Ecologie

Ecologie
 Ecologie
*Herhaling
1 / 37
next
Slide 1: Slide
BiologieMiddelbare schoolvmbo g, tLeerjaar 3

This lesson contains 37 slides, with text slides and 2 videos.

time-iconLesson duration is: 30 min

Items in this lesson

Ecologie
 Ecologie
*Herhaling

Slide 1 - Slide

Ecologie herhaling
Het gaat over de relaties tussen organismen en hoe ze elkaar beïnvloeden. 

Slide 2 - Slide

-In een voedselweb of voedselketen is ieder organisme een schakel

Slide 3 - Slide

Slide 4 - Slide

Dieren zijn altijd consumenten





producenten             
consumenten van de 1e orde (planteneters)
consumenten van de 2e orde (vleeseters)
planten zijn altijd producenten

Slide 5 - Slide

Voedselketen:
Producenten en consumenten
Consument van de eerste orde

Consument van de tweede orde
Consument van de derde orde
Consument van de vierde orde
Producent
(altijd fotosynthese) in de bladgroenkorrels/groene delen
  

Slide 6 - Slide

of algen
uit energiearme stoffen zoals water en co2

Slide 7 - Slide

fotosynthese
- Bij fotosynthese maakt de plant gebruik van energiearme stoffen om energierijke stoffen te maken. 

Slide 8 - Slide

Slide 9 - Video

Producenten, consumenten en reducenten
Producenten: Zijn planten
Consumenten: Planteneters, Alleseters en Vleeseters
Reducenten: Schimmels en bacteriën

Slide 10 - Slide

Voedselpiramides
Begin onderaan met een plant.
Aantallen: Geef het aantal organismen.
Biomassa = het gewicht van alle energierijke stoffen in een schakel --> altijd piramidevorm. 

Slide 11 - Slide

Energierijke stoffen

De plant maakt glucose door fotosynthese.

 Glucose is een energierijke stof. Andere voorbeelden van energierijke stoffen zijn koolhydraten, eiwitten en vetten. 

In energierijke stoffen zit energie.

Alle energierijke stoffen samen = biomassa

Slide 12 - Slide

Slide 13 - Slide

Piramide van biomassa
Biomassa = totale gewicht van alle organische stoffen in een organisme. Dus het gewicht - het vocht

In een piramide van biomassa wordt
in elke schakel de biomassa kleiner.
Piramide van biomassa heeft 
altijd een piramidevorm.

Slide 14 - Slide

Energie in de voedselketen
De energie van de zon die via de producenten in de voedselketen komt, gaat niet allemaal naar de volgende schakel in de voedselketen. Een deel verdwijnt door verbranding en een deel wordt afgebroken door reducenten. Voor elke volgende schakel in de voedselketen blijft dus minder energie over. 
. door verbranding
• door uitscheiding
. ze sterven 

Energie verdwijnt uit de voedselketen

Slide 15 - Slide

Verbranding
In een plant vindt verbranding plaats. Bij verbranding reageert een energierijke brandstof met zuurstof. Daarbij komt energie vrij. In alle cellen van organismen vindt voortdurend verbranding plaats.
De belangrijkste brandstof voor planten, dieren en mensen is glucose. Je kunt de verbranding van glucose zo opschrijven:

Slide 16 - Slide

Abiotisch                Biotisch
Abiotische en biotische factoren= Ecosysteem
levende natuur
niet levende natuur

Slide 17 - Slide

Niveaus van ecologie
individu
één enkel organisme
populatie
individuen van hetzelfde soort in een gebied die zich  met elkaar voortplanten
levensgemeenschap
alles wat leeft in een gebeid
alle populaties in een gebied
ecosysteem
alle biotische en abiotische factoren in een gebied
de levensgemeenschap met abiotische invloeden

Slide 18 - Slide

Niveaus van ecologie
  • Individu: een organisme
  • Populatie: een groep individuen van hetzelfde soort in een bepaald gebied die zich onderling voortplanten
  • Levensgemeenschap: populaties van verschillende soorten in een bepaald gebied  vb een vijver, sloot
  • Ecosysteem: alle biotische en abiotische factoren in een gebied vb het bos

Slide 19 - Slide

Slide 20 - Slide

Optimumkromme
De tolerantiegebied is het gebied waarin de organismen kunnen overleven 
"de beste"

Slide 21 - Slide

Optimumkromme

Slide 22 - Slide

Slide 23 - Slide

Koolstofkringloop

Slide 24 - Slide

Slide 25 - Video

Stikstof
kringloop
3TL

Slide 26 - Slide

Slide 27 - Link

Slide 28 - Slide

Slide 29 - Slide

wandelende tak

Slide 30 - Slide

Slide 31 - Slide

Slide 32 - Slide

Slide 33 - Slide

Slide 34 - Slide

Vetplant met waslaagje
  • Waterplanten hebben geen waslaagje, ze zijn al in het water. Ze hebben dus geen aanpassingen tegen de droogte nodig.
Tekst

Slide 35 - Slide

Waterplanten
  • in de modder van bodem en in het water is er weinig zuurstof
  • planten hebben als aanpassing Luchtkanalen in de stengels
  • zuurstof kan dus ook naar de wortels

Slide 36 - Slide

Slide 37 - Slide