Talent 3.3 lezen 2TL

timer
10:00
Welkom
We beginnen met 10 minuten lezen
1 / 14
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 2

This lesson contains 14 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

timer
10:00
Welkom
We beginnen met 10 minuten lezen

Slide 1 - Slide

Talent 3.3 lezen 2TL
Doelen:
  • meningen en argumenten herkennen
  • signaalwoorden herkennen die een reden aangeven
  • je weet wat een betoog is
  • je herkent de signaalwoorden die een conclusie aangeven
  • je weet hoe je de hoofdgedachte van een tekst vindt en opschrijft

Slide 2 - Slide

mening en argument
Mening: Ik houd van de zomer
argument: (want) dan kan ik in de zee zwemmen.

Slide 3 - Slide

Ik ga met plezier naar school.
In klas 2 hebben alle leerlingen Nederlands.
Voetbal is de beste sport.
De zomer is het beste seizoen.
In de zomer hebben we zes weken vakantie.
Alle kinderen moeten in groep 8 een telefoon.
Ik houd van ijsjes.
Bij McDonalds verkopen ze McFlurry's. 

Slide 4 - Drag question

Mening en argument
Als je vertelt wat je van iets vindt, dan geef je je mening. Vaak geef je daar een argument bij: de reden waarom je iets vindt. Hoe beter het argument is, hoe eerder de ander het met je eens zal zijn. 

Slide 5 - Slide

opsomming
tijdsvolgorde
tegenstelling
voorbeeld
reden
ten eerste
maar
want
omdat
daarom
toch
nadat
toen
echter
vanwege
Zoals
daarnaast
daarom
zo
bovendien

Slide 6 - Drag question

betoog
Een betoog is een tekst waarin een schrijver zijn mening geeft over een onderwerp. Hij wil dat de lezer het met hem eens wordt. Een betoog bestaat uit drie delen:
  1. inleiding (de schrijver geeft zijn mening over het onderwerp)
  2. kern (de schrijver geeft argumenten voor zijn mening)
  3. slot (conclusie, herhalen van mening of samenvatting)

Slide 7 - Slide

Wat is het tekstdoel van een betoog?
A
amuseren
B
informeren
C
activeren
D
overtuigen

Slide 8 - Quiz

inleiding
kern
slot
argumenten
conclusie
mening

Slide 9 - Drag question

signaalwoorden: conclusie
In het slot van een betoog lees je meestal in één zin wat het belangrijkste is wat de schrijver wil vertellen. Die zin is de conclusie: zijn eindoordeel. Meestal herhaalt de schrijver dan zijn mening of geeft hij een samenvatting van alle informatie. Deze conclusie is vaak een mening, je hoeft het er niet mee eens te zijn. 
Bijv.: Het is dus belangrijk dat alle middelbare scholieren kunnen reanimeren.
Of: Kortom, een reanimatiecursus moet op school verplicht worden. 
Signaalwoorden: dus, kortom, dan ook

Slide 10 - Slide

Hoofdgedachte
De hoofdgedachte is het belangrijkste wat de schrijver over het onderwerp van een tekst zegt. De hoofdgedachte schrijf je op in één zin. 

Slide 11 - Slide

Zo vind je de hoofdgedachte
  1. lees de inleiding, het slot en de titel van de tekst
  2. bepaal het onderwerp van de tekst
  3. schrijf in één zin op wat de schrijver over het onderwerp zegt. 
De hoofdgedachte in een betoog is de mening over het onderwerp

Slide 12 - Slide

Doelen
  • meningen en argumenten herkennen
  • signaalwoorden herkennen die een reden aangeven
  • je weet wat een betoog is
  • je herkent de signaalwoorden die een conclusie aangeven
  • je weet hoe je de hoofdgedachte van een tekst vindt en opschrijft

Slide 13 - Slide

Ik beheers de doelen van deze paragraaf...
😒🙁😐🙂😃

Slide 14 - Poll