Les 34 - 1TA - Dinsdag 1 apr.

• Nederlands
• Middelbare school
• vmbo k
• Leerjaar 1

Les 34 - 1TA

Werkwoordspelling

DOME

Planning

1. Voorlezen 

2. Nieuws

3. Herhalen 

>Samen een opdracht maken

5. Zelfstandig werken

-PAUZE-

6. Aantekeningen maken

7. Zelfstandig werken

8. Afsluiten, misschien met een spelletje ...

Voorlezen

NIEUWS VAN DE DAG

Toets - 16 april - Laatste les voor de meivakantie

Paragraaf 8: Persoonsvorm tegenwoordige tijd

Paragraaf 9: Sterke en zwakke werkwoorden

Paragraaf 10: Persoonsvorm verleden tijd van zwakke werkwoorden

Paragraaf 11: Persoonsvorm verleden tijd van sterke werkwoorden

Paragraaf 12: Voltooid deelwoord

Paragraaf 13: Onregelmatige werkwoorden

Hoe kun je leren voor de toets? Dit staat ook in SOM.

-Maak de oefentoetsen

-Maak de mixopdrachten uit §14

-Maak 'trainen'

-Lees de aantekeningen goed door

-Bekijk de filmpjes aan het begin van de paragraven

§8 - Persoonsvorm tegenwoordige tijd

§ 9 Sterke en zwakke werkwoorden

Sterke werkwoorden veranderen in de verleden tijd van klank: 

lopen → liepen; ruiken → roken; zoeken → zochten.

De verschillen zie je in de verleden tijd. Bij onregelmatige werkwoorden (§13) zie je dit verschil ook in de tegenwoordige tijd.

Zwakke werkwoorden veranderen in de verleden tijd niet van klank: hopen → hoopten; praten → praatten; spelen → speelden; luisteren → luisterden.

Je gebruikt 't x-kofschip (§10)

§10 - Persoonsvorm verleden tijd van zwakke werkwoorden

1 - Maak de stam van het werkwoord (-en)

2 - Waar eindigt de laatste letter van de stam op?

3- Gebruik 't X - K(o)fsch(i)p

>WEL in 't X - K(o)fsch(i)p = +te(n)

NIET in 't X - K(o)fsch(i)p = +de(n)

-Soms moet je voor de uitspraak klinkers toevoegen

>Raden - Ik raadde

§ 11 Persoonsvorm verleden tijd van sterke werkwoorden

Alleen enkelvoud en meervoud

-Verandert van klank

-Soms moeten er letters weg of erbij voor de uitspraak

hebben / hadden

beet / beten

§12 - Voltooid deelwoord

-Voorvoegsels: ge-, her-, ver- of be- 

>geroepen, herhaald, verloren, bekeken 

Kan nooit de persoonsvorm zijn

-Hulpwerkwoorden: hebben, zijn of worden

-Gebruik 't x-Kofschip voor de -d of -t

> Nooit de verlengproef

Hij heeft de hond gevonden.

Hij de hond gevonden.

§12 - Voltooid deelwoord

WAAR ZIT HET VOLTOOID DEELWOORD?

1. Ik heb eergisteren een portemonnee gevonden bij de supermarkt.

2. Waarschijnlijk is hij uit iemand zijn zak gevallen en heeft hij het niet eens gemerkt.

1. De eerste zin was: ‘Heeft iemand zijn portemonnee verloren?’

Maken

Cursus 7 - Spelling

§12 - Voltooid deelwoord

Klaar?

Maak 'trainen'

Voor de bel ben je terug in de klas, anders ben je te laat.

§13 - Onregelmatige werkwoorden

-Sterke werkwoorden

>Vijf 

-Bijzonder: ook anders in de tegenwoordige tijd

Maken

Cursus 7 - Spelling

§13 - Onregelmatige werkwoorden

Klaar?

Maak 'trainen'

Einde van de les