This lesson contains 16 slides, with interactive quizzes and text slides.
Items in this lesson
Opdracht 1
'Warming up'
Slide 1 - Slide
Waarom doe je een warming-up?
Om de les te beginnen moeten we eerst zorgen dat de kinderen warm zijn. Dit kun je op verschillende manieren doen. Zorg wel dat het altijd veilig gebeurt.
Slide 2 - Slide
Verschillende vormen van warming-up/ inleiding.
Spel - Een warming-up geven in de vorm van een spel. (Memorie, tikspel etc.)
Grondvormen van gaan (huppelen, hinkelen, springen etc.)
Met gymnastiek toestellen (banken, matjes, kasten etc.)
Met muziek (Je kunt ook een warming-up doen op muziek)
Slide 3 - Slide
Warming up als voorbereiding op de verdere les
Je kan je warming-up geven in een vorm die later weer terug komt in de les.
Als je bijvoorbeeld een les wil doen met springen kan je als warming up bokjes neer zetten waar ze dan overheen moeten springen.
In je les kan je dan een springplank neerzetten.
Slide 4 - Slide
Wat zijn belangrijke punten om op te letten:
Kies een warming-up die past bij de groep
Kies ook de muziek die bij de groep hoort
Zorg altijd bij een spel of andere vorm van rennen dat de kinderen niet tegen elkaar op botsen
Zorg er ook voor dat ze niet met bijvoorbeeld met stokken elkaar gaan slaan
Let altijd goed op of de kinderen mee doen
Slide 5 - Slide
Wat ga je doen?
De opdracht
Je gaat een warming-up voorbereiden in de volgende slides.
Slide 6 - Slide
Wat ga je doen als warming up
Slide 7 - Open question
Wat denk je nodig te hebben om de opdracht uit te voeren?
Slide 8 - Open question
Hoe lang denk je nodig te hebben om de opdracht voor te bereiden?
Slide 9 - Open question
Wat is belangrijk Beschrijf de regels die je wilt opstellen
Slide 10 - Open question
Welke dingen moet je echt vertellen aan de groep
Slide 11 - Open question
Welke materialen heb je nodig voor de warming-up?
Slide 12 - Open question
Maak een tekening hoe je alle materialen gaat neerzetten. (Maak een foto van je tekening en upload die hier)
Slide 13 - Open question
Hoe kun jij de kinderen helpen, hoe moet je vangen?