Les 30 - 1TA - Woensdag 12 ma.

• Nederlands
• Middelbare school
• vmbo k
• Leerjaar 1

Les 30 - 1TA

Werkwoordspelling

DOME

Planning

1. Voorlezen

2. Nieuws

3. Herhalen

>Samen vragen maken

4. Zelfstandig werken

-PAUZE-

5. Zelfstandig werken 

6. Afsluiten met een spelletje

Voorlezen

NIEUWS VAN DE DAG

§8 - Persoonsvorm tegenwoordige tijd

§ 9 Sterke en zwakke werkwoorden

Sterke werkwoorden veranderen in de verleden tijd van klank: 

lopen → liepen; ruiken → roken; zoeken → zochten.

De verschillen zie je in de verleden tijd. Bij onregelmatige werkwoorden (§13) zie je dit verschil ook in de tegenwoordige tijd.

Zwakke werkwoorden veranderen in de verleden tijd niet van klank: hopen → hoopten; praten → praatten; spelen → speelden; luisteren → luisterden.

Je gebruikt 't x-kofschip (§10)

§10 - Persoonsvorm verleden tijd van zwakke werkwoorden

1 - Maak de stam van het werkwoord (-en)

2 - Waar eindigt de laatste letter van de stam op?

3- Gebruik 't X - K(o)fsch(i)p

>WEL in 't X - K(o)fsch(i)p = +te(n)

NIET in 't X - K(o)fsch(i)p = +de(n)

-Soms moet je voor de uitspraak klinkers toevoegen

>Raden - Ik raadde

Ik ken aan het einde van de les de spellingsregels om de persoonsvorm in de verleden tijd van zwakke werkwoorden te kunnen spellen.

1. Gisteren (bereiden)______________  Marianne een heerlijke vegetarische maaltijd.

2. Jij (vergissen) ______________ je toen toch ook weleens?

3. Een aantal jaren geleden (kamperen) ______________ wij op Schiermonnikoog, maar vorig jaar (vieren) ______________ wij de vakantie in het buitenland.

Maken

Cursus 7 - Spelling

§10 - Persoonsvorm verleden tijd van zwakke werkwoorden

Klaar?

Maak 'trainen'

Maken

Cursus 7 - Spelling

§10 - Persoonsvorm verleden tijd van zwakke werkwoorden

Klaar?

Maak 'trainen'

Samen

oefenen

Einde van de les