Paragraaf 1.1-1.3

Wiskunde
Woordformules
1 / 13
next
Slide 1: Slide
WiskundeMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 1

This lesson contains 13 slides, with interactive quiz and text slides.

Items in this lesson

Wiskunde
Woordformules

Slide 1 - Slide

Leerdoel
Aan het einde van de les weet je wat woordformules zijn en kan je er mee rekenen.

Slide 2 - Slide

Programma
  1. Uitleg §6.1
  2. Oefenen
  3. Zelf aan de slag

Slide 3 - Slide

Woordformules

Slide 4 - Slide

Woordformules

Slide 5 - Slide

Woordformules

Slide 6 - Slide

Woordformules
Kosten = kosten per dag x aantal dagen + schoonmaakkosten
Schoonmaakkosten  = vaste waarde
Aantal dagen = variabele




Slide 7 - Slide

Letterformule
Kosten = 59 x aantal dagen + 45

Slide 8 - Slide

Letterformule
-

x

y= 


Slide 9 - Slide

Aantekening
Een formule is een som met een woord of letter erin.

Als er tussen een getal en een letter niets staat, moet je daar zelf een keer tussen zetten.

Voorbeeld:

k=5a+4
k=5a+4

Slide 10 - Slide

Voor de zomervakantie heb ik een vakantiehuisje geboekt voor €85 euro per dag. Daarbij moet ik ook nog eenmalig schoonmaakkosten betalen. Dit bedraagt €60 euro.
Hoeveel moet ik betalen als ik 7 dagen op vakantie ga?
Kosten = 85 x d + 60

Slide 11 - Open question

Plannen in 1Blik

Slide 12 - Slide

Aan de slag
Maken opdracht 1.1 tot 1.3 op Bettermarks (Huiswerk)

timer
3:00

Slide 13 - Slide