uitvoeren. Er zijn niet veel dieren die zonne-energie kunnen benutten, en het proces (genaamd "kleptoplastie") van het eten van algen en het opnemen van hun chloroplasten in hun eigen cellen is een verbazingwekkend biologisch mechanisme. Het "steelt" de chloroplasten en gebruikt ze als extra energiebron. Het bladschaap kan zijn energiebehoefte aanvullen met zonlicht. Dit vermindert de afhankelijkheid van voedselbronnen. Het maakt de slak extreem weerbaar tegen voedselschaarste. Het toont ook de kracht van samenwerking in de natuur: de chloroplast krijgt bescherming tegen roofdieren door veilig in het lichaam van de slak te worden gehuisvest. En de slak krijgt een extra energieboost. Als we daarvan zouden leren en ons zouden concentreren op deze meer dan 3 miljard jaar oude technologie, in plaats van te proberen iets te ontwikkelen met onze beperkte lineaire technologie, zoals fotovoltaïsche of Direct Air Capture, zouden we wellicht veel beter af zijn. Biomimicry: hoe kunnen we leren van de natuur, de bladschaapslak geeft het voorbeeld! Bron: Christian Fu Müller/Quest/Joris Leenders
Functie van glucose voor de plant
Van glucose icm andere voedingsstoffen maakt de plant: 

1. zetmeel en suiker = reservevoedsel, wordt opgeslagen in de wortels, knollen, bollen en zaden 
2. vetten = reservevoedsel, wordt opgeslagen in zaden
3. eiwitten en cellulose = bouwstoffen
4. vitaminen = beschermende stoffen
Leer bron 4 op blz. 163!

Slide 13 - Slide

This item has no instructions

Opslag van reservestoffen
Reservestoffen worden vaak opgeslagen in de wortels

Bij sommige planten in:
- knol: verdikte wortel/ondergrondse stengel
- bol: dikke bladeren (rokken)

Ook in de zaadlobben van zaden!

Slide 14 - Slide

This item has no instructions

Lees blz. 167
Als je een banaan koopt dan is die vaak nog een beetje groen. Als de banaan verder rijpt wordt hij geel. 

1) Welke soort korrels zitten er in een groene banaan?
2) In welke soort korrels veranderen de korrels van vraag 1 als de banaan rijpt?

Slide 15 - Slide

This item has no instructions

Soorten korrels
Bladgroenkorrels: hierin vindt fotosynthese plaats, geven plantendelen een groene kleur.
Kleurstofkorrels: geven vruchten hun kleur, bevatten rode, oranje of gele kleurstoffen.
Zetmeelkorrels: kleurloze korrels waarin zetmeel wordt opgeslagen.

Ene type korrel kan overgaan in ander type (bijvoorbeeld van bladgroen naar kleurstof)

Slide 16 - Slide

This item has no instructions

Maken
Eerste 8 minuten in stilte
Zelf bestuderen/doorlezen: 3.3
Maken: opdracht 

Klaar? Nakijken -> antwoorden staan op itslearning, daarna maken samenvatting of testjezelf 

timer
8:00

Slide 17 - Slide

This item has no instructions

Planten zonder bladgroen
Planten zonder bladgroen kunnen zelf geen voedingsstoffen maken.

De klavervreter (parasiet) haalt zijn voedingsstoffen uit andere planten (gastheer), namelijk de klavers in zijn omgeving.
Extra

Slide 18 - Slide

This item has no instructions

Slide 19 - Video

This item has no instructions

voorjaarsbloeiers
Klimplanten
wortelrozetten
woestijnplanten
bloeien voordat er bladeren aan de bomen komen
zorgen ervoor dat de planten genoeg ruimte voor zichzelf hebben, zodat hij genoeg mineralen en water tot zijn beschikking heeft. 
groeit langs de boomstam richting het licht.
hebben aanpassingen om waterverlies tegen te gaan. (bijna geen bladeren, dikke waslaag, of een dikke bladeren 

Slide 20 - Drag question

This item has no instructions

Wat is c? Waar vervoert het stoffen naartoe?
A
houtvat, omhoog
B
bastvat, omhoog
C
houtvat, naar beneden
D
bastvat, naar beneden

Slide 21 - Quiz

This item has no instructions

Wat levert de energie voor fotosynthese?
en
Wat zijn de fabriekjes voor fotosynthese?
A
zonlicht levert de energie en bladgroenkorrels zijn de fabriekjes
B
glucose levert de energie en bladgroenkorrels zijn de fabriekjes
C
glucose levert de energie en de de celkernen zijn de fabriekjes
D
zonlicht levert de energie en de celkernen zijn de fabriekjes

Slide 22 - Quiz

This item has no instructions


Wat is NIET waar over fotosynthese?
A
Dit vindt plaats bij sommige dieren en alle planten
B
Dit vindt plaats in groene planten
C
Dit vindt plaats in de bladgroenkorrels
D
Hierdoor maakt de plant zijn eigen voedsel

Slide 23 - Quiz

This item has no instructions

Wat heb je NIET nodig voor fotosynthese?
fotosynthese:
koolstofdioxide + water + licht => glucose + zuurstof

Mineralen zijn nodig om van glucose eiwitten en vetten te maken, maar dat is geen fotosynthese
A
mineralen
B
zonlicht
C
water
D
koolstofdioxide

Slide 24 - Quiz

This item has no instructions

Verbranding is ...
A
glucose + zuurstof = koolstofdioxide + water
B
koolstofdioxide + water = glucose + zuurstof
C
koolstofdioxide + glucose = water + zuurstof
D
glucose + water = koolstofdioxide + zuurstof

Slide 25 - Quiz

This item has no instructions

Welke stof ontstaat of welke stoffen ontstaan bij de fotosynthese?
A
alleen glucose
B
glucose en koolstofdioxide
C
glucose en zuurstof
D
water, koolstofdioxide en glucose

Slide 26 - Quiz

This item has no instructions

Huidmondjes zijn nodig voor ...
A
gaswisseling
B
verdamping
C
mooie bladeren
D
gaswisseling en verdamping

Slide 27 - Quiz

This item has no instructions

Als een tomaat rijp wordt, welke verandering vindt dan plaats?
A
Zetmeelkorrels worden kleurstofkorrels
B
Bladgroenkorrels worden zetmeelkorrels
C
Kleurstofkorrels worden bladgroenkorrels
D
Bladgroenkorrels worden kleurstofkorrels

Slide 28 - Quiz

This item has no instructions