Aan het einde van deze les weet je hoe je in het Engels kunt praten over onwaarschijnlijke situatie waarbij er wel of niet aan een voorwaarde is gedaan.
Study grammar 17 on p. 93
1 / 15
next
Slide 1: Slide
EngelsMiddelbare schoolvwoLeerjaar 2
This lesson contains 15 slides, with interactive quizzes and text slides.
Lesson duration is: 15 min
Items in this lesson
'If' sentences (if zinnen): unlikely situations
Leerdoel:
Aan het einde van deze les weet je hoe je in het Engels kunt praten over onwaarschijnlijke situatie waarbij er wel of niet aan een voorwaarde is gedaan.
Study grammar 17 on p. 93
Slide 1 - Slide
If I ... the lottery, I ... it with you.
A
win / will share
B
would win / share
C
won / would share
D
will win / shared
Slide 2 - Quiz
Slide 3 - Slide
Slide 4 - Slide
Slide 5 - Slide
Slide 6 - Slide
Slide 7 - Slide
If she ... the money, she ... a school in Vietnam.
(found = oprichten)
A
would have / found
B
had / would found
C
had / will found
D
has / would found
Slide 8 - Quiz
I would go to his party ... if he were friendlier.
A
,
B
-
Slide 9 - Quiz
If we ... in Africa, we ... snow.
A
lived / would never see
B
would live / never saw
C
would live / would never see
D
live / saw
Slide 10 - Quiz
I ... to New York if I ... a famous actor.
A
would move / were
B
would move / was
C
move / was
D
moved / would be
Slide 11 - Quiz
https:
Slide 12 - Link
https:
Slide 13 - Link
1) Ik heb dit wel/niet goed begrepen. 2) Ik wil graag hulp.