Naar een democratisch politiek systeem

Nederland is een democratie.
Wat betekent democratie?
A
De koning regeert
B
Het kabinet regeert
C
God regeert
D
Het volk regeert
1 / 24
next
Slide 1: Quiz
GeschiedenisMiddelbare schoolvwoLeerjaar 3

This lesson contains 24 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.

time-iconLesson duration is: 60 min

Items in this lesson

Nederland is een democratie.
Wat betekent democratie?
A
De koning regeert
B
Het kabinet regeert
C
God regeert
D
Het volk regeert

Slide 1 - Quiz

Onze democratie is een....
A
Directe democratie
B
Indirecte democratie

Slide 2 - Quiz

Hoe werkt een indirecte democratie?

Slide 3 - Mind map

LEZEN IN DIT HOOFDSTUK
VWO VRAAG 7 BLZ. 33 & leerboek blz. 29
havo vraag 4 blz 30 & leerboek blz. 26

Slide 4 - Slide

VWO vraag 10/11
HAVO vraag 9/10; waarom is
dit een belangrijk fragment?

Slide 5 - Mind map

Slide 6 - Slide

Wat is een grondwet?
A
Een wet waarin staat op grond waarvan een rechter iemand kan veroordelen.
B
Een wet waar de grondrechten van de Nederlanders in staan.
C
Een wet waarin staat hoe de overheid met de grond moet omgaan.

Slide 7 - Quiz

Wat zijn grondrechten?
A
Een basisrecht dat elke burger heeft
B
Het recht dat het betalen van grondpacht verbood
C
Het is een soort onafhankelijkheidsverklaring
D
Rechten die de grondbelasting bepalen

Slide 8 - Quiz

Wat is een voorbeeld van een grondrecht?

Slide 9 - Mind map

VWO: 14, 
HAVO: 15

Slide 10 - Slide

liberalen >< conservatieven

Conservatieven

  • adel
  • behoudingsgezind


Liberalen

  • rijke en goed opgeleide mensen
  • oneerlijk: belastingen, geen inspraak
  • meebeslissen !



1844
VWO & havo 20

Slide 11 - Slide

   Voor 1848                 Na 1848

Slide 12 - Slide

Voor 1848

  • Nederland en België
  • Centraal bestuur door 1 persoon (koning)
  • Invoering grondwet: constitutionele monarchie
  • Koning heeft veel macht
  • Parlement heeft weinig macht
  • Indirecte verkiezingen



Na 1848

  • Nederland
  • Koning blijft maar is onschendbaar
  • Nieuwe grondwet
  • Invoering ministeriele verantwoordelijkheid
  • Invoering grondrechten
  • Parlement krijgt meer macht
  • Directe verkiezingen 
H:
V: blz 32

Slide 13 - Slide

Ministeriële verantwoordelijkheid betekent:
A
Ministers kunnen niet vervolgd worden
B
Ministers zijn verantwoordelijk voor goed bestuur
C
Ministers hebben geen invloed
D
Ministers zijn verantwoordelijk voor de koning

Slide 14 - Quiz

Ministeriële verantwoordelijkheid =
A
De minister is verantwoordelijk voor zichzelf
B
De minister moet verantwoording afleggen aan de koning
C
De minister moet verantwoording afleggen aan het parlement
D
De minister moet verantwoording afleggen aan de minister-president

Slide 15 - Quiz

Hoe wordt de Tweede Kamer gekozen?
A
Door rechtstreekse verkiezingen door het volk
B
Door indirecte verkiezingen door het volk

Slide 16 - Quiz

Wat is GEEN taak van de Tweede Kamer?
A
Eerste Kamer controleren
B
Ministers controleren
C
Vergaderen over wetsvoorstellen
D
Ministers ontslaan wanneer zij hun werk niet goed doen

Slide 17 - Quiz

Door wie worden de leden van de Provinciale Staten gekozen?
A
Door de bevolking.
B
Door de koning.
C
Door het parlement.
D
Door het kabinet.

Slide 18 - Quiz

De leden van de Provinciale Staten kiezen de leden van...
A
de Eerste Kamer
B
de Tweede Kamer
C
de Gemeenteraad
D
het parlement

Slide 19 - Quiz

Welke verkiezing is INdirect?
A
Eerst Kamer
B
Tweede Kamer
C
Gemeenteraad (lokaal)
D
Provinciale Staten

Slide 20 - Quiz

De gemeenteraad wordt gekozen door:
A
de koning
B
het volk
C
de minister
D
kamerleden

Slide 21 - Quiz

Wat is een gemeenteraad?
A
De regering van een gemeente
B
De volksvertegenwoordiging van de gemeente
C
B&W van de gemeente
D
De rechterlijke macht

Slide 22 - Quiz

Slide 23 - Video

VWO: 20, 22; 23, 24, 30, 33 t/m 35
havo: 20, 21; 23, 24, 29, 31 t/m 33

Slide 24 - Slide