Examentraining biologie: cellen staan aan de basis
Examentraining biologie
Cellen staan aan de basis (Bi K4)
1 / 52
next
Slide 1: Slide
BiologieMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 4
This lesson contains 52 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.
Items in this lesson
Examentraining biologie
Cellen staan aan de basis (Bi K4)
Slide 1 - Slide
Inhoud:
levenskenmerken
cel-weefsel-orgaan-orgaanstelsel-organisme
4 cellen van de 4 rijken
6 celonderdelen
fotosynthese en verbranding
Slide 2 - Slide
Wat weet je nog?
Slide 3 - Slide
Wat is een orgaanstelsel?
A
een groep organismen
B
een groep organellen
C
een groep organen die samen aan een bepaalde taak werken
D
een groep cellen die samenwerken
Slide 4 - Quiz
Bij welk orgaanstelsel horen de hersenen?
A
het bloedvatenstelsel
B
het verteringsstelsel
C
het zenuwstelsel
D
het ademhalingsstelsel
Slide 5 - Quiz
In de afbeelding hiernaast is een bepaald type weefsel te zien, welk weefsel is dat?
A
Beenweefsel
B
Spierweefsel
C
Zenuwweefsel
D
Huidweefsel
Slide 6 - Quiz
Hieronder zie je drie weefsels. Welke van deze weefsels is kraakbeen?
A
R
B
S
C
T
Slide 7 - Quiz
Is het oog een orgaan?
A
Ja, want het oog is onderdeel van het lichaam en heeft een bepaalde taak.
B
Ja, want het oog is onderdeel van een torso.
C
Nee, want het oog heeft meerdere taken.
D
Nee, want het oog is geen onderdeel van een torso.
Slide 8 - Quiz
Slide 9 - Slide
Slide 10 - Slide
Slide 11 - Slide
Slide 12 - Slide
Dierlijke cel
een dierlijke cel heeft:
wel celmembraan
wel cytoplasma
wel celkern
geen celwand
geen vacuole
geen bladgroenkorrels
Slide 13 - Slide
Slide 14 - Slide
Slide 15 - Slide
Indelen in 4 rijken
Organismen zijn verdeeld in 4 rijken. Het verschil zie je aan de bouw van hun cel!
Ieder organisme heeft:
cytoplasma
celmembraan
Slide 16 - Slide
Bacterie
Geen celkern
Geen: bladgroenkorrels
Wel: celwand
Altijd eencellig
geen celkern, maar losse chromosomen
celwand
cytoplasma
sommige bacteriën hebben een zweepstaart
Slide 17 - Slide
Schimmel
Geen bladgroenkorrels
Wel celwand
Wel celkern
Let op: kan eencellig (gist) of meercellig zijn (paddenstoel)
Slide 18 - Slide
Dierlijke / Plantaardige cel
Dierlijke cel
Wel celkern
Geen celwand
Geen bladgroenkorrels
Plantencel
Wel celkern
Wel celwand
Wel bladgroenkorrels
Dit is een dierlijke cel.
Dit zie je omdat deze geen bladgroenkorrels, celwand en vacuole heeft
Dit is een plantaardige cel.
Dit zie je omdat je wel een celwand, vacuole en bladgroenkorrel kunt zien
Slide 19 - Slide
Slide 20 - Slide
Slide 21 - Slide
Deze afbeelding is een foto van Coccen. Coccen zijn eencellige organismen zonder kern. Tot welke van de vier rijken behoren Coccen?
A
Bacterien
B
Schimmels
C
Planten
D
Dieren
Slide 22 - Quiz
Plantencel
Dierlijke cel
schimmel
Bacterie
celwand
celkern
(bladgroen) korrel
celmembraan
vacuole
Slide 23 - Drag question
Bij een onderzoek van het darmslijmvlies van een patiënt worden behalve slijmvliescellen ook cellen van onverteerde plantenresten aangetroffen. Enkele delen in en om een cel kunnen zijn: celkern, celmembraan en celwand. Welk van deze delen heeft een plantencel wel, maar een cel uit het darmslijmvlies niet?
A
een celkern
B
een celmembraan
C
een celwand
Slide 24 - Quiz
Waar in een plantencel bevinden zich de bladgroenkorrels?
A
vacuole
B
cytoplasma
C
celwand
D
celkern
Slide 25 - Quiz
De micro-organismen in het verteringskanaal van een koe maken enzymen die cellulose uit het plantaardige voedsel afbreken. Waarin bevindt zich vooral veel cellulose?
A
bladgroenkorrels
B
celwand
C
celmembraan
D
cytoplasma
Slide 26 - Quiz
Celkern
Vacuole
Bladgroenkorrel
Cytoplasma
Celmembraan
Celwand
Slide 27 - Drag question
Fusariumschimmels kunnen bij planten ziekten veroorzaken. Ze dringen via jonge wortels de plant binnen en groeien verder in de houtvaten. Tanja bekijkt door een microscoop een stukje wortel van een plant die ziek is door zo’n schimmel. Ze ziet wortelcellen en schimmelcellen. Heeft een wortelcel een celwand? En heeft een schimmelcel een celwand?
A
Geen van beide cellen heeft een celwand.
B
Alleen een wortelcel heeft een celwand.
C
Alleen een schimmelcel heeft een celwand.
D
Zowel een wortelcel als een schimmelcel heeft een celwand.
Welk organisme of welke organismen doen aan fotosynthese?
A
bacteriën
B
schimmels
C
planten
D
dieren
Slide 39 - Quiz
Welk organisme of welke organismen doen aan verbranding?
A
bacteriën
B
schimmels
C
planten
D
dieren
Slide 40 - Quiz
bladgroenkorrel
celmembraan
celkern
vacuole
cytoplasma
celwand
Slide 41 - Drag question
Dierlijke en plantaardige cellen
Alleen plantaardige cellen
Bladgroenkorrel
Celkern
Celwand
Celmembraan
Celplasma
Vacuole
Slide 42 - Drag question
Welk dier verbrand meer?
A
Kikker in een bak met 10 graden Celsius
B
Kikker in een bak met 20 graden Celsius
C
muis in een bak met 10 graden Celsius
Slide 43 - Quiz
Waar ontstaat de meeste koolstofdioxide?
A
Bak met een plant in het licht
B
Bak met een plant en een dier in het licht
C
Dier in een bak met licht
D
Bak met een plant en een dier in het donker
Slide 44 - Quiz
Enzymen versnellen stofwisseling
Slide 45 - Slide
Waar is de meeste enzymactiviteit?
A
Bij een temperatuur van 30 graden Celsius
B
Bij een temperatuur van 90 graden Celsius
Slide 46 - Quiz
Welke kenmerken hebben dierlijke cellen?
A
celkern, cytoplasma, celmembraan
B
celkern, celmembraan, celwand
C
celmembraan,cytoplasma, vacuole
D
bladgroenkorrel, vacuole, celwand
Slide 47 - Quiz
Waaruit bestaat een weefsel?
A
Verschillende organen
B
Verschillende soorten cellen
C
Cellen met verschillende functie
D
Cellen met dezelfde functie en vorm
Slide 48 - Quiz
Welke bewering(en) is/zijn waar?
A
Elke cel is omgeven door een celmembraan
B
Alle cellen bevatten een celkern.
C
Alleen plantencellen hebben een vacuole.
D
Alleen dierlijke cellen hebben geen celwand.
Slide 49 - Quiz
Wat zijn enzymen?
A
Hormonen zoals insuline.
B
Eiwitten die een reactie versnellen.
C
Vetten die helpen bij de vertering.
D
Stoffen die een orgaan aan het werk zetten.
Slide 50 - Quiz
Wie heeft gelijk? Akos zegt:"Planten in het licht doen aan fotosynthese en verbranding." Thelma zegt:"Planten hebben zuurstof nodig voor fotosynthese."