Staatsinrichting v5

1 / 15
next
Slide 1: Video
GeschiedenisMiddelbare schoolvwoLeerjaar 3

This lesson contains 15 slides, with text slides and 3 videos.

time-iconLesson duration is: 15 min

Items in this lesson

Slide 1 - Video

Slide 2 - Video

Staatsinrichting blokuur
Wat gaan we doen? 
- bespreken actualiteit (kort)
- bespreken formatie: filmpje van 13 minuten waarbij je steekwoorden noteert.
- boekje Staatsinrichting bestuderen: als het ware samen highlighten/onderstrepen, begrippen uitleggen en studeren.

Doel van deze les: bekend worden met de staatsinrichting van NL en handvatten voor het leren voor de toets.
Let op: na de vakantie hebben we nog één blokuur. Hierin gaan we aan de slag met oefenen van examenvragen voor het aankomende proefwerk (toetsweek). Staatsinrichting doe je dus verder zelf.

Slide 3 - Slide

Willem II Grondwet 1848
  • Koning verloor in 1848 zijn macht aan het parlement.
  • Thorbecke schreef nieuwe grondwet.
  • De koning is onschenbaar, ministeriële verantwoordelijkheid.

Slide 4 - Slide

1. Ministeriële verantwoordelijkheid
In de nieuwe grondwet stond dat de ministers verantwoordelijk zijn voor alles wat de koning in het openbaar doet of zegt.
Dit noemen we ministeriële verantwoordelijkheid

Slide 5 - Slide

Slide 6 - Video


Er komen grondrechten
  • Er is Ministeriële verantwoordelijkheid, de ministers zijn verantwoordelijk voor beleid en koning
  • Koning is onschendbaar. Hij kan niet worden aageklaagd.
  • Nederland is een constitutionele monarchie (koninkrijk met grondwet)

Slide 7 - Slide

Grondwetsherziening
Door de invoering van de nieuwe grondwet kwamen er: 
  • rechtstreekse verkiezingen (censuskiesrecht) 
  • ministeriële verantwoordelijkheid
  • Nederland werd een parlementaire democratie.

Slide 8 - Slide

Nieuwe Grondwet 
1848
Geschreven door Thorbecke
Liberaal

Slide 9 - Slide

Voor 1848

  • Nederland en België
  • Centraal bestuur door 1 persoon (koning)
  • Invoering grondwet: constitutionele monarchie
  • Koning heeft veel macht
  • Parlement heeft weinig macht
  • Indirecte verkiezingen



Na 1848

  • Nederland
  • Koning blijft maar is onschendbaar
  • Nieuwe grondwet
  • Invoering ministeriele verantwoordelijkheid
  • Invoering grondrechten
  • Parlement krijgt meer macht
  • Directe verkiezingen 

Slide 10 - Slide

Liberalen
  • Rijke burgers en industriëlen zijn liberaal: hogere winsten zonder sociale wetten
  • Dankzij censuskiesrecht is ook de regering liberaal: inkomen bepaalt stemrecht
  • Gevolg: rijken stemmen op liberalen
  • Gevolg: géén sociale wetgeving

Slide 11 - Slide

Politiek-maatschappelijke stromingen
Liberalisme
Socialisme
Conservatisme
Confessionalisme

Slide 12 - Slide

Liberalen
  • Kiesrecht voor zij die belasting betalen
  • "Langzaam uitbreiden"
  • --> conflict binnen de liberalen
  • Vrouwen niet

Slide 13 - Slide

Conservatief
Politiek conservatief betekent behouden.

D.w.z. dat conservatieve partijen de samenleving willen verbeteren zonder snelle maatschappelijke veranderingen.

Denk aan: traditie, religie.

Slide 14 - Slide

Conservatief

liberaal


Huiswerk-terugblik-Uitleg-aan de slag

Slide 15 - Slide